27nov. Thema 5, B3 en 4: Gaswisseling bij dieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Neem de tekening van het longblaasje over in je schrift en benoem de onderdelen 1 t/m 6

lesplanning

startopdracht

placematopdracht longziekten (5.3)

samenwerkopdracht, ademhaling organismen (5.4)

laptop opdracht (eindexamensite.nl) (bij tijd over)

Volgende les 

Start nieuw hoofdstuk

Bespreken startopdracht 

Placematopdracht

• Per tweetal een placemat
• Verdeel de 4 buitenste vakken onder elkaar.
• De middelste doe je even samen.

• Klaar: Lees 5.4: Gaswisseling bij dieren

COPD

Bij COPD zijn je longen beschadigd. Per dag neem je 10.000 liter zuurstof op, maar de COPD alleen de helft. Met COPD heb je minder energie. COPD is niet te genezen en roken is de oorzaak.

Twee vormen van COPD

• Chronische bronchitis
•  Longemfyseem

2 vormen van COPD

Chronische bronchitis:

• De bronchiën zijn ontstoken
• Er wordt meer slijm gemaakt
• Bronchiën zijn blijvend vernauwd

 Longemfyseem:

• Wanden van de longblaasjes zijn beschadigd
• 1 groot, slap longblaasje
• Kapotte longblaasjes geven minder zuurstof en kunnen niet meer herstellen.

Astma 

• Bronchiën ontstoken
• Niet over/ elke dag klachten
• Plotseling benauwd - astma     aanval
• Prikkels van; huisdieren,   huisstofmijt, uitlaatgassen,   tabaksrook of inspanning

Hooikoorts /Allergie

Hooikoorts:

• Stuifmeelkorrels van windbloemen blijven vast zitten in de slijmvlies tijdens het ademen.
  
• Sommige mensen kunnen er niet tegen dat hun slijmvlies in contact komt met stuifmeelkorrels
  
• Stuifmeelkorrels prikkelen de slijmvlies
  
• Branderig of jeukende gevoel in neus, keel of ogen.

Allergie:

• Je afweersysteem reageert sterk op bepaalde stoffen.
  
• Als je een bepaalde stof inademt of binnenkrijgt met voedsel krijg je een allergische reactie
  
• Allergische reactie: door contact met huid en slijmvliezen (huiduitslag, branderig gevoel, gezwollen ogen, jeuk, ontstekingen en astma).

B4: Gaswisseling bij dieren

Thema 5: Gaswisseling

Doelstelling

Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen

Tweetallen opdracht voor basisstof 5.4

Beantwoorde de volgende vraag in je schrift of apart blaadje

Hoe ademen:

1. eencelligen
2. insecten
3. vissen
4. amfibieën
5. Reptielen / vogels en zoogdieren

Vertel in korte bewoording de belangrijkste punten

Eencelligen

• via celmembraan

is er buiten de cel meer zuurstof dan binnen de cel, dan gaat het zuurstof vanzelf de cel (het diertje) in

Insecten

• Via tracheeën (vertakt buizenstelsel in het lijf)
• lucht komt binnen via stigma's (openingen huid)
• pompende bewegingen
  

Vissen

Via kieuwen

• Kieuwdeksels bedekken kieuwen

Kieuwplaatjes

• Verversen van het water door open en sluiten van bek
  

Amfibieën

Jonge amfibieën

• Via kieuwen en huid
• 
  

Volwassen amfibieën

• Via longen en huid

Reptielen/vogels/  zoogdieren

• Via longen
  

Doelstelling

Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen

Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen.

1. Juist
2. Onjuist

Waar vindt de gaswisseling bij insecten plaats

1. longen
2. kieuwen
3. tracheeën
4. alle drie

Waar vindt de gaswisseling van een volwassen kikker plaats?

1. Longen
2. Kieuwen
3. Tracheeën
4. Alle drie

Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen(dolfijnsoort)plaats.

1. Juist
2. Onjuist

laptop halen

eindexamensite.nl

maken toets over ademhaling

Maken

WB: 

pg: 77, 78

opdracht: 28, 30 en 32

schoolwerk

L: Hoofdstuk 5 van boek B

LZ: Hoofdstuk 4

M: pg: 77, 78 in je WB 4B

opdracht: 28, 30 en 32

Examenopdrachten

Maak de opdrachten op het uitgedeelde vel.

Maak opdracht: 106, 107 en108 

en vraag 1 t/m 3