14.5 Luchtkwaliteit en longaandoeningen + 14.6 gaswisseling bij dieren

14.5 Luchtkwaliteit en longaandoeningen
14.5 Luchtkwaliteit en longaandoeningen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

14.5 Luchtkwaliteit en longaandoeningen
14.5 Luchtkwaliteit en longaandoeningen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
14.5.1 Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij astma, bronchitis en longemfyseem.

In Nederland leven meer dan een miljoen mensen met een longziekte. Een longziekte kan erfelijk zijn of worden veroorzaakt door bijvoorbeeld roken.

Slide 2 - Tekstslide

Luchtkwaliteit
Alle lucht die we inademen is verontreinigd
  • Uitlaatgassen: koolstofdioxide, stikstofdioxide, zwaveldioxide, roet, fijnstof
  • Hoge concentratie = smog
  • Zelfs bij parfum adem je deeltjes in
  • Bij roken veel schadelijke deeltjes
  • Mensen met een longziekte zijn hier extra gevoelig voor

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

1  Teer
  • Zwart, kleverig stofje, blijft plakken                                                     aan het slijmvlies van je longen.
  • Kan kanker veroorzaken. 
  • Je longen worden er zwart van.
  • Je trilharen werken niet meer -->                                                         slijm in de longen --> hoesten
  • Aanslag op handen en tanden

Slide 5 - Tekstslide

2  Nicotine
  • Verslavende stof in een sigaret:
  • Verhoging van de hartslag en bloeddruk.
  • Nicotine vernauwt de bloedvaten in de huid,                                     waardoor er minder zuurstof en belangrijke                         voedingstoffen vervoerd kan worden.

Slide 6 - Tekstslide

3  Koolstofmono-oxide
  • Is een gas.
  • Reukloos en kleurloos.
  • Zorgt ervoor dat je rode bloedcellen niet zoveel zuurstof kunnen vervoeren. Hierdoor krijgen/hebben rokers een slechtere conditie. 

                                            

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

COPD
  • Chronic Obstructive Pulmonary Disease (Chronische Obstructieve Long Ziekte)
  • Beschadiging van de longen, geneest niet



Slide 9 - Tekstslide

Chronische bronchitis

  • Bronchiën zijn ontstoken waardoor er meer slijm ontstaat. 
  • Bronchiën zijn blijvend vernauwd

Slide 10 - Tekstslide

Longemfyseem
Bij longemfyseem of emfyseem gaan er langzaam longblaasjes verloren. 

De longblaasjes zorgen ervoor dat zuurstof na het inademen in uw bloed komt. En dat je afvalstoffen weer kunt uitademen. 

Hoe minder longblaasjes er zijn, hoe moeilijker dit wordt. Hierdoor krijg je het benauwd.
 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Astma
  • Bronchiën blijven ontstoken
  • Aanval: spiertjes in de wand trekken samen, luchtwegen vernauwen en ademhalen gaat moeilijker
  • Slijmvlies aan de binnenkant is verdikt

Slide 13 - Tekstslide

Kun je eerder een astma-aanval krijgen bij neus- of bij een mondademhaling?
Leg je antwoord uit.

Slide 14 - Open vraag

Biologie
 14.6 gaswisseling bij dieren

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoel bij 14.6 Gaswisseling bij dieren
Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen.


Slide 16 - Tekstslide

Vandaag in de les
beschrijven hoe gaswisseling plaatsvindt bij deze diergroepen;
  • zoogdieren (longen)
  • amfibieën (*jong-> kieuwen /huid  * volw -> longen /huid)
  • vissen (kieuwen)
  • insecten   (tracheeën) 
  • geen apart admhalingsstelsel
je kunt hierbij het juiste ademhalingsstelsel noemen 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Longen
Zoogdieren, vogels en reptielen: gaswisseling in longen

Slide 19 - Tekstslide

Reptielen
  • Reptielen en amfibieën: zijn koudbloedig, de longen zijn kleiner
  • Reptielen en amfibieën doen minder aan verbranding omdat ze zich niet warm (energie) hoeven te houden.
  • Omdat ze minder aan verbranding doen hebben ze minder zuurstof (lucht) nodig en dus hebben ze kleinere longen.


Slide 20 - Tekstslide

Amfibieën 
amfibieën
  •  koudbloedig, 
  • longen zijn kleiner
  • jong dier: gaswisseling kieuwen /huid
  • volwassen:  longen en huid  
  • huid met slijm waarmee ze  zuurstof opnemen

Slide 21 - Tekstslide

Gaswisseling huid

Slide 22 - Tekstslide

Kieuwen
kieuwen 
  • bestaan uit kieuwbogen en kieuwplaatjes
       met haarvaten voor gaswisseling.
  • water kan  vanuit de bek langs de 
       kieuwen stromen, zo wordt
       water in kieuwholten ververst
  • via de haarvaten in de kieuwplaatjes wordt zuurstof in het bloed opgenomen en koolstofdioxide aan het water afgegeven

Slide 23 - Tekstslide

Ademen met kieuwen

Slide 24 - Tekstslide

Tracheeën 
Insecten: 
  • gaswisseling in tracheeën,
  • Stigma's zijn openingen waardoor                                                          lucht in de tracheeën stroomt.
  • ze verversen lucht door pompende 
       beweging met achterlijf te maken


Slide 25 - Tekstslide

Insecten: Tracheeën 

Slide 26 - Tekstslide

Eencellige dieren: geen aparte ademhalingsorganen
gaswisseling via celmembraan, O2 opname , CO2 afgifte

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Welke dieren gebruiken tracheeën voor gaswisseling
A
vogels
B
insecten
C
spinnen
D
eencelligen

Slide 30 - Quizvraag

Bij dit dier vindt gaswisseling via de longen en de huid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Wat wordt er uitgewisseld bij gaswisseling bij dieren?
A
Water en koolstofdioxide
B
Zuurstof en water
C
Koolstofmonoxide en zuurstof
D
Zuurstof en koolstofdioxide

Slide 32 - Quizvraag

aan de slag (228-231)
14.5 luchtkwaliteit en longaandoeningen: 2, 5, 6, 7
14.6 gaswisseling bij dieren: 2, 3, 5, 7, 9



Dank jullie wel voor jullie aandacht!


Slide 33 - Tekstslide