In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
5H SK @LPM
Hoofdstuk 9: reacties en energie
hybride lessen
les 1: 9.1 reactiesnelheid en botsende deeltjes
Slide 1 - Tekstslide
hoofdstuk 9 in 2 weken
reactiesnelheid, botsende deeltjes
reactiesnelheid berekenen
energie diagrammen tekenen en begrijpen
rekenen met energie (reactiewarmte en vormingswarmte)
Slide 2 - Tekstslide
het botsende deeltjes model
Slide 3 - Tekstslide
reactiesnelheid
de chemische reactie in een grafiek:
A: De hoeveelheid gevormde stof op de y-as, de tijd op de x-as.
B: De reactiesnelheid op y, de tijd op x.
De snelheid is het hoogst in het begin, en naarmate de reactie duurt, wordt de snelheid steeds lager (door steeds lagere concentratie beginstoffen).
A
B
Slide 4 - Tekstslide
Met het botsende deeltjes-model kun je soms beredeneren wat er met de reactiesnelheid gebeurt. In welk geval kan dat NIET?
A
als de concentratie
wordt verhoogd
B
als de temperatuur
wordt verlaagd
C
als een katalysator
wordt toegevoegd
D
als je de vaste stof verpoedert
ipv als blokje toevoegt
Slide 5 - Quizvraag
factoren die door 'botsende deeltjes model' kunnen worden verklaard
- Concentratie, bv. hogere concentratie; meer kans elkaar tegen te komen = meer effectieve botsingen; dus hogere reactiesnelheid
- Temperatuur, bv. bij lagere T: deeltjes bewegen langzamer, minder effectieve botsingen; dus lagere reactiesnelheid.
- Verdelingsgraad, bv. poeder heeft groter oppervlakte dan een brokstuk, meerkans om te botsen = meer effectieve botsingen; hogere snelheid
Slide 6 - Tekstslide
kijk goed naar dit diagram
In de grafiek staan 3 lijnen bij het verloop van het oplossen van een of twee bruistabletten, in verschillende vorm (heel, gebroken of in poedervorm). Er ontstaat gas (belletjes), dit staat op de y-as.
Slide 7 - Tekstslide
Een bruistablet wordt opgelost. Welke lijn hoort bij welke situatie (wat is juist)?
A
Eén heel bruistablet in
een glas water hoort bij lijn II
B
Twee hele bruistabletten in stukjes, in een glas water hoort bij lijn III
C
Twee bruistabletten verpoederd
in een glas water hoort bij lijn I
D
Twee hele bruistabletten in stukjes, in een glas water hoort bij lijn I
Slide 8 - Quizvraag
Eén heel bruistablet in een glas water moet de langzaamste zijn (= lijn III). De verdelingsgraad is laag, dus weinig botsingen en komt het laagst uit (één tablet levert minder gas dan twee tabletten) dus III.
Twee hele bruistabletten in stukjes hebben een grotere verdelingsgraad dan een hele tablet, maar deze is nog steeds lager dan bij poeder dus minder botsingen (=minder steil, dus lijn II). Eind komt het hoogst uit (twee tabletten geven meer gas dan één tablet) dus II.
Twee hele bruistabletten in poeder hebben de grootste verdelingsgraad meeste botsingen (=meest steil, dus lijn I). Eind komt het hoogst uit (twee tabletten geven meer gas dan één tablet)
Slide 9 - Tekstslide
gemiddelde reactiesnelheid
Gedurende de reactie, wordt de snelheid van de reactie steeds lager (concentratie beginstoffen neemt af!)
Voor het berekenen van de gemiddelde reactiesnelheid kun je de volgende formule gebruiken:
Slide 10 - Tekstslide
De volgende reactie wordt gestart: Mg + 2 H+ --> Mg²+ + H₂ in 1,0 L zure oplossing De reactie duurt 2 minuten. Na 2 min is er 45 mol H₂ ontstaan in de oplossing. Wat is de reactiesnelheid in mol/L per seconde?
A
0.375 mol/L per s
B
0.375 mol/s
C
22.5 mol/L per s
D
22.5 mol/sec
Slide 11 - Quizvraag
reactiediagram van vorming van CO2 uit glucose
Slide 12 - Tekstslide
Bekijk nu de grafiek (inzoomen). Wat is de gemiddelde reactiesnelheid na 50 seconden?
A
120 mol/L/s
B
120 mol/L/50 sec
C
120/50 = 2.4 mol/L/s
D
120*50= 6000 mol/L/s
Slide 13 - Quizvraag
gemiddelde reactiesnelheid
(A) hoeveel stof wordt er gevormd of afgebroken?
reken dit om naar mol/L(indien nodig)
Let op: het gaat om de verandering tussen twee tijdstippen