H3 Politiek 3.2 (nieuw)

H3 Politiek
3.2 Welke partij past bij jou?

Lesboek bladzijde 40 - 41
Schrift & etui
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 Politiek
3.2 Welke partij past bij jou?

Lesboek bladzijde 40 - 41
Schrift & etui

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Kiesrecht
Vanaf je 18e mag je stemmen en je mag je ook verkiesbaar stellen.

Actief kiesrecht => het recht om te mogen stemmen.
Passief kiesrecht => het recht om je verkiesbaar te stellen.

Slide 3 - Tekstslide

Vrije, geheime verkiezingen
  • Verkiezingen in Nederland zijn vrij, je mag dus stemmen op wie je wilt.
  • Verkiezingen zijn ook geheim: niemand weet op wie jij hebt gestemd.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Verkiezingen - Lijsttrekker
Elke partij heeft een lijsttrekker. Hij of zij is o.a.:
  • het gezicht van de partij;
  • aanwezig bij debatten op televisie of radio.

Lijsttrekker => de belangrijkste man of vrouw van een politieke partij in verkiezingstijd.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Verdeling partijen
Linkse partijen
Rechtse partijen
Actieve overheid
Passieve overheid
Opkomen voor kwetsbare mensen
Meer vrijheid voor burgers
Eerlijke verdeling van inkomen
Lage(re) belastingen
Gelijke kansen voor iedereen
Eigen verantwoordelijkheid
Aandacht voor milieu
Veiligheid bevorderen
Progressief = verandering
Conservatief = hetzelfde houden

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Na de verkiezingen
Om te kunnen regeren moeten partijen samenwerken.
Daarbij zullen ze altijd iets van hun standpunten moeten inleveren.

Compromissen > 
Afspraken waarbij alle partijen een beetje toegeven.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is politiek?
A
Het maken van keuzes door de overheid
B
Het nemen van beslissingen door de overheid
C
Praten over maatschappelijke problemen
D
Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van directe democratie?
A
De overheid keurt de bouw van een ondergrondse tunnel af.
B
en groep mensen protesteert tegen de sloop van een wijk.
C
Een burgemeester verbiedt een groot feest in zijn stad.
D
De bevolking stemt voor het plan om de plezierjacht op dieren te verbieden

Slide 18 - Quizvraag

Een referendum is directe democratie.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een 'directe democratie'?
A
Het volk kiest volksvertegenwoordigers
B
Het volk betaalt direct belasting aan de regering
C
De burgers mogen allemaal stemmen over nieuwe wetten

Slide 20 - Quizvraag

Wat is passief kiesrecht?
A
Het recht om je verkiesbaar te stellen
B
Het recht om te mogen stemmen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is actief kiesrecht?
A
Het recht om je verkiesbaar te stellen
B
Het recht om te mogen stemmen

Slide 22 - Quizvraag