Pedagogiek lesweek 7.4

Pedagogiek
Hoofdstuk 4
 SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Pedagogiek
Hoofdstuk 4
 SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN

Slide 1 - Tekstslide

Stelling

De letters SMART staan voor Specifiek, Meetbaar, Actie, Realistisch en Tijdgebonden.

Slide 2 - Tekstslide

Stelling

Broddelen ontstaat vaak na een ongeluk waarbij de hersenen zijn beschadigd.

Slide 3 - Tekstslide

Stelling

Voor iemand, met dyslexie, is het niet prettig als je alles heel vaak herhaalt.

Slide 4 - Tekstslide

Stelling
Nu jullie...

Bedenk in tweetallen een stelling die je zo voor de klas stelt. De stelling gaat over de vorige les.

Slide 5 - Tekstslide

Schrijfontwikkeling

Slide 6 - Tekstslide

Periode 7
Week 1
4.1 Onderwijsbehoeften in kaart brengen
Week 2
4.2 Specifieke onderwijsbehoefte: Taal en spraak
Week 3
4.3 Specifieke onderwijsbehoefte: Lezen, spellen, schrijven
Week 4
4.4 Specifieke onderwijsbehoefte: Rekenen
Week 5
4.5 Overige specifieke onderwijsbehoeften (DCD)
Week 6
4.5 Overige specifieke onderwijsbehoeften (NLD)
Week 7
4.5 Overige specifieke onderwijsbehoeften (hoogbegaafdheid) 
Week 8/9
Herhaling, presentaties, kennistoets 

Slide 7 - Tekstslide

Lesweek 7.4
Lesdoelen:

  • Weet hoe er verschillend wordt gedacht over de term dyscalculie
  • Weet op welke rekenterreinen dyscalculie betrekking kan hebben
  • Weet welke pedagogische en didactische ondersteuningsbehoefte een leerling met dyscalculie kan hebben 




Slide 8 - Tekstslide

Dyscalculie

Wat is dit?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Dyscalculie
- Automatiseringsstoornis (zoals dyslexie)

- Verzamelnaam voor verschillende rekenstoornissen

Slide 11 - Tekstslide

4 soorten

Slide 12 - Tekstslide

Pitch
Verdeel de klas in vier groepen en bereid een pitch voor met daarin;

- Leg uit wat de kenmerken zijn van deze vorm
- Laat voorbeelden zien van waar de moeilijkheid zit
- Onderwijsbehoeften

Slide 13 - Tekstslide

Casus Sabine
Sabine zit in groep 6 van de basisschool. Ze is twee maanden te vroeg geboren, met een laag geboortegewicht. Ze heeft ernstige rekenproblemen en lichte spellingproblemen. Het technisch lezen gaat vlot. Sabine heeft veel last van haar leerproblemen: ze heeft een negatief zelfbeeld en is nogal faalangstig.
Uit het didactisch onderzoek blijkt dat het technisch lezen weliswaar vlot gaat, maar dat ze bijzonder veel problemen heeft met het lezen van pseudo-woorden: ze leest 40% van de woorden fout. De spellingproblemen lijken mee te vallen. Eenvoudige sommetjes zijn niet geautomatiseerd: Sabine rekent 17-4 uit door terug te tellen. De aanpak van sommen tot honderd is wel systematisch. Omdat zelfs de meest eenvoudige sommetjes nog berekend moeten worden, belasten sommen die in veel deelstapjes opgesplitst worden haar geheugen heel zwaar. 67+17 wordt eerst 60+10=70, vervolgens doet ze 70+7=77 en dan 77+7=84.

Slide 14 - Tekstslide

Casus Silke
Silke zit in groep 7 van de basisschool. Ze heeft sinds groep 4 problemen met rekenen. Thuis is er veel geoefend met de tafels. Silke heeft veel last van haar rekenproblemen: ze wordt stiller en trekt zich terug. Uit het rekenonderzoek blijkt dat Silke eenvoudige optelsommetjes over het tiental heen al vaak fout maakt. Bij het aftrekken wordt duidelijk dat het getalinzicht onvoldoende is (3-0 = 0; 78-14 = 71). De tafels kent ze slecht, ondanks het vele oefenen. Het begrip van het delen is nog absoluut niet aanwezig (24:8 = 21).
Bij het berekenen van moeilijker sommen op papier wordt duidelijk dat Silke niet alleen vastloopt bij het hoofdrekenen, maar dat ze ook weinig houvast heeft. Het inzicht in de getallenlijn en in hoe je bewerkingen uitvoert, is onvoldoende. Kortom, er is sprake van een complex van factoren: problemen met hoofdrekenen, onvoldoende automatisering van eenvoudige sommetjes, een zwak getalinzicht en onvoldoende kijk op de bewerkingen.
Psychologisch onderzoek naar cognitieve vaardigheden geeft geen aanwijzingen voor problemen met het verbale geheugen: zowel het korte- als het lange termijngeheugen is voldoende. De algemene intelligentie is van laaggemiddeld niveau. Het ruimtelijk inzicht is onder het gemiddelde niveau en het redeneren met kwantiteitsbegrippen is zwak. 

Slide 15 - Tekstslide

Vragen
  1. Vat de casus samen in je eigen woorden.
  2. Waar heeft Sabine of Silke moeite mee?
  3. Onder welke soort dyscalculie vallen de problemen?
  4. Wat zijn de gevolgen van deze rekenproblemen?
  5. Wat kunnen de ouders doen om haar te helpen? Geef 2 voorbeelden.
  6. Bedenk 3 oefeningen voor de rekenproblemen. Deze oefeningen kunnen in het behandelplan komen. Beschrijf bij alle 3 de oefeningen ook hoe deze oefeningen Sabine/Silke kunnen helpen. En beschrijf ook duidelijk hoe de oefeningen gaan. 





Slide 16 - Tekstslide

Eindopdracht
  • Bronnen vermelden
  • Verantwoordingen concreet, met voorbeelden
  • Mag op alternatieve manier


Slide 17 - Tekstslide