Spelling week 2

Welkom Nederlands 
Spelling hoofdletters
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom Nederlands 
Spelling hoofdletters

Slide 1 - Tekstslide

Spelling hoofdletters
1. Je schrijft een hoofdletter aan het begin van een zin:
Hij eet een appel.


2. Je schrijft een hoofdletter bij namen en voorletters:
Anke Hermans, Jacqueline de Vries


3. Je schrijft een hoofdletter bij namen van organisaties, merken en producten:
Eerste Kamer, Schwartzkopf, Renault Megane

Slide 2 - Tekstslide

4. Je schrijft een hoofdletter bij aardrijkskundige namen (van landen, steden, rivieren, etc.) en bij volkeren, talen en dialecten:
Engeland, Rotterdam, de Maas, Turkse jongens, Duits, Limburgs



5. Je schrijft een hoofdletter bij historische gebeurtenissen en feestdagen:
de Tweede Wereldoorlog, Kerstmis, Moederdag



6. Je schrijft een hoofdletter bij heilige begrippen die bij een religie horen (de heiligen, heilige geschriften, etc.):
God, Allah, Koran, Bhagavad Gita

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdletters
A
Kerstmis
B
kerstmis

Slide 4 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
Pinksteren
B
pinksteren

Slide 5 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
Gucci
B
gucci

Slide 6 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
anwb
B
ANWB

Slide 7 - Quizvraag

echte franse kaas is in zuid-duitsland niet te krijgen.
A
2 hoofdletter
B
3 hoofdletters
C
4 hoofdletters
D
5 hoofdletters

Slide 8 - Quizvraag

beste jan de groot,

In bovenstaande zin moeten...
A
geen hoofdletters
B
1 hoofdletter
C
2 hoofdletters
D
3 hoofdletters

Slide 9 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
havo
B
HAVO

Slide 10 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
CAO
B
cao

Slide 11 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
PSV
B
psv

Slide 12 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
Offerfeest
B
offerfeest

Slide 13 - Quizvraag

Hoofdletters: goed of fout?
Zuid-Hollandse
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

Tijdens Kerst zitten wij altijd in Frankrijk in een vakantiehuis
A
Alle hoofdletters zijn correct
B
Niet alle hoofdletters zijn correct

Slide 15 - Quizvraag

HOOFDLETTERS - Juist of onjuist:
Mijn oom woont in Noord-Brabant.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Kloppen de hoofdletters in deze zin?

'S ochtends moet Tim vroeg opstaan.
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Zijn de hoofdletters juist geplaatst?

44 mensen rijden richting het Oosten van Holland.
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Waar staan de hoofdletters goed?
A
mevrouw Van Beek
B
mevrouw van beek
C
mevrouw van Beek

Slide 19 - Quizvraag

Hoofdletters:
Wat is fout getypt?
A
Italië
B
rivier
C
de Nijl
D
antwerpen

Slide 20 - Quizvraag

Welke klopt niet?
A
Artis
B
mevrouw Van Gelder-Beunemans
C
de Bijbel
D
het Woordenboek

Slide 21 - Quizvraag