Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Signaalwoorden Uitleg+quiz
Signaalwoorden
Meest voorkomende signaalwoorden en verbanden
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Signaalwoorden
Meest voorkomende signaalwoorden en verbanden
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s
Slide 2 - Tekstslide
Tegenstellend verband
Maar, daarentegen, doch, echter, terwijl.
Slide 3 - Tekstslide
Chronologisch verband
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.
Slide 4 - Tekstslide
Opsommend verband
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens
Slide 5 - Tekstslide
Vergelijkend verband
Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)
Slide 6 - Tekstslide
Oorzakelijk verband
Door, doordat, waardoor, te danken aan
Als iets buiten de menselijke wil ligt.
Wedstrijden werden afgelast doordat het zo stormde.
Slide 7 - Tekstslide
Redengevend argument
Want, omdat, daarom, vanwege, immers.
De reden hoeft niet per se tot de oorzaak te leiden.
Voor het proefwerk geschiedenis had ik een slecht cijfer, omdat ik er te weinig voor geleerd had.
Slide 8 - Tekstslide
Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van
Ik maak mijn ramen schoon door middel van een spons.
Slide 9 - Tekstslide
Uitleggend/ toelichtend verband
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals
Slide 10 - Tekstslide
Voorwaardelijk verband
Als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat
Slide 11 - Tekstslide
Samenvattend verband / concluderend verband
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat
Slide 12 - Tekstslide
Terwijl de politie onderzoek doet naar het ongeluk, worden de gewonden meegenomen naar het ziekenhuis.
Wat voor een signaalwoord is terwijl?
A
Chronologisch
B
Opsommend
C
Tegenstellend
D
Concluderdend
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het signaalwoord in de volgende zin:
Ik wil niet naar mijn oma, toch ga ik even kijken hoe het met haar gaat.
Slide 14 - Open vraag
In het slot staat dus vaak een conclusie.
Wat voor een signaalwoord is DUS?
A
Opsomming
B
Reden
C
Tegenstelling
D
Conclusie
Slide 15 - Quizvraag
Ik eet geen vlees, toch lijkt het mij wel heel lekker.
Wat voor een soort signaalwoord is TOCH?
A
Tegenstelling
B
Conclusie
C
Volgorde
D
Tijd
Slide 16 - Quizvraag
Mijn zusje vindt een pretpark niet leuk, omdat ze nergens in durft.
Wat voor een soort signaalwoord is OMDAT?
A
Conclusie
B
Redengevend
C
Oorzakelijk
D
Opsomming
Slide 17 - Quizvraag
Welk signaalwoord geeft geen volgorde aan?
A
Dan
B
Vervolgens
C
Ten slotte
D
Zoals
Slide 18 - Quizvraag
Welk signaalwoord geeft geen chronologie aan?
A
Voordat
B
Tijdens
C
Dus
D
Later
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de functie van het signaalwoord in de volgende zin:
Zijn ouders zijn dus op zoek naar een andere school.
Slide 20 - Open vraag
Ik hou van heel veel kleuren, zoals rood, roze, oranje, blauw, paars en nog veel meer.
Wat is de functie van het signaalwoord ZOALS?
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Uitleg
D
Volgorde
Slide 21 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Het beschrijvend verband
Maart 2021
- Les met
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
H3 Lezen - tekstverbanden en signaalwoorden (2)
December 2021
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Signaalwoorden Uitleg+quiz
18 dagen geleden
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Signaalwoorden Uitleg+quiz
December 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Signaalwoorden Uitleg+quiz
18 dagen geleden
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Signaalwoorden Uitleg+quiz
April 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Signaalwoorden Uitleg+quiz
Februari 2022
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4
Signaalwoorden Uitleg+quiz
Oktober 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4