- Maak een plattegrond van je eigen huis en benoem minimaal 12 objecten/ruimtes in het Frans.
- Objecten/ruimtes die je nog niet kent zoek je op in een woordenboek of vraag je.
- Heb je de plattegrond af dan ga je proberen ruimte te beschrijven, maak ongeveer 10 zinnen.
Bijvoorbeeld. De lamp staat naast de bank > La lampe est à côté de la canapé.