Kies 2 Thema 3 Politiek

Les 1 Democratie
In deze les leer je:
- wat met politiek wordt bedoeld;
- dat je in Nederland inspraak kunt hebben;
- wat een democratie is. 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Les 1 Democratie
In deze les leer je:
- wat met politiek wordt bedoeld;
- dat je in Nederland inspraak kunt hebben;
- wat een democratie is. 

Slide 1 - Tekstslide

                               1
We organiseren een buurtsportdag. In de wijk zijn verschillende locaties waar een sportieve activiteit te doen is. Studenten bedenken, regelen en begeleiden de activiteiten of doen eraan mee.
                                   2
We organiseren op school een bijeenkomst voor mensen uit de buurt. Er worden presentaties gehouden, video's getoond en folders uitgedeeld over onderwerpen die met gezondheid te maken hebben. Als student help je met de organisatie, verzorg je een presentatie, video of folder, of bezoek je presentaties

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Politiek
In Nederland moeten allerlei problemen worden opgelost.

Politiek: het maken van keuzes om problemen in een land op te lossen.



Slide 4 - Tekstslide

Democratie
Inspraak: je mag meepraten over politieke keuzes.
 Nederland is een democratie.
Democratie: een land waar iedereen inspraak heeft.

Slide 5 - Tekstslide

Democratie
Moet een vliegveld worden uitgebreid? moeten er windmolens worden gebouwd? Als inwoner van Nederland kun je invloed uitoefenen op dit soort beslissingen. Nederland is namelijk een democratie. Een democratie is een land waarin de inwoners invloed hebben op de keuzes die over het land worden gemaakt.  

Slide 6 - Tekstslide

Invloed
Je kunt op verschillende manieren invloed uitoefenen op beslissingen:
Door verkiezingen; je kunt stemmen.
Als je wil dat iets verandert in de samenleving kun je actievoeren bijvoorbeeld door te demonstreren.

Slide 7 - Tekstslide

Welke problemen zie je hier?

Slide 8 - Tekstslide

Bedenk een oplossing voor dit probleem.

Slide 9 - Open vraag

Bedenk een oplossing voor dit probleem.

Slide 10 - Open vraag

democratie VS dictatuur
Noem 3 verschillen
https://schooltv.nl/video/democratie-en-dictatuur-het-volk-versus-een-alleenheerser/#q=democratie

Slide 11 - Tekstslide

DEMOCRATIE
INSPRAAK
POLITIEK
Mee mogen praten over politieke keuzes.
Een land waar iedereen inspraak heeft.
Het maken van keuzes om problemen in een land op te lossen.

Slide 12 - Sleepvraag

Welke politieke partijen ken jij?

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Video

verkiezingscampange
campagne = reclame 
doel van een verkiezingscampagne is zoveel mogelijk stemmen krijgen tijdens de verkiezingen.

Slide 15 - Tekstslide

Door wie worden de leden van de Tweede Kamer gekozen?
A
Alle 17miljoen mensen in Nederland
B
Iedereen die 18 jaar is en mag stemmen
C
De koning
D
Ze kiezen zelf

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel leden (mensen) zitten er in de Tweede Kamer?
A
50
B
75
C
150
D
175

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

LEZEN
wie lees de tekst op blz. 113 voor?

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht maken
We maken SAMEN opdracht 1 a t/m e

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

LEZEN
wie lees de tekst op blz. 115 voor?

Slide 22 - Tekstslide

Welke zin(nen) past bij de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap?
lees mij
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap houdt zich bezig met scholen en museums.
A
Veel jongeren zonder werk
B
Pesten groot probleem op middelbare scholen
C
Openbaar vervoer steeds duurder
D
Steeds meer jongeren verlaten school zonder diploma

Slide 23 - Quizvraag

Welke zin(nen) past bij de minister van Infrastructuur en Milieu?
lees mij
De minister van Infrastructuur en Milieu houdt zich bezig met wegen, openbaar vervoer en natuurgebieden.
A
Veel jongeren zonder werk
B
Aantal inbraken gestegen
C
Openbaar vervoer steeds duurder
D
Aantal verkeersdoden toegenomen

Slide 24 - Quizvraag

Welke zin(nen) past bij de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
lees mij
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid houdt zich bezig met werk en armoede.
A
Veel jongeren zonder werk
B
Aantal inbraken gestegen
C
1 op de 5 jongeren heeft een schuld
D
Grote rellen na voetbalwedstrijd

Slide 25 - Quizvraag

Welke zin(nen) past bij de minister van Veiligheid en Justitie?
lees mij
De minister van Veiligheid en Justitie houdt zich bezig met de politie en criminaliteit.
A
Aantal inbraken gestegen
B
Openbaar vervoer steeds duurder
C
Veel jongeren zonder werk
D
Grote rellen na voetbalwedstrijd

Slide 26 - Quizvraag

LEZEN
wie lees de tekst op blz. 117 voor?

Slide 27 - Tekstslide

De minister van Onderwijs heeft het plan om smartphones te verbieden op school. Noem een VOORDEEL:

Slide 28 - Open vraag

De minister van Onderwijs heeft het plan om smartphones te verbieden op school. Noem een NADEEL:

Slide 29 - Open vraag

We gaan een debat voeren, iedereen krijgt een rol.
Lees de instructie op blz. 118

Slide 30 - Tekstslide

Herhalen van thema 4
We gaan alles bespreken, zodat je alles weet voor de toets
TOETS = maandag 7 juni '21

Slide 31 - Tekstslide

Wat is actievoeren?
A
Stemmen tijdens de verkiezingen
B
Mee mogen praten over politieke keuzes
C
Iets doen om proberen een doel te bereiken
D
Plannen maken om problemen in een land op te lossen

Slide 32 - Quizvraag

Hoe kun je actievoeren?

Slide 33 - Open vraag

Maak de zin af.
Als je in een democratie leeft heb je ...
A
de Tweede Kamer
B
een verkiezingscampagne
C
politiek
D
inspraak

Slide 34 - Quizvraag

Wat doen de mensen op de foto?

Slide 35 - Open vraag

Juist of onjuist?
In de Tweede Kamer zitten 150 mensen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Hoe noem je een groep mensen die het land bestuurt?
A
De regering
B
De Tweede Kamer
C
De politiek
D
De politieke partij

Slide 37 - Quizvraag

Welke zin is juist?
A
Tijdens de verkiezingen kies je de regering
B
Als je 18 jaar bent mag je stemmen
C
Alle Nederlanders mogen stemmen tijdens de verkiezingen
D
In Nederland beslist de koning.

Slide 38 - Quizvraag

Waarvoor is er een verkiezingscampagne?

Slide 39 - Open vraag

Maken opdrachten
Maak de opdrachten aan het einde van het thema
(extra oefening voor de toets)

Slide 40 - Tekstslide