Onderdeel 5, deel 4: Bijvoeglijk naamwoord (cursus 5 par. 5 NN editie 7 kgt)

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Cursus 5 paragraaf 5: Bijvoeglijke naamwoord

  • Herhalen lidwoord en zelfstandig naamwoord
  • Theorie bijvoeglijk naamwoord 
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

  • kun je de bijvoeglijke naamwoorden in een zin benoemen

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de zelfstandige naamwoorden in de volgende zin:

Ik ben met mijn vriendin naar een romantische film geweest.

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn de zelfstandige naamwoorden in de volgende zin:

Huntelaar baalt van zijn gemiste strafschop.

Slide 5 - Open vraag

Wat zijn de zelfstandige naamwoorden in de volgende zin:

De internetsnelheid wordt verhoogd als je dit abonnement koopt.

Slide 6 - Open vraag

Wat zijn de zelfstandige naamwoorden in de volgende zin:

De beautytrend van dit voorjaar is roze.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Vul het juiste lidwoord in:
.............. vriendin

Slide 9 - Open vraag

Vul het juiste lidwoord in:
.............. abonnement

Slide 10 - Open vraag

Vul het juiste lidwoord in:
.............. nieuws

Slide 11 - Open vraag

Vul het juiste lidwoord in:
.............. weg

Slide 12 - Open vraag

Vul het juiste lidwoord in:
.............. winkel

Slide 13 - Open vraag

Vul het juiste lidwoord in:
.............. glas

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Madelon maakt een mooie tekening. 

Slide 17 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
De kapitein loopt over de stevige brug. 

Slide 18 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Hij is zijn zwarte telefoon kwijt.
 

Slide 19 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
De paarden in de wei zijn prachtig.

Slide 20 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Hij laat graag zijn stoere fiets zien.  

Slide 21 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
De grote knikkers rollen.

Slide 22 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
De politie grijpt de snelle dief.

Slide 23 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Die lamp is kapot.

Slide 24 - Open vraag

Zelfstandig aan het werk 
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig de opdrachten: 
Editie 7, cursus 5, paragraaf 5 óf boek blz 206 en 207
Je mag overleggen.

Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je werkt hier de rest van de les aan
Klaar? Meld je bij de docent.
Docent kijkt welke opgaven eventueel nog opnieuw gemaakt kunnen worden. 
Daarna ga je lezen in je leesboek!

Slide 25 - Tekstslide

Lesdoelen
Nu:

  • kun je de bijvoeglijke naamwoorden in een zin benoemen √

Slide 26 - Tekstslide