5.4 Als je zonder werk zit

H5 Is er werk voor jou?
Paragraaf 5.4 Als je zonder werk zit
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5 Is er werk voor jou?
Paragraaf 5.4 Als je zonder werk zit

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de definitie van arbeidsmarkt?
A
De vraag naar en aanbod van arbeid
B
De prijs voor arbeid
C
De werkgevers
D
De beroepsbevolking

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de definitie van werkgelegenheid?
A
Werkenden en werkzoekenden
B
De vraag naar arbeid
C
Alle banen die er zijn
D
Arbeidskrachten nodig hebben

Slide 4 - Quizvraag

Hoe wordt de werkgelegenheid uitgedrukt?
A
In arbeidsjaren
B
In persoonlijke arbeid
C
In voltijdbanen
D
In werkkrachten

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het doel van de algemene wet gelijke behandeling?
A
Het beschermen van werkgevers tegen onterechte claims
B
Het stimuleren van concurrentie tussen werknemers
C
Het bevorderen van gelijke kansen en het voorkomen van discriminatie
D
Het beperken van individuele vrijheid

Slide 6 - Quizvraag

Wat is arbeidsparticipatie?
A
Een maatstaf voor economische groei.
B
Het percentage van de bevolking dat niet werkt.
C
Een term voor werkloosheid.
D
Het percentage van de bevolking dat werkt of wil werken.

Slide 7 - Quizvraag

Begrippen paragraaf 5.3
  • Arbeidsmarkt
  • Arbeidsparticipatie
  • Algemene wet gelijke behandeling
  • Beroepsbevolking
  • Flexibele baan
  • Werkgelegenheid

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen 5.4
  • Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn als je werkloos wordt.
  • Je kunt uitleggen wat het UWV voor je kan doen als je werkloos bent.
  • Je kunt uitleggen wat conjuncturele werkloosheid is.
  • Je kunt uitleggen wat structurele werkloosheid is.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen frictiewerkloosheid, seizoenwerkloosheid en regionale werkloosheid.

Slide 9 - Tekstslide

Werkloos
Als je graag wilt werken, maar er is geen werk voor je, dan ben je werkloos
Je wordt meegeteld als werkloze als je:
  • Tussen de 15 jaar en de pensioenleeftijd bent
  • Geen baan hebt
  • Actief op zoek bent naar werk

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een vereiste om als werkloze te worden meegeteld?
A
Alleen een baan zoeken
B
Geen baan hebben
C
Boven de pensioenleeftijd zijn
D
Een baan hebben

Slide 11 - Quizvraag

UWV
  • Om een werkloosheidsuitkering te krijgen, moet je je als werkzoekende inschrijven bij het UWV.
  • Deze overheidsinstelling kijkt of je recht hebt op een WW-uitkering. 
  • Het UWV helpt je ook met het vinden van een nieuwe baan.

Slide 12 - Tekstslide

Wie kijkt of je recht hebt op een WW-uitkering?
A
Het UWV
B
De Belastingdienst
C
Je werkgever
D
Een vakbond

Slide 13 - Quizvraag

Conjuncturele werkloosheid
  • Werkloosheid die het gevolg is van minder vraag naar goederen en diensten door afnemende bestedingen, noem je conjuncturele werkloosheid.
  • De overheid kan deze werkloosheid bestrijden door de vraag naar producten te stimuleren.
  • Ook kan de overheid gaan investeren in bijvoorbeeld de infrastructuur.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is conjuncturele werkloosheid?
A
Werkloosheid door afnemende bestedingen
B
Werkloosheid door arbeidsconflicten
C
Werkloosheid door technologische ontwikkelingen
D
Werkloosheid door gebrek aan gekwalificeerd personeel

Slide 15 - Quizvraag

Structurele werkloosheid
Problemen aan de aanbodzijde van de economie kunnen structurele werkloosheid veroorzaken.
Dit kan komen door oa de volgende problemen:
  • Producten worden niet meer gebruikt
  • Technologische ontwikkelingen
  • Productie wordt verplaatst

Slide 16 - Tekstslide

Wat kan structurele werkloosheid veroorzaken?
A
Problemen aan de vraagzijde van de economie
B
Problemen aan de aanbodzijde van de economie
C
Politieke instabiliteit
D
Natuurrampen

Slide 17 - Quizvraag

Soorten werkloosheid
Werkloosheid kun je ook op de volgende soorten indelen:
  • Frictiewerkloosheid als je na studie of ontslag tijd nodig hebt om een nieuwe baan te vinden.
  • Seizoenwerkloosheid Ontstaat als werkzaamheden alleen in een bepaalde deel van het jaar verricht kunnen worden.
  • Regionale werkloosheid komt voor in gebieden waar meer werkloosheid is dan gemiddeld in het land.

Slide 18 - Tekstslide

Wat is frictiewerkloosheid?
A
Werkloosheid na studie of ontslag, tijd nodig om nieuwe baan te vinden
B
Werkloosheid door seizoenswerk
C
Werkloosheid in bepaalde regio's
D
Werkloosheid na pensionering

Slide 19 - Quizvraag

Je kunt nu
  • Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn als je werkloos wordt.
  • Je kunt uitleggen wat het UWV voor je kan doen als je werkloos bent.
  • Je kunt uitleggen wat conjuncturele werkloosheid is.
  • Je kunt uitleggen wat structurele werkloosheid is.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen frictiewerkloosheid, seizoenwerkloosheid en regionale werkloosheid.

Slide 20 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 5.4
  • Conjuncturele werkloosheid
  • Frictiewerkloosheid
  • Regionale werkloosheid
  • Seizoenwerkloosheid
  • Structurele werkloosheid
  • UWV
  • Werkloosheid

Slide 21 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 5.4: 3, 4, 5, 6, 7, 9, 12 en 13
Maken Rekenopdrachten: -
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 5.4
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 5.4

 

timer
25:00

Slide 22 - Tekstslide