H1 Soorten dieren

H1 Soorten dieren
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H1 Soorten dieren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt noemen welke 4 rijken er zijn en organismen op grond van hun celkenmerken bij het juiste rijk indelen.
  • Je kunt de 8 hoofdafdelingen van het dierenrijk noemen en dieren bij de juiste hoofdgroep indelen.
  • Je kunt de 5 klassen van de gewervelde dieren en hun 4 kenmerken en hun leefomgeving noemen en 4 voorbeelden geven van dieren die er bij horen.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de kenmerken waarmee je organismen indeelt toepassen bij een dier.
  • Je kunt uitleggen hoe het indelingssysteem van organismen in elkaar zit.
  • Je kunt bodemdiertjes bij de juiste hoofdafdeling indelen.

Slide 3 - Tekstslide

Lesopbouw
Stap 1
Neem je Ibook H1 soorten dieren van het Ibook Dieren goed door en maak de online vragen.

Stap 2
Neem deze lessonUp door en maak de vragen die hierin staan.

Slide 4 - Tekstslide

Linnaeus (1707- 1778)

Slide 5 - Tekstslide

De groepen van groot naar klein
  1. Rijken (4 totaal)
  2. Hoofdafdelingen 
  3. Klassen
  4. Orden
  5. Families
  6. Geslachten
  7. Soorten

Slide 6 - Tekstslide

De vier rijken
In de biologie delen we alles wat leeft (organismen) in in vier groepen:

Bacteriën
Schimmels
Planten
Dieren

We kijken hierbij naar hun cellen.

Slide 7 - Tekstslide

Cellen
Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.
Alles wat leeft bestaat uit cellen.
Cellen zijn heel erg klein en kunnen we alleen met de microscoop zien 

De drie celkenmerken waar we naar kijken bij het indelen van organismen zijn: celwand, celkern en bladgroenkorrels. 

Slide 8 - Tekstslide

Cel-onderdelen
Celwand
Een celwand is een stevig laagje om een cel. 
 
Celkern
Een celkern is vaak met een microscoop te zien als een donker vlekje in een cel. Hierin zit het DNA.

Bladgroenkorrels
Bladgroenkorrels komen voor in de bladeren van planten. Bladgroenkorrels maken energie.

Slide 9 - Tekstslide

Bacteriën
Bacteriën hebben als enige geen celkern.

Bacteriën bestaan uit een enkele cel.

 

Slide 10 - Tekstslide

Bacteriën
Celwand
Eencellig 

Slide 11 - Tekstslide

Schimmels
Schimmels hebben een celwand, celkern en vacuole.

Voorbeelden van schimmels zijn paddestoelen, of de vieze plekjes op bedorven voedsel.

Slide 12 - Tekstslide

Schimmels
Celwand
Celkern

Slide 13 - Tekstslide

Planten
Planten hebben als enige bladgroenkorrels.

Ook hebben planten nog een celwand en celkern.

Slide 14 - Tekstslide

Planten
Bladgroenkorrel
Celkern
Celwand

Slide 15 - Tekstslide

Dieren
Dierencellen hebben geen celwand, wel een celkern en een celmembraan.


Slide 16 - Tekstslide

Dieren
Celkern

Slide 17 - Tekstslide

1. Hoeveel rijken zijn er?
A
3
B
4
C
5
D
10

Slide 18 - Quizvraag

2. Bacteriën bestaan uit meerdere cellen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

3. Wat is de functie van de bladgroenkorrels?
A
Ze zorgen voor stevigheid
B
Ze maken energie
C
Ze bewaren DNA
D
Er kan water in.

Slide 20 - Quizvraag

4. Een dierlijke cel heeft een celkern.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

5. Welke groep heeft geen celwand?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Planten
D
Dieren

Slide 22 - Quizvraag

6. Biologen delen mensen in bij het rijk van de ...
A
bacteriën
B
schimmels
C
planten
D
dieren

Slide 23 - Quizvraag

7. Welke groep heeft als enige bladgroenkorrels?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Planten
D
Dieren

Slide 24 - Quizvraag

Maak de tabel compleet
Neem de tabel over op papier en geef met een + of - aan of de cellen van de verschillende rijken een celwand, celkern of bladgroenkorrels hebben.

Slide 25 - Tekstslide

Symmetrie en skelet

Slide 26 - Tekstslide

Symmetrie

Slide 27 - Tekstslide

8. Deze eencellige is...
A
Veelzijdig symmetrisch
B
Enkelvoudig symmetrisch
C
Niet-symmetrisch

Slide 28 - Quizvraag

9. En deze eencellige is...
A
Veelzijdig symmetrisch
B
Enkelvoudig symmetrisch
C
Niet-symmetrisch

Slide 29 - Quizvraag

10. Een slak is...
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Meerzijdig symmetrisch
C
Niet-symmetrisch
D
Weet ik niet

Slide 30 - Quizvraag

Uitwendig skelet
Inwendig skelet

Slide 31 - Tekstslide


11. Het lieveheersbeestje heeft...
A
een inwendig skelet
B
een uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 32 - Quizvraag


12. De kwal heeft...
A
een inwendig skelet
B
een uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 33 - Quizvraag


13. Deze hond heeft... 
A
een inwendig skelet
B
een uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 34 - Quizvraag

Hoofdafdelingen of stammen
eencelligen
sponzen
holtedieren
stekelhuidigen
gewervelde dieren
geleedpotigen
wormen (plat-, rond- en ringwormen)
weekdieren

Slide 35 - Tekstslide

Hoofdafdelingen dierenrijk 
Ga voor meer informatie naar:

Slide 36 - Tekstslide

Gewervelden

Slide 37 - Tekstslide

Gewervelden

Slide 38 - Tekstslide

Indeling gewervelden
Bij het indelen van de gewervelde dieren letten we op vijf kenmerken:
  • De huidbedekking
  • De lichaamstemperatuur
  • De ademhalingsorganen (manier van ademen)
  • De manier van voortplanten
  • Het milieu / leefomgeving

Slide 39 - Tekstslide

De huid
De huid van een dier kan bedenkt zijn met schubben, haren, slijm of veren.

Slide 40 - Tekstslide

Lichaams-temperatuur

Een dier kan 
warmbloedig of koudbloedig zijn.

Slide 41 - Tekstslide

De ademhalingsorganen
Een dier kan ademhalen met de huid, met longen of met kieuwen.

Slide 42 - Tekstslide

De klassen van gewervelden
  1. Zoogdieren
  2. Vogels
  3. Reptielen
  4. Amfibieen
  5. Vissen

Slide 43 - Tekstslide

Welke stammen van het dierenrijk ken je?
A
gewervelden, neteldieren, wormen, weekdieren, stekelhuidigen, geleedpotigen, holtedieren , sponzen
B
gewervelden, neteldieren, wormen, weekdieren, stekelhuidigen, sponzen
C
gewervelden, neteldieren, wormen, weekdieren, geleedpotigen, stekeldieren
D
gewervelden, neteldieren, weekdieren, stekelhuidigen, geleedpotigen, sponzen, platwormen

Slide 44 - Quizvraag

Konijnen behoren tot rijk ..
A
Gewervelden
B
Dieren
C
Zoogdieren
D
Konijnen

Slide 45 - Quizvraag

De gewervelden worden opgedeeld in...
A
klassen
B
orden
C
rijken
D
families

Slide 46 - Quizvraag

Tot welke groep van de gewervelden behoort de dolfijn?
A
Amfibieën
B
Vissen
C
Zoogdieren

Slide 47 - Quizvraag

Tot welke groep van de gewervelden behoort een ringslang?
A
reptielen
B
amfibieën
C
zoogdieren
D
vogels

Slide 48 - Quizvraag

Welke van onderstaande gewervelden zijn warmbloedig?
Meerdere antwoorden mogelijk.
A
vogels
B
vissen
C
zoogdieren
D
reptielen

Slide 49 - Quizvraag

Evaluatie Leerdoelen
  • Je kunt noemen welke 4 rijken er zijn en organismen op grond van hun celkenmerken bij het juiste rijk indelen.
  • Je kunt de 8 hoofdafdelingen van het dierenrijk noemen en dieren bij de juiste hoofdgroep indelen.
  • Je kunt de 5 klassen van de gewervelde dieren en hun 4 kenmerken en hun leefomgeving noemen en 4 voorbeelden geven van dieren die er bij horen.

Slide 50 - Tekstslide

Evaluatie Leerdoelen
  • Je kunt de kenmerken waarmee je organismen indeelt toepassen bij een dier.
  • Je kunt uitleggen hoe het indelingssysteem van organismen in elkaar zit.
  • Je kunt bodemdiertjes en zeedieren bij de juiste hoofdafdeling indelen.

Slide 51 - Tekstslide

Antwoord
Pak je aantekning er nog eens bij en controleer hier je antwoord. 

Slide 52 - Tekstslide