Ridderepiek: Walewein_ID

De Arthurroman: Walewein
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

De Arthurroman: Walewein

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Welke elementen uit de Arthurroman zie je in dit fragment?

Slide 3 - Woordweb

Kennen jullie ook moderne verhalen met die elementen?

Slide 4 - Woordweb

Welk belangrijk element van de Arthurroman zag je niet terug in het fragment?

Slide 5 - Woordweb

Koning Arthur
  • Mythische figuur uit de Keltische legenden
  • 6de eeuw
  • Werd koning toen hij het zwaard Excalibur uit een rots kon trekken
  • Kreeg hulp van Merlijn de tovenaar en de ridders van de Ronde Tafel: Lancelot, Perceval, Walewein
  • Woont in Camelot
  • Trekt op queeste om problemen op te lossen
  • Getrouwd met Guinevere, die hem uiteindelijk zal bedriegen met Lancelot en verraden


Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen Walewein

  • Kenmerken van de Arthurroman toepassen
  • De functies van de proloog linken aan de historische context
  • De structuur van het verhaal analyseren
  • De afwijkende rol van hoofsheid toelichten

Slide 7 - Tekstslide

De Roman van Walewein
  • Arthurroman: queeste
  • Penninc en Vostaert
  • Rond 1260
  • Belangrijke en afwijkende rol van 'hoofsheid' 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

In welke taal staat de proloog?
A
Oudnederlands
B
Middelnederlands
C
Nieuwnederlands

Slide 11 - Quizvraag

Vanden coninc Arture 
Es bleven menighe avonture 
Die nemmer mee ne wert bescreven.
Consticse wel in twalsche vinden 
Ic soudse jou in dietsche ontbinden: 
Soe es utermaten scone!
Dies bat Penninc diene maecte 
Ende menighen nacht daer omme waecte
Eer hijt vant in zijn ghedochte
Dat hi den boec ten ende brochte
De tekst is oorspronkelijk in het Middelnederlands opgeschreven. Het is geen plagiaat van een Franse bron! (vraag c)
De verhalen over koning Arthur zijn allemaal mondeling doorgegeven. (vraag a)
De auteur wordt vernoemd en dat is heel uitzonderlijk voor de middeleeuwen! Hij zegt dat hij veel nachten is wakker gebleven om dit verhaal te kunnen vertellen. (e)

Slide 12 - Sleepvraag

Wat is géén functie van de proloog?
A
Reclame maken voor de tekst
B
Het publiek tot stilte aanmanen
C
Aankondigen waarover het gaat
D
Het verhaal kort schetsen

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Wie is 'ic'? Wie is 'jou'? 'Nu heb ik een mooi verhaal gemaakt. Kon ik het in het Frans vinden, ik zou het voor jou in het Diets vertalen.' 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Hoe wordt het onmiddellijk duidelijk dat het om fictie gaat? 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

En verder...

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide