H1.7 grammatica (les 1 )

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Welkom!

Ga zitten volgens de plattegrond.

Leg alvast klaar:

• je iPad (dicht)
• je leerwerkboek en pen

Planning

• Herhalen pv, o en zinsdeelstrepen
• Uitleg samengestelde zin
• Opdrachten maken
• Afsluiten van de les

1.7 grammatica

Na deze paragraaf:

• weet je wat een samengestelde zin is;
• weet je het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin;
• kun je voegwoorden gebruiken.

Weet je het nog?

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

• persoonsvorm is altijd een werkwoord
• kun je van tijd veranderen tt < -> vt

Weet je het nog?

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

1. wie  of wat + gezegde
2. persoonsvorm en onderwerp zijn 'getrouwd'

• verandert de persoonsvorm van enkelvoud naar meervoud dan gaat het onderwerp mee

Weet je het nog?

Hoe zet je zinsdeelstrepen in een zin?

1. Onderstreep de persoonsvorm (pv) en zet strepen.
2. Alles voor de pv is één zinsdeel.

Even oefenen

Wanneer zoek jij een passend baantje?

Hij geeft geen zakgeld.

De poes miauwt, omdat ze honger heeft.

• Miauwt de poes, omdat ze honger heeft?

Samengestelde zin (p.70)

Heeft twee of meer persoonsvormen.

De poes miauwt.

Ze heeft honger.

• De poes miauwt, want ze heeft honger.

Samengestelde zin (p.70)

De  poes  miauwt,  want  ze heeft  honger.

• De poes miauwt, || want ze heeft honger.
• De poes | miauwt, || want | ze | heeft | honger.
• want haar bakje is leeg
• en nu gaat ze op muizenjacht.

Opdracht 5 maken p. 72

We doen er 1 samen.

Daarna kun je kiezen

of je gaat zelf aan de slag

of je doet klassikaal mee.

Huiswerk van 1.7

Maak opdracht 4 (hiermee herhaal je de uitleg)

Maak opdracht 5 af

Leer theorie p. 70 en 72.

Afsluiting

• Huiswerk volgende les staat in Magister.
• We gaan verder met paragraaf 1.7 onderdeel Grammatica.