H4 Lezen - feiten, meningen en argumenten - H4 Woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Nederlands - 2hb

H4 Lezen

H4 Woordenschat

doelen Lezen H4

Je kunt:

- feiten, meningen en argumenten herkennen en begrijpen.

- onderscheid maken tussen standpunten en argumenten

- tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden

Feit	Mening	Argument
Een feit is iets dat je kunt controleren	Een mening of standpunt is wat iemand van iets vindt.	Als een schrijver vertelt waarom hij iets vindt, gebruikt hij een of meer argumenten.
1 meter is 100 centimeter.	PSV is de beste voetbalclub.	Het is leuk om mijn vrienden te ontmoeten, want we hebben altijd veel lol.

Argument

Een feitelijk argument (het is waar of het is niet waar) kun je controleren.

Een niet-feitelijk argument (=een mening) kun je niet controleren.

Feit, mening of argument?
Zonder mondkapje mag je niet reizen in het openbaar vervoer.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

Deze les kun je thuis online volgen.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

La La Land is een fantastische film, de film kreeg immers wel zes Oscars.

Het tweede deel van deze zin is een:

1. Feit
2. Mening
3. Argument

La La Land is een fantastische film, de film kreeg immers wel zes Oscars.

Het eerste deel van deze zin is een:

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Ik begrijp het verschil tussen een feit, een mening en een argument

1. Ja
2. Nee
3. Een beetje

zelfstandig werken

Maken:       Lezen H4 opdracht 1  

Ben je klaar? Werk dan door aan opdracht 2.

H4 Woordenschat

Maak de startopdracht

De gebruikte uitdrukkingen

• van top tot teen
  
• boe noch bah 
• dubbel en dwars 
• raad en daad 
• heg noch steg 
• in geuren en kleuren

Welke uitdrukking kende je nog niet?

van top tot teen

boe noch bah

dubbel en dwars

raad en daad

heg noch steg

in geuren en kleuren

H4 Woordenschat

Leerdoel van deze les: 

- Aan het einde van de les weten jullie wat rijmende uitdrukkingen zijn en kunnen jullie hiervan voorbeelden noemen.

- Aan het einde van de les weten jullie het verschil tussen beginrijm (alliteratie) en eindrijm.

Wat is een rijmende uitdrukking?

Een uitdrukking is een combinatie van woorden die samen een eigen, soms figuurlijke, betekenis hebben.

Een rijmende uitdrukking is een uitdrukking met rijmende woorden.

Bijvoorbeeld:

kant en klaar (beginrijm)

stank voor dank (eindrijm)

Rijmende uitdrukkingen

Beginrijm of alliteratie                                 Eindrijm

kant-en-klaar                                                   aardje naar zijn vaartje

door dik en dun                                               Jan en alleman

willens en wetens                                          stank voor dank

lief en leed                                                         tegen heug en meug

met man en macht                                        met hand en tand 

In de uitdrukkingen met beginrijm (alliteratie) starten de woorden met dezelfde letter(s) en bij de uitdrukkingen met eindrijm rijmt juist het laatste deel van het woord.

Beginrijm

Eindrijm

Als een kip zonder kop

De tering naar de nering zetten

Door dik en dun gaan

In rep en roer

Steen en been klagen

Tegen heug en meug

Te kust en te keur

Vlees nog vis zijn

Voor dag en dauw

Zich met  hand en tand verzetten

Werk aan de winkel

Wijd en zijd zijn

Aan de slag

H4 Woordenschat - opdracht 1

H4 Lezen - opdracht 1 en 2

Hoe ging de les?

😒🙁😐🙂😃

Toets 3 februari

Grammatica:   H 1 t/m 3

- voorzetselvoorwerp 

- persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord 

- naamwoordelijk gezegde 

- koppel- of hulpwerkwoord 

- gezegde: ww of nw? 

- werkwoorden: zww, kww, hww

Op Schiphol worden sommige reizigers van top tot ______ gefouilleerd.

Mijn kleine neefje zei boe noch _____ toen hem gevraagd werd hoe hij heette.

De jongen die de kleuter uit de vijver redde, heeft zijn lintje dubbel en _______ verdiend.

Gelukkig heeft onze buurvrouw ons met raad en ________ bijgestaan na de brand.

De nieuwe buren wisten de eerste weken heg noch ______ in onze stad

Britt heeft ons in geuren en ________ verteld hoe haar eerste afspraakje met Joric verliep.