In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Aujourd'hui,
c'est le...
Slide 1 - Tekstslide
Traduis les questions...
Comment vas-tu?
1
Tu as passé de bonnes vacances?
2
Avec qui?
4
Il a fait beau?
6
Tu as été où?
3
Tu as été quand?
5
Il a fait mauvais?
7
Slide 2 - Tekstslide
Today's planning:
Programme d'aujourd'hui
Correction les devoirs: exercice 16ade, 17bce & 19a (page 32 dans le livre)
Schrijfvaardigheid (einde van de les ingeleverd)
Extra opdrachten Learnbeat: 2.2 A/B/C
Vendredi SO ABCD
Slide 3 - Tekstslide
Les vacances (page 52)
Je moet in het Frans kunnen vragen/vertellen:
Of je een leuke vakantie hebt gehad.
Wanneer: welk (seizoen) je op vakantie bent geweest Tu as été quand? - J'ai été en automne / en été (woorden F)
Waar: welk land je hebt bezocht
Met wie: familie, vrienden, etc.?
Hoe het weer was.
Wat: welke activiteiten heb je gedaan?
Hoe: met welk voertuig?
Slide 4 - Tekstslide
Moyen de transport
Vervoersmiddelen
Slide 5 - Tekstslide
en voiture
à pied
en train
à velo
en bus
Slide 6 - Sleepvraag
Hoe gebruik je het?
Ik ga met de bus
Ik ga met de auto
Ik ga te voet Ik ga op de fiets
Ik ga op de moto
Slide 7 - Tekstslide
Ik ga metde bus.
Je vais en bus.
Ik ga op de fiets.
Je vais à vélo.
Slide 8 - Tekstslide
Passé composé
Passé composé met avoir
Slide 9 - Tekstslide
De passé composé gebruik ik om ...
A
iets over het nu te vertellen
B
iets over het verleden te vertellen
Slide 10 - Quizvraag
De passé composé bestaat uit ...
A
een hulpwerkwoord en een heel werkwoord
B
een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord
C
een heel werkwoord en een zelfstandig nw
D
een voltooid deelwoord en een zelfstandig nw
Slide 11 - Quizvraag
Passé Composé
Verleden tijd
Onderwerp + Hulpwerkwoord + Voltooid deelwoord
Hulpwerkwoord: être & avoir
Slide 12 - Tekstslide
Passé composé
J'ai organisé une fête. Ik heb een feest georganiseerd.
Nous avons regardé un film. Wij hebben een film gekeken.
Slide 13 - Tekstslide
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
avoir (hebben)
Combineer de juiste vorm van avoir met het goede persoonlijk voornaamwoord
ai
as
a
avons
avez
ont
Slide 14 - Sleepvraag
Slide 15 - Tekstslide
Passé composé
Présent
J'ai mangé
il parle
Ils ont acheté
je téléphone
vous avez dansé
nous écoutons
vous regardez
Tamara a marché
nous avons trouvé
on cherche
Elisa rencontre
tu as raconté
Slide 16 - Sleepvraag
Kies de juiste vorm van de passé composé Léa .... du basket. (jouer)
A
a jouer
B
a joué
C
as jouer
D
as joué
Slide 17 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van de passé composé Léo et Julie ... leur frère. (appeler)
A
ai appelé
B
a appelé
C
avons appelé
D
ont appelé
Slide 18 - Quizvraag
Vul zelf de juiste vorm in van de passé composé. Anna ... la série. (aimer)
Slide 19 - Open vraag
Vul zelf de juiste vorm in van de passé composé. Vous ... ce film? (regarder)
Slide 20 - Open vraag
Onregelmatige vormen
De volgende voltooide deelwoorden moet je uit je hoofd leren!
avoir (hebben) --> eu (gehad) Tu aseu (jij hebtgehad)
être (zijn) --> été (geweest) Nous avonsété (wij zijngeweest)
faire (doen/maken) --> fait (gedaan/gemaakt) Elles ontfait (zij hebbengemaakt)
Slide 21 - Tekstslide
Kies de juiste vorm met het juiste voltooid deelwoord (onregelmatig). Elles.... très gentils! (être)
A
ont été
B
ont êtré
Slide 22 - Quizvraag
Vul zelf de juiste vorm in van de passé composé (onregelmatig). Elle ... ses devoirs. (faire)
Slide 23 - Open vraag
Vul zelf de juiste vorm in van de passé composé (onregelmatig). Elles ... une bonne note. (avoir)
Slide 24 - Open vraag
Maak een zin met een passé composé.
ma
a
un
film
mère
regardé
Slide 25 - Sleepvraag
Maak een zin met een passé composé.
mon
père
a
une
chanson
chanté
Slide 26 - Sleepvraag
Maak een zin met een passé composé. Je hebt niet alle woorden nodig.
mon
a
un
gâteau
copain
préparé
Slide 27 - Sleepvraag
Schrijfvaardigheid
A2: Kan kort gebeurtenissen en activiteiten in het verleden beschrijvenmet hierbij persoonlijke ervaringen. Bijvoorbeeld: hoe de afgelopen vakantie is geweest.
Slide 28 - Tekstslide
Faire D (grammaire et écrire)
Exercice 16ade, 17bce & 19a (page 32 dans le livre)
En silence, zodat iedereen zich kan concentreren
Prêt? (Klaar?) - Slim Stampen SO Français - ABCD in week 43
Slide 29 - Tekstslide
Les devoirs
2HV
Lundi 7 septembre: 2HV1/2
Mardi 8 septembre: 2HV4
Mercredi 9 septembre: 2HV5
Faire D (grammaire et écrire): exercice 16 jusqu'à 19