2v2 - vr061224

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Interroger
  • Corriger
  • Grammaire
  • Au travail
  • Les devoirs

But: kunnen zeggen wat je doet of maakt dmv het werkwoord faire

Slide 2 - Tekstslide

Interroger
  1. la cuisine- de keuken
  2. le salon - de woonkamer
  3. l'armoire - de kast
  4. le paysage - het landschap
  5. je me lève - ik sta op
  6. travailler - werken
  7. Tu habites dans une maison? - Woon jij in een huis?
  8. J'habite à Paris - Ik woon in Parijs

Slide 3 - Tekstslide

Corriger 'dans ma chambre'
1. Compleet?
2. Grammatica?
3. Hele zinnen?
4. Uitspraak?

Slide 4 - Tekstslide

Faire = doen / maken
  • Onregelmatig  

Slide 5 - Tekstslide

Présent 

Je fais - ik doe/maak
Tu fais - jij doet/maakt
Il/elle/on fait - hij/zij men          doet/maakt 

Nous faisons - wij doen/maken
Vous faites - u doet/maakt
Jullie doen maken
Ils/elles font - zij doen/maken

Passé composé 

J'ai fait - ik heb gedaan/gemaakt
Tu as fait - Jij hebt gedaan/..
il/elle/on a fait - hij/zij/men heeft gedaan/..
Nous avons fait - wij hebben gedaan
Vous avez fait - u hebt .. / jullie hebben..
Ils/elles ont fait - zij hebben ..


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Au travail
Opdrachtenblad
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Corriger ex. 16d
  1. Steph et Nathan font du foot 
  2. Nadya fait la cuisine
  3. Nous faisons un dessin 
  4. Je fais mes devoirs 
  5. Vous faites du ski
  6. Tu fais du shopping 

Slide 9 - Tekstslide

Corriger ex. 17a
  1. maakt
  2. gemaakt
  3. gemaakt
  4. maakt 

Slide 10 - Tekstslide

Corriger ex. 17d
  1. J'ai fait mes devoirs
  2. Toi et Ryan avez fait une présentation
  3. Mes amis ont fait la cuisine
  4. Tu as fait du sport
  5. Nous avons fait la fête.  

Slide 11 - Tekstslide

Corriger ex. 17f
  1. fait
  2. ont fait
  3. faisons
  4. a fait
  5. avez fait
  6. fais 

Slide 12 - Tekstslide

Corriger ex. 17g
  1. je fais
  2. nous avons fait
  3. il fait
  4. vous faites
  5. ils ont fait
  6. elle fait
  7. nous avons fait

Slide 13 - Tekstslide

Les devoirs
Mercredi le 11 décembre

Apprendre: blokje F nf/fn + het werkwoord faire! 
Faire: -



Slide 14 - Tekstslide