Welke van de volgende zijn alleen maar aftrekposten?
A
reiskosten OV en hypotheekrente
B
hypotheekrente en een auto van de zaak
C
loon en eigenwoningforfait
D
studiekosten en eigenwoningforfait
Slide 15 - Quizvraag
Belastbaar inkomen uit eigen woning
Eigenwoningforfait
de overheid beschouwt een eigen woning als een vorm van inkomen
het wordt uitgerekend als een percentage van de WOZ-waarde
hoe hoger de WOZ-waarde, hoe hoger het percentage
Slide 16 - Tekstslide
Gebruik de tabel Eigenwoningforfait op bladzijde 177. Hoeveel is het forfait voor een woning van 800.000 euro?
Slide 17 - Open vraag
Jeanet heeft een belastbaar inkomen van €35.000. Hoeveel belasting moet zij betalen? Schijf 1: €0 tot €68.507,- is 37,35% Schijf 2: €68.507 tot € oneindig is 49,50%
Slide 18 - Open vraag
Kees heeft een belastbaar inkomen van €70.000. Hoeveel belasting moet hij betalen? Schijf 1: €0 tot €68.507,- is 37,35% Schijf 2: €68.507 tot €oneindig is 49,50%
Slide 19 - Open vraag
Harrie heeft een belastbaar inkomen van €89.000 Hoeveel belasting moet hij betalen? Schijf 1: €0 tot €68.507,- is 37,35% Schijf 2: €68.507 tot €oneindig is 49,50%
Slide 20 - Open vraag
Schijven box 1
Slide 21 - Tekstslide
Hoeveel € belasting betaalt iemand die €55.694 verdient?
Slide 22 - Open vraag
Hoeveel € belasting betaalt iemand die €60.000 verdient?
Slide 23 - Open vraag
Inkomstenbelasting is progressief want met hoger inkomen betaal je meer belasting.
A
juist
B
onjuist
C
Wat?
D
Wanneer hebben we extra lessen?
Slide 24 - Quizvraag
Tom heeft alle gegevens verzameld om zijn inkomstenbelasting te kunnen berekenen. • inkomen € 41.900 • WOZ-waarde woning € 182.000 • hypotheek € 168.000, hypotheekrente 5,1% • eigenwoningforfait 0,75% • andere aftrekposten € 1.957 Bereken: het belastbaar inkomen in box 1