1a: Drie chocoladerepen kosten samen €2,43. Bereken hoeveel één losse reep kost. Schrijf je antwoord zo: … euro
1 / 14
volgende
Slide 1: Open vraag
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
1a: Drie chocoladerepen kosten samen €2,43. Bereken hoeveel één losse reep kost. Schrijf je antwoord zo: … euro
Slide 1 - Open vraag
1b: De beheerder van de kantine koopt de repen in de supermarkt en verkoopt ze voor €1,10 per stuk. Hoeveel winst maakt hij per stuk? Schrijf je antwoord zo: … euro
Slide 2 - Open vraag
2a: Hoeveel gram is 0,722 kg? Schrijf je antwoord zo: … gram
Slide 3 - Open vraag
2b: Je ziet hier een prijskaartje van bananen. Alleen de prijs is weggevallen.
Zet de getallen op de juiste plek in de tabel en bereken. In de volgende vraag moet je deze opschrijven
€
gram
2,69
1
722
1000
Slide 4 - Sleepvraag
2b: Hoeveel kosten de bananen?
A
€ 1,95
B
€ 3,73
C
€ 1,94
D
€ 3,75
Slide 5 - Quizvraag
2c: Je krijgt 35% korting op de bananen. Hoeveel kosten ze dan?
A
€ 5,54
B
€ 1,25
C
€ 5,55
D
€ 1,26
Slide 6 - Quizvraag
3a: Eén tompouce kost normaal 0,75 euro. Hoeveel betaal je normaal voor 4 tompouces?
Slide 7 - Open vraag
3b: hoeveel euro korting krijg je nu op 4 tompouces?
A
€ 0,75
B
€ 2,25
Slide 8 - Quizvraag
3b (vervolg): welke tabel is juist ingevuld?
A
B
C
D
Slide 9 - Quizvraag
3c: krijg je bij deze aanbieding meer of minder dan 20% korting? Leg je antwoord uit.
Slide 10 - Open vraag
artikel
prijs
korting in %
korting in €
te betalen
jas
€ 80,-
broek
€ 67,-
overhemd
€ 35,-
T-shirt
€ 25,-
4a: Een kledingzaak geeft iedere klant 4 stickers om zelf de korting te bepalen. Je koopt de kleding in de tabel. Sleep de stickers naar de juiste kleding zodat je zo min mogelijk hoeft te betalen.