Spelling thema 6, week 3, les 9-10 TA7
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Waar staat het woord
goed geschreven ?
Schiet op! De trein gaat.......
goed geschreven ?
Schiet op! De trein gaat.......
A
vertrekken
B
vertreken
C
verrtrekken
Slide 3 - Quizvraag
Waar staat het woord
goed geschreven ?
Mag ik daar even op ...........
goed geschreven ?
Mag ik daar even op ...........
A
tromelen
B
trommellen
C
trommelen
Slide 4 - Quizvraag
Waar staat het woord
goed geschreven ?
Een paspoort is een belangrijk.........
goed geschreven ?
Een paspoort is een belangrijk.........
A
doccument
B
doocument
C
document
D
documment
Slide 5 - Quizvraag
Wie mag nu met
de do.......elsteen gooien ?
Schrijf het woord goed op.
de do.......elsteen gooien ?
Schrijf het woord goed op.
Slide 6 - Open vraag
Dit is het verhaal van
een da....ere ridder.
Schrijf het woord goed op
een da....ere ridder.
Schrijf het woord goed op
Slide 7 - Open vraag
De a.....u van mijn auto is leeg.
Slide 8 - Open vraag
Een ander woord voor verdediging is
de....ensie.
de....ensie.
Slide 9 - Open vraag
Kijk eens......wat een mooi r..sultaat!
Slide 10 - Open vraag
Ik lust wel een glaasje
lim...nade.
lim...nade.
