werkwoorspelling tt

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Werkwoordspelling

Wat gaan we vandaag doen?

- Lezen

- Wat vind je lastig?

- Uitleg theorie: stam vs. ik-vorm en pvtt

- Opdrachten maken

- Reflectie

Wat vind je lastig aan werkwoordspelling?

Uitleg theorie: pvtt

Eerste stap: Is het werkwoord de persoonsvorm?

Tweede stap: Ja? Tegenwoordige tijd of verleden tijd?

Derde stap: Tegenwoordige tijd

Enkelvoud: ik-vorm > ik voor de pv of jij en je achter de pv

Enkelvoud: ik-vorm + t = in alle andere gevallen

Meervoud: infinitief

Uitleg theorie: vd

Eerste stap: Is het werkwoord de persoonsvorm?

Tweede stap: Nee? Is het werkwoord een voltooid deelwoord?

Derde stap: Ja? Het kofschip x.

Vierde stap: neem de stam van het werkwoord (hele ww -en).

Vijfde stap: laatste letter zit in het kofschip? -> +t

                         Laatste letter zit niet in het kofschip? -> +d

Uitleg theorie: stam vs. ik-vorm

- De stam van het werkwoord is het hele werkwoord -en

- Grazen -> graz 

- Verven -> verv

- De ik-vorm maak je door ik voor het werkwoord te zetten

- Lopen -> (ik) loop

- Verven -> (ik) verf

- Verhuizen -> (ik) verhuis

Wij stellen het op prijs als je zijn toets zo spoedig mogelijk beoordeel_ .

Eerste stap: Is het werkwoord de persoonsvorm?

Tweede stap: Ja? Tegenwoordige tijd of verleden tijd?

Derde stap: Tegenwoordige tijd

Vierde stap: onderwerp = je

Vijfde stap: beoordeel + t -> beoordeelt

Hij ... (geven) het meisje een bos bloemen.

De oude man ... (vinden) het niet gezellig in het bejaardentehuis.

Bart (overtuigen) de docent van zijn gelijk.

De caissière (schatten) de leeftijd van de jongen verkeerd in

Aan de slag

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-stam-bepalen/

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-persoonsvorm-in-de-tegenwoordige-tijd/