EHBO

EHBO (herhaling)
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

EHBO (herhaling)

Slide 1 - Tekstslide

EHBO - Les 1
  • Ervaringen EHBO
  • 5 basisprincipes van EHBO 

Slide 2 - Tekstslide

Welke ervaring heb jij met EHBO?

Slide 3 - Tekstslide

Vijf belangrijke punten
  1. Let op gevaar!
  2. Ga na wat er gebeurd is en daarna wat iemand mankeert
  3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
  4. Zorg voor professionele hulp
  5. Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit

Slide 4 - Tekstslide

1. Let op gevaar
Waar let je op?


Elektriciteit
Huisdieren
Kinderen > gevaarlijke stoffen
Uitzetten motor, handrem, afgaan airbags
Veiligheidsvest
Verkeer omleiden
Blussen beginnende brand

Slide 5 - Tekstslide

Verplaatsen van een slachtoffer
  • Niet doen!
  • Tenzij: gevaarlijke situatie

Slide 6 - Tekstslide

2. Ga na wat er gebeurt is
  • Inschatten of er gevaar is en wat er met het slachtoffer gebeurt is
  • Slachtoffer
  • Omstanders
  • "Stille getuigen"
  • Geen omstanders, geen stille getuigen, slachtoffer bewusteloos? > ABC

Slide 7 - Tekstslide

3. Slachtoffer geruststellen
  • Zorg ervoor dat hij/zij je kan zien
  • Kniel naast het slachtoffer
  • Maak oogcontact
  • Noem je naam, vertel dat je een eerstehulpverlener bent
  • Je kan eventueel de hand van het slachtoffer vasthouden
  • Bij kinderen een knuffel

Slide 8 - Tekstslide

4. Professionele hulp inschakelen
  • 112 bellen
  • Spoednummer van de huisarts
  • Huisartsenpost bellen
  • Het slachtoffer zelf een afspraak bij de huisarts laten maken. (Wanneer er geen directe hulp nodig is)

Slide 9 - Tekstslide

112 - wat meld je?

  • meldt duidelijk of je ambulance, brandweer of politie nodig hebt
  • Aantal slachtoffers
  • Welk vermoedelijk letsel
  • Plaats straat en huisnummer / Herkenningspunt


  • Volg de aanwijzingen van de hulpdiensten en geef antwoord op hun vragen
  • Wanneer staak je de hulpverlening?

Slide 10 - Tekstslide

5. Hulp verlenen aan slachtoffer 
  • Zijn er levensbedreigende letsels?
  • Buikligging / rugligging / zijligging
  • Hevig bloedverlies
  • Reanimeren

Slide 11 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding.

Welke EHBO -techniek wordt hier toegepast?

A
Handgreep van Zach
B
Heimlich greep
C
Rautekgreep
D
Stabiele zijligging

Slide 12 - Quizvraag

Bel 112 bij flauwte als....
A
bij flauwte bel je altijd 112
B
het so ook hevige rugpijn heeft
C
het so bleek ziet
D
als het so gaat zitten

Slide 13 - Quizvraag

Welke basisregel hoort hier niet bij?
A
Let op gevaar
B
Ga na wat er gebeurd is en wat het slachtoffer mankeert
C
bel direct 112
D
zorg voor deskundige hulp

Slide 14 - Quizvraag

Waarom leg je iemand in een stabiele zijligging?
A
om te voorkomen dat de tong voor de luchtpijp zakt
B
om te voorkomen dat iemands hart stopt
C
dan stopt het hart minder snel met pompen
D
om te zorgen dat iemand warm blijft

Slide 15 - Quizvraag

Waar let je het eerste op als je een slachtoffer ziet liggen?
A
eigen veiligheid
B
veiligheid slachtoffer
C
veiligheid omstanders
D
Of het slachtoffer bij bewustzijn is

Slide 16 - Quizvraag

EHBO
  • Verplaatsen van een slachtoffer
  • 3 vitale functies

Slide 17 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Welke 5 basisprincipes zijn er bij EHBO?

Slide 18 - Open vraag

Verplaatsen van een Slachtoffer
  • Ondersteunend lopen
  • Rautekgreep 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Vitale functies

Slide 23 - Tekstslide

Welke 3 vitale functies kennen wij als eerstehulpverlener?
Bloeddruk - Ademhaling - Bewustzijn
Ademhaling - Bloedsomloop - Bewusteloosheid
Bewustzijn - Ademhaling - Bloedsomloop

Slide 24 - Poll

Wat controleer / meet je bij het bewustzijn?

Slide 25 - Open vraag

Wat controleer / meet je bij de ademhaling

Slide 26 - Open vraag

Wat controleer / meet je bij de bloedsomloop?

Slide 27 - Open vraag

Bewustzijn
  • Alert
Goed wakker, geeft goede antwoorden
  • Niet alert (wel bij bewustzijn)
Verward, sloom, suf, anders dan anders, niet of nauwelijks reageren op omgeving, onduidelijke geluiden, kreunen
  • Bewusteloos
Reageert niet op schudden aan schouders

Slide 28 - Tekstslide

Ademhaling
  • Openen luchtweg
op rug, hoofdkantel - kinlift methode
  • Beoordelen
maximaal 10 sec. kijken, luisteren en voelen.
  • Normaal / niet normaal
Normaal: rustig, zacht, voelbaar, geen bijgeluiden, regelmatig, geen benauwde indruk
Niet normaal: niet of afentoe voelbaar, bijgeluiden hoort, buik/borst niet of nauwelijks op en neer gaat

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Wanneer leg je iemand in stabiele zijligging

Slide 31 - Woordweb

Ademhaling - Gaspen
  • Happen naar adem
  • vaak i.c.m. stuiptrekkingen door gebrek aan zuurstof
  • 30 sec - 1 min aanhouden
  • verkleuring gezicht / cyanose
  • 40% van de slachtoffers met
een circulatiestilstand
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Les 3 - EHBO

  • Reanimatie

Slide 35 - Tekstslide

3

Slide 36 - Video

01:33
Wanneer start je met reanimeren?

Slide 37 - Open vraag

02:06
Wat doet een burgerhulpverlener?
A
ambulance opvangen
B
familie geruststellen
C
situatie inschatten
D
starten met reanimeren

Slide 38 - Quizvraag

03:57
Zou jij je aanmelden voor burgerhulpverlening?
JA
Nee
Misschien

Slide 39 - Poll

Reanimatie
Wanneer start je met reanimatie?
  • Bewusteloos en geen (normale) ademhaling

  • start met 30 borstcompressies
  • vervolg met 2 beademingen
  • wissel borstcompressies en beademing af
  • sluit de AED aan zodra aanwezig

Slide 40 - Tekstslide

Borstcompressies
  • plaats de handen op het midden van de borstkas
  • goede kwaliteit borstcompressies
> zo min mogelijk onderbreking
> tempo 100 tot 120 keer per minuut
> 5 tot 6 cm diep
> niet leunen, laat het borstbeen volledig terugveren

Slide 41 - Tekstslide

Beademingen
  • blaas de borstkas net zichtbaar omhoog
  • onderbreek maximaal 10 seconden voor de beademingen
  • niet effectieve beademing:
> controleer de kinlift
> verwijder beademingshulpmiddel 
> verwijder zichtbare voorwerpen voorin de mond 
> maak knellende kleding los aan hals en bovenlichaam

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

AED
  • scheer en/of droog zo nodig de borstkas
  • plak de elektroden volgens de afbeelding, plak voor/achter bij kleine mensen. Niet op pleisters, sieraden, bobbels onder de huid!
  • houd afstand bij analyse en schok
  • hervat onmiddellijk na de schok de borstcompressies of als de AED dit aangeeft
  • eenmaal geplakte elektroden niet verwijderen
  • Volg de instructies van de AED.

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video

Reanimatie beëindigen
  • wanneer het slachtoffer beweegt, zijn ogen opent en zonder twijfel normaal ademt
  • zorgprofessionals zeggen dat je mag stoppen
  • als je uitgeput bent

  • Niet-reanimerenverklaring
start niet met reanimeren indien dit vooraf bekend is
stop eventueel met de reanimatie bij het vinden van de penning


Slide 46 - Tekstslide

Wanneer start je met reanimeren
A
Bij bewusteloosheid
B
Bij bewusteloosheid en scheve mondhoek
C
Bij bewusteloosheid en geen ademhaling
D
Bij bewusteloosheid en transpireren

Slide 47 - Quizvraag

Tijdens reanimatie maak je de luchtweg vrij door
A
stabiele zijligging
B
chin lift
C
Heimlich
D
beademing

Slide 48 - Quizvraag

Welke tempo houd je aan bij het toedienen van borstcompressies
A
100-120 per minuut
B
60-100 per minuut
C
140-160 per minuut
D
je eigen tempo

Slide 49 - Quizvraag

Na een schok afgegeven door de AED doe je?
A
Ademhaling controleren
B
Bewustzijn controleren
C
Bewustzijn en ademhaling controleren
D
Borstcompressie geven

Slide 50 - Quizvraag

Tijdens het reanimeren wissel je telkens ....... compressies af met 2 beademingen
A
10
B
15
C
30
D
25

Slide 51 - Quizvraag