In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Lesplanning
bespreken vragen 30 tot en met 36
Slide 2 - Tekstslide
30. “En over televisiekok Jamie Oliver, die vindt dat op elke school verplicht kookles moet worden gegeven.” (regels 17-20) Welk argument voor verplichte kooklessen op school geeft Oliver volgens tekst 4? Geef antwoord in een of meer volledige zinnen. (1p)
Slide 3 - Open vraag
Zoek Jamie Oliver op in de tekst
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
31. In alinea 2 wordt beargumenteerd dat onze maatschappij geobsedeerd is door voedsel. Een kritisch lezer zou in deze argumentatie vooral een bepaald type drogreden kunnen zien. Welk type drogreden is dat? [1p]
A
cirkelredenering
B
onjuist beroep oorzaak-gevolgschema
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking
Slide 6 - Quizvraag
32. In alinea 3 spreekt de auteur haar verbazing uit. Waarover is zij precies verbaasd? [1p]
A
mensen die gezond zijn zo moeilijk doen over hun eetgewoontes
B
mensen massaal kookboeken kopen die diëten voorschrijven die bedoeld zijn voor zieke mensen
C
mensen die voor hun gezondheid dan weer het ene product en dan weer het andere product gebruiken
D
mensen zonder medische noodzaak een extreem eetpatroon volgen
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
33. “De gezondheidsfreaks en voedselsnobs kijken over mijn schouder mee en schudden vol medelijden het hoofd.” (regels 98-101) Waarom schudden de gezondheidsfreaks en voedselsnobs vol medelijden het hoofd? Geef antwoord in een of meer volledige zinnen. [1p]
Slide 9 - Open vraag
Zoek het citaat op in de tekst -->
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Zoek woorden die afkeer tonen.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
35. De titel van tekst 4 is ‘Vraatzucht’. Leg uit waarom deze titel eigenlijk niet goed bij de tekst past. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden. [1p]
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
36. Welke van de onderstaande uitspraken geeft de hoofdgedachte van tekst 4 het best weer? [2p]
A
mensen moeten zich niet zo druk maken om alle eisen die de voedselgoeroes uit de media aan ons stellen
B
onze obsessie voor voedsel blijkt vooral uit de toegenomen aandacht voor astroporno en gezond en biologisch eten
C
Veel mensen zijn tegenwoordig overdreven intensief met voedsel bezig en dat is onnodig en onzinnig
D
We moeten de voedselindustrie meer gaan wantrouwen om te voorkomen dat we steeds elke modegei volgen