BS3: Dieren

Planning: 
  • Toets bespreken

  • Wachtwerk (na bespreken): 
- Maken opdr 1 t/m 3 BS3

  • Herhaling BS2 

  • (uitleg BS 3)
This is the place to   
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning: 
  • Toets bespreken

  • Wachtwerk (na bespreken): 
- Maken opdr 1 t/m 3 BS3

  • Herhaling BS2 

  • (uitleg BS 3)
This is the place to   

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen BS 2
  1.  Je kunt soorten en rassen onderscheiden.
  2.  Je kunt uitleggen dat de indeling van organismen berust op overeenkomst en verwantschap.
2
1

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 6 (blz 180)
Welk dier vertoont de meeste overeenkomst met een jaguar: een vleermuis of een slang? Leg je antwoord uit.
  • Een vleermuis, want een vleermuis en een jaguar behoren beide tot de klasse zoogdieren en een slang behoort tot de reptielen.
Welk organisme is het meest verwant aan een leeuw: een zeester of een paddenstoel? Leg je antwoord uit.
  • Een zeester, want een zeester en een leeuw behoren beide tot het dierenrijk en een paddenstoel behoort tot het rijk van de schimmels.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 6

Slide 4 - Tekstslide

Vier apen zijn de chimpansee, de bonobo, de orang-oetan en de zwartkoplar. In afbeelding 7 zie je een vertakkingsschema waarin deze apen voorkomen. De bonobo, de orang-oetan en de zwartkoplar worden vergeleken met de chimpansee. Welke aap heeft de meeste overeenkomst met de chimpansee? En welke de minste? Zet de dieren in de juiste volgorde. Begin met de aap die het meeste overeenkomst heeft met de chimpansee 
  • Chimpansee -> Bonobo -> Orang-Oetan -> Zwartkoplar
Welk dier vertoont de meeste overeenkomst met de chimpansee: een baardsaki of een zwartkoplar, of kun je dat niet afleiden uit het schema van afbeelding 7? Leg je antwoord uit.
  • Dat kun je niet uit het schema afleiden. Deze dieren behoren tot drie verschillende families van de orde primaten.
Welk dier is het meest verwant aan de chimpansee: een baardsaki of een hamster? Leg je antwoord uit.
  • Een baardsaki is het meest verwant aan een chimpansee, omdat een baardsaki en een chimpansee beide tot de orde primaten behoren en een hamster niet (behoort tot de knaagdieren).


Slide 5 - Tekstslide

In afbeelding 8 zie je een schema met de afstamming van verschillende groepen dieren.
aWelke organismen zijn meer aan elkaar verwant: reptielen en amfibieën of reptielen en vogels? Leg je antwoord uit.
  • Reptielen en vogels. Hun gemeenschappelijke voorouder leefde korter geleden dan die van reptielen en amfibieën.

Welke organismen zijn meer aan elkaar verwant: vissen en zoogdieren of amfibieën en zoogdieren? Leg je antwoord uit.
  • Amfibieën en zoogdieren. Hun gemeenschappelijke voorouder leefde korter geleden dan die van vissen en zoogdieren

Slide 6 - Tekstslide

Indelen in 
steeds kleinere 
groepen
Thema 3:
Ordening
Basisstof 3:
Dieren

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Leerdoelen
  1.  Je kunt dieren indelen op grond van de kenmerken van het skelet en symmetrie.
  2. Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes stammen van het dierenrijk.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe deel je die op in groepen?
Er zijn meer dan 1,3 miljoen soorten dieren bekend.

Slide 10 - Tekstslide

Symmetrie
Als een voorwerp of dier in twee gelijke helften te verdelen is, noemen we het symmetrisch.

Dit heeft dan een inwendig spiegelvlak.

Slide 11 - Tekstslide

Symmetrie?
Symmetrisch zijn, betekent niet dat allebei de helften exact hetzelfde zijn!

Slide 12 - Tekstslide

Symmetrie bij dieren
Dieren kunnen op verschillende manieren symmetrisch zijn:

1. tweezijdig symmetrisch 
(1 spiegelvlak)
2. veelzijdig symmetrisch
(meer dan 1 spiegelvlak)
3. niet-symmetrisch 
(geen spiegelvlak)

Slide 13 - Tekstslide

Skelet
Het skelet geeft stevigheid en bescherming.

Een inwendig skelet zit aan de binnenkant van het lichaam.
Een uitwendig skelet zit aan de buitenkant van het lichaam.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Geen skelet
Niet alle dieren hebben een (inwendig of uitwendig) skelet.

Deze dieren leven meestal in het water.

Slide 16 - Tekstslide

Het dierenrijk opdelen in stammen
Het dierenrijk kan onderverdeeld worden in 34 stammen door te kijken naar de symmetrie en het skelet.

De volgende stammen en hun kenmerken moet je kennen:

1. Sponsdieren
2. Neteldieren
3. Weekdieren
4. Stekelhuidigen
5. Geleedpotigen
6. Gewervelden 

Slide 17 - Tekstslide

Sponsdieren

Slide 18 - Tekstslide

Neteldieren

Slide 19 - Tekstslide

Weekdieren

Slide 20 - Tekstslide

Stekelhuidigen

Slide 21 - Tekstslide

Geleedpotigen
4 klassen:
  • Spinachtigen
  • Insecten
  • Hogere kreeftachtigen
  • Duizendpoten

Slide 22 - Tekstslide

Gewervelden
4 klassen:
  • Beenvissen
  • Amfibieën
  • Reptielen
  • Zoogdieren

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
  • Wat? Maken 1 t/m 3, 4 (alleen de tabel) en 5 t/m 7
  • Hoe? Zelfstandig
  • Tijd? Tot het einde van de les
  • Hulp? Steek je vinger op 
  • Klaar? Schrijf de begrippen van basisstof 7 in je begrippenschrift.

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen
  1.  Je kunt dieren indelen op grond van de kenmerken van het skelet en symmetrie.
  2. Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes stammen van het dierenrijk.

Slide 25 - Tekstslide