- Je kent enkele factoren die de economische ontwikkeling van een land beïnvloeden. - Je begrijpt waarom economische ontwikkeling in sommige landen sneller verloopt dan in andere landen.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Leerdoelen P7
- Je kent enkele factoren die de economische ontwikkeling van een land beïnvloeden. - Je begrijpt waarom economische ontwikkeling in sommige landen sneller verloopt dan in andere landen.
Arbeid noodzakelijke arbeid voor de productie Kapitaal huisvesting, machines, transportmiddelen
Slide 5 - Tekstslide
Productiefactoren
De middelen die nodig zijn om goederen of diensten te produceren.
(Natuur, Arbeid en Kapitaal)
Slide 6 - Tekstslide
Natuur
Slide 7 - Tekstslide
Bij natuur moet je denken aan het gebruik van natuurlijke hulpbronnen.
(Denk bijvoorbeeld: Landbouwgrond en grondstoffen)
Als een land veel natuurlijke hulpbronnen heeft kan het land deze verkopen.
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld: Venezuela
De 298.400 miljard vaten olie die het land produceert zijn niet voor de eigen bevolking, een gigantisch deel wordt verkocht aan het buitenland.
Slide 9 - Tekstslide
Dit betekent niet dat het land direct rijk is als er genoeg grondstoffen aanwezig zijn.
Slide 10 - Tekstslide
Arbeid
Slide 11 - Tekstslide
In het begin zijn vaak goedkope arbeidskrachten nodig, naarmate het land zich verder heeft ontwikkeld is er meer vraag naar geschoold personeel.
De bedrijven die vaak geschoold personeel nodig hebben doen vaak aan innovatie (De ontwikkeling van nieuwe of verbeterde producten en diensten.)
Slide 12 - Tekstslide
Kapitaal
Slide 13 - Tekstslide
Er is geld nodig om te kunnen investeren in bijvoorbeeld machines. Deze machines zorgen voor een hogere arbeidsproductiviteit.
Slide 14 - Tekstslide
Export en Import
EXPORT
IMPORT
Slide 15 - Tekstslide
Uitvoerwaarde en invoerwaarde
Uitvoerwaarde= Het totale bedrag aan verkochte goederen aan het buitenland.
Invoerwaarde = Het totale bedrag aan ingekochte goederen uit het buitenland
Slide 16 - Tekstslide
VRIJHANDEL
Slide 17 - Tekstslide
Remmende Factoren
Slide 18 - Tekstslide
Remmende factoren:
-Arme landen zijn vaak heel beperkt in bepaalde productiefactoren.
-Ook zijn er andere factoren die de ontwikkeling afremmen.
Slide 19 - Tekstslide
-Rijke landen vragen vaak extra geld om een product te laten invoeren.
-De verhouding tussen import (goederen het land binnenhalen) en export (goederen aan het buitenland verkopen) is vaak oneerlijk.
-Deze verhouding heet de ruilvoet.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Video
Politiek
Slide 23 - Tekstslide
De politieke situatie in een land is een belangrijke vestigingsfactor voor bedrijven, als je land zich in oorlog bevindt, voelen bedrijven zich minder geneigd om te investeren in jouw land.
Ook willen bedrijven zich vestigen in een land waar bedrijven zich niet te veel negatief bemoeien met het bedrijf.
Slide 24 - Tekstslide
Huiswerk
-Maken digitale opdrachten H3 P7 + samenvattingen/mindmap -Invullen onderstaande vragen
Slide 25 - Tekstslide
Wat betekent ruilvoetverslechtering?
Slide 26 - Open vraag
Kunnen arme of rijke landen voornamelijk profiteren van de productiefactor kapitaal en waarom?