Herhaling 4.1 + 4.2 1mh
1 / 18
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat gebeurde er in het jaar 800?
Slide 2 - Open vraag
Waarom kroonde de paus Karel de Grote tot keizer?
Slide 3 - Open vraag
Waarom viel het Frankische Rijk na de dood van Karel de Grote uit elkaar?
Slide 4 - Open vraag
Wat is het voordeel van het leenstelsel voor de leenman?
De leenman...
De leenman...
A
mocht de opbrengst van het geleende gebied zelf houden
B
moest meevechten in het leger
C
moest het gebied besturen
D
alle antwoorden zijn juist
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het voordeel van het leenstelsel voor de leenheer?
De leenheer...
De leenheer...
A
hoefde het gebied niet zelf te besturen.
B
had soldaten voor zijn leger.
C
kreeg raad van zijn leenmannen
D
alle antwoorden zijn juist
Slide 6 - Quizvraag
De leenmannen beloofde trouw aan hun leenheer. Wat hield die trouw in?
A
Vechten
B
Besturen
C
Raad geven
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 7 - Quizvraag
Leenmannen met veel grond leenden stukken grond uit aan...
Slide 8 - Open vraag
In de tijd van het leenstelsel kon je tegelijk leenheer en leenman zijn. Klopt dat?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
Waarom was er onder de Friezen en Saksen veel verzet tegen de verspreiding van het christendom?
Slide 10 - Open vraag
Missionarissen probeerden eerst vorsten te bekeren. Leg uit waarom?
Slide 11 - Open vraag
1.
2.
3.
4.
Willibrord bouwt een kerk in Utrecht en begint met het bekeren van de bewoners van Nederland.
Willibrord krijgt de opdracht van de paus om het christendom te verspreiden.
Engelse geestelijke onder leiding van Willibrord komen aan in Nederland.
De Franken bekeren zich tot het christendom.
Slide 12 - Sleepvraag
1.
2.
3.
Het christendom was in 1000 in bijna heel Europa verspreid.
De Vikingen stopten met hun plundertochten.
Mensen gingen moord en diefstal zien als zonde.
Slide 13 - Sleepvraag
Sleep de uitleg op het juiste begrip!
Klooster
Monnik
Heiden
Geestelijke
Abt
Geestelijke die afgezonderd leeft
Woonplaats van monniken
Hoofd van het klooster
Godsdienstig persoon/leider
Iemand die niet het katholieke geloof heeft
Slide 14 - Sleepvraag
Een lage geestelijke is:
A
de paus
B
een pastoor
C
een bisschop
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde van hoog naar laag ?
A
pastoor-paus-bisschop
B
bisschop-pastoor-paus
C
paus-bisschop-pastoor
D
pastoor-bisschop-paus
Slide 16 - Quizvraag
Iemand met de opdracht om het christendom te verspreiden noem je ?
A
een heiden
B
een geestelijke
C
een missionaris
Slide 17 - Quizvraag
Iemand waarvan wordt gezegd dat hij niet het goede geloof heeft, noem je ?
A
een geestelijke
B
een missionaris
C
een heiden
