Révision Faire (doen/ maken ) et Aller (gaan)

  Écouter-Faire et aller
https://www.lepointdufle.net/ressources_fle/faire_aller.htm


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

  Écouter-Faire et aller
https://www.lepointdufle.net/ressources_fle/faire_aller.htm


Slide 1 - Tekstslide

Bonjour & bienvenue!
Bonjour & bienvenue!

Slide 2 - Tekstslide

Le programme
1. Le verbe aller et faire 
2. Un petit test 





Slide 3 - Tekstslide

Ça va?

Slide 4 - Tekstslide

Le dernier cours
On a fait les nombres jusqu’à 100, les jours de la semaine et les mois

Slide 5 - Tekstslide

L’objectif
Aan het eind van de les .....
heb je het werkwoord 'gaan' geleerd en geoefend


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Le verbe 'aller' 

Het werkwoord gaan is in het Frans aller.

Aller is een onregelmatig werkwoord. 

Neem je schrift en schrijf het werkwoord aller over!

Slide 8 - Tekstslide

Faire 
Je fais--------------------------------- Ik doe
Il fait / elle fait------------------------ Hij doet / zij doet
Nous faisons --------------------------------Wij doen
Vous faites --------------------------Jullie doen / u doet
Ils font / elles font ---------------------------------Zij doen

Slide 9 - Tekstslide

ALLER - GAAN
Wat betekent Aller?

Slide 10 - Tekstslide

Exercice-    Faire et Aller
https://www.lepointdufle.net/ressources_fle/present_faire.htm
https://www.lepointdufle.net/ressources_fle/present_aller.htm
https://www.lepointdufle.net/ressources_fle/faire_aller.htm

Slide 11 - Tekstslide

aller 
https://www.viviennestringa.com/medias/files/oefeningen-grammatica-v-stringa-werkwoord-etre-avoir-aller-present-2.htm
Lecture
https://didier-equipereussite.com/ressources/exercices/atelier/A1/atelier_a1_mn_unite4_site/atelier_a1_mn_unite4_site-quz-0009.html

Slide 12 - Tekstslide

aller




Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle
nous
vous
ils/elles
tu
je
allons
vont
vais
allez
vas
va

Slide 13 - Sleepvraag

Au revoir!

Slide 14 - Tekstslide