H1.1 les 1 stofeigenschappen

Welkom!
Neem plaats volgens de plattegrond.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Neem plaats volgens de plattegrond.

Slide 1 - Tekstslide

H1 Materialen en stoffen
Les 1 stofeigenschappen

NOVA 3H H1.1
Materiaal- en stofeigenschappen

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
9:15 Herhaling vorige les
9:25 Uitleg (stofeigenschappen)
9:30 Practicum
9:40 Practicum bespreking
9:45 Oefenopdrachten 
9:50 Zelfstandig werken

Slide 3 - Tekstslide

Regels
- Niet praten wanneer iemand anders praat
- Vraag/ mededeling? Steek je hand op
- Als er overlegd mag worden, dan zachtjes
- Geen eten en drinken
- Geen jassen in de klas
- Telefoons thuis of in de kluis

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
Leerlingen die nog niet in de scheikunde NOVA onlinze klas zitten:
Ben, Davy, Edward, Evia, Hannah, Jude, Keanu, Madelein, Mila, Tobias

Slide 5 - Tekstslide

Vorige les

Slide 6 - Tekstslide

Grondstoffen
"Materialen die uit de grond komen"
Onjuist!

Slide 7 - Tekstslide

Grondstoffen
"Materialen die uit de grond komen"
Onjuist!
Materialen die als basis dienen voor het maken van (nieuwe) stoffen en producten.

Slide 8 - Tekstslide

Scheikunde
Het gaat bij scheikunde dus over (het maken van) stoffen.
Je leert stoffen scheiden, je leert verschillende soorten mengsels en ook uit wat voor soort deeltjes stoffen zijn opgebouwd. Je gaat zelf met stoffen werken en ook chemische reacties uitvoeren.

Slide 9 - Tekstslide

DEMO stofeigenschap
Wat gebeurt er als je Magic Sand in water doet?

Slide 10 - Tekstslide

hydrofiel
=
stof die goed in water oplost

hydrofoob
=
stof die slecht in water oplost

magic sand

Slide 11 - Tekstslide

Aan het eind van deze les
- weet je hoe je waarnemingen doet
- weet je het verschil tussen waarnemingen en conclusie
- weet je wat stofeigenschappen zijn
- kun je enkele voorbeelden van stofeigenschappen noemen

Slide 12 - Tekstslide

Stofeigenschappen
Stofeigenschappen gebruik je om een (zuivere) stof te herkennen. De eigenschappen zijn specifiek en kenmerkend voor de stof. 

Welke stofeigenschappen zie je in de afbeelding?

Slide 13 - Tekstslide

Waarneming & conclusie
DEMO 3 bekerglazen

Slide 14 - Tekstslide

Waarneming & conclusie
  • waarneming= beschrijving van wat je ziet/ruikt/hoort:
- kleur / kleurloos
- helder / troebel
- gas / vloeibaar / vast
- andere stofeigenschap, bijv geur, glans, ...
  • conclusie = wat je denkt. Je gebruikt dan vaak het woordje "dus..." Meestal zijn meerdere waarnemingen nodig om een juiste conclusie te trekken

noteer & leer

Slide 15 - Tekstslide

Oefenen (practicum)
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Oefenen (practicum)
  • Zachtjes overleggen
  • Steek je hand op als je een vraag hebt
  • Niks op tafel hebben behalve je boek, schrift en pen
  • Rugzakken gaan op de vloer aan de rechterkant van het lokaal 

  • Als het je niet lukt om nu goed mee te doen, kom je het practicum vandaag tijdens het 8ste lesuur inhalen

Slide 17 - Tekstslide

Oefenen (practicum)
  • Je krijgt 11 reageerbuisjes met zuivere stoffen
  • Noteer van elke stof zoveel mogelijk waarnemingen
  • Probeer te ontdekken welke stof het is door
     te   KIJKEN     en te    RUIKEN


timer
10:00
nr.
waarneming
conclusie

Slide 18 - Tekstslide

Resultaten bespreken
buis nr.
waarneming
conclusie

Slide 19 - Tekstslide

Dit zat er in de buisjes
buis nr.
conclusie
1
lucht
2
suiker
3
ammoniak
4
koper(draad)
5
koolstof
6
ijzer
buis nr.
conclusie
7
zwavel
8
spiritus
9
zout
10
water
11
kalk

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelencheck
- je weet wat stofeigenschappen zijn en kunt enkele voorbeelden geven
- je weet het verschil tussen waarnemingen en conclusie

Slide 21 - Tekstslide

Stofeigenschap?
WEL
NIET
kleur
smeltpunt
geur
kookpunt
vorm
massa
brandbaarheid
bestand tegen zuren
giftig
smaak
oplosbaarheid
temperatuur
tijd

Slide 22 - Sleepvraag

Practicumverslag
1. Jos maalt suiker fijn tot poeder.
2. Hij doet een schepje poedersuiker in een bekerglas water.  
3. De heldere, kleurloze oplossing wordt troebel.
4. Door te roeren wordt de oplossing weer helder en kleurloos. 
5. Roeren versnelt dus het oplossen van poedersuiker.
In deze zin(nen) staat een waarneming:


In deze zin(nen) staat een conclusie:


1
2
3
4
5
1
2
3
4
5

Slide 23 - Sleepvraag

Eigen werk
Lees blz 11
Leer de definities van de blauwe woorden van blz 11
(de definities staan op blz 56)
Maak opgave 3 + 8 online en kijk direct na

Slide 24 - Tekstslide