Gustar

¡Bienvenidos a la clase de español!
¿Qué día es hoy?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos a la clase de español!
¿Qué día es hoy?

Slide 1 - Tekstslide

Gustar
Hoe gebruik je het werkwoord ''Gustar, encantar, interesar,molestar,parecer''?

Slide 2 - Tekstslide

Deze les doe je:
  • Individueel en zelfstandig
  • In stilte. Overleggen? Doe dit zachtjes!
  • Steek je vinger op bij vragen
  • Gebruik bij de filmpjes je oortjes

Slide 3 - Tekstslide

Stap 1
Tijdens deze stap ga je kennismaken met het werkwoord. Hoe wordt het ongeveer gebruikt? Dat ga je uitzoeken! 
Kies hiervoor uit opdracht A, B of C:
A. Leesopdracht 
B. Kijk- en luisteropdracht
B. Liedje 

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht A
In de volgende e-mail vertelt Teo wat over zichzelf en daarvoor gebruikt hij onder andere het werkwoord gustar. Kijk goed naar hoe hij deze gebruikt.


Slide 5 - Tekstslide

¡Hola desde Albania!
 ¿Qué tal?
Me llamo Teodora Protopsaltis y soy medio española y medio italiana, pero en estos momentos vivo y trabajo en Tirana. Tengo 45 años, soy cooperante y me encanta aprender idiomas. Estudio griego y francés. También me gusta mucho viajar y conocer otras culturas y me encantan la fotografía y el cine. Me gusta bastante salir por la noche con mis amigos y ver una película. Mi gran pasión es la música, me interesan todos los estilos. Aquí en Albania no salgo mucho pero cuando estoy allí en Madrid me encanta ir a bailar, ¿y a ti? ¿Qué te gusta hacer el fin de semana? Si tienes tiempo libre y quieres participar en el grupo de conversación, puedes escribirme a esta dirección de correo electrónico.
 ¡Hasta pronto!
Teo

Slide 6 - Tekstslide

Kijk naar hoe gustar wordt gebruikt in de e-mail en schrijf minimaal twee vormen op die je tegen bent gekomen’’

Slide 7 - Open vraag

Opdracht B
Het volgende filmpje gaat over Cristina, die vertelt over verschillende dingen die ze wel en niet leuk vindt. Hiervoor gebruikt ze regelmatig het werkwoord ‘’gustar’’. Kijk en luister goed naar hoe ze dit doet. 

Slide 8 - Tekstslide

Hoe gebruikt Cristina gustar? Schrijf een voorbeeld op uit het filmpje

Slide 9 - Open vraag

Opdracht C
In het volgende liedje zingt Manu Chau over wat hij allemaal leuk vindt. Hierbij zingt hij zowel in het Spaans als in het Frans. Het werkwoord ‘’gustar’’ wordt heel vaak gebruikt. Let goed op hoe hij dit gebruikt.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Hoe gebruikt Manu Chao gustar? Noem een voorbeeld uit het liedje

Slide 12 - Open vraag

Stap 2
Tijdens deze stap ga je ontdekken hoe je het werkwoord ‘’gustar’’ nou echt gebruikt. De uitleg hiervan krijg je via een of meer van de volgende filmpjes. Kies een of meer filmpjes voor de uitleg, zet hem indien nodig even op stop en maak als je het fijn vindt aantekeningen voor jezelf.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Stap 3
Nu je weet hoe je het werkwoord gustar moet gebruiken, is de volgende stap: het oefenen. De volgende twee oefeningen van het internet, zijn invuloefeningen. Maak alle twee de oefeningen. Open de website om naar de oefening te gaan, vul de zinnen in, controleer je antwoorden en ga na wat goed of fout is gegaan. 

Slide 18 - Tekstslide

Eindproduct: poster

Kies een programma om de poster mee te maken. Dit kun je via smore doen, maar je bent vrij in je keuze. 
Je gaat een poster over dingen die je wel en niet bevalt/leuk vindt. Hiervoor gebruik je natuurlijk het werkwoord ‘’gustar’’.   


Slide 19 - Tekstslide

eindproduct: poster
Wat moet er allemaal in de poster staan?
• Minimaal 6 kopjes
• Per kopje gebruik je minimaal 15 woorden. Naast het aangeven waar je (niet) van houdt, vertel je er ook iets over. Bijvoorbeeld waarom je iets leuk vindt.
• Gebruik zowel gustar in de meervoudsvorm als de enkelvoudsvorm, zoals me gusta en me gustan
• Vertel ook over wat je niet, een beetje of heel erg leuk vindt
• Vertel over een klasgenoot/vriend(in)/famililid wat hij of zij leuk/niet leuk vindt
• Vertel over wat jullie alle twee leuk/niet leuk vinden
Laat je eindproduct controleren door de docent en afvinken 
Ga naar de volgende dia voor de link naar de voorbeeld-poster van Smore

Slide 20 - Tekstslide

Evaluatie
Beantwoord de volgende vragen over de les via de enquête.
Zie link volgende dia -->

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link