Burgerschap P3 L2

Burgerschap
Periode 03
Politiek & Recht
Les 02
Democratie
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap
Periode 03
Politiek & Recht
Les 02
Democratie

Slide 1 - Tekstslide


1: Respect
2: Kom op tijd
3: Laptop
Afspraken/regels in de klas

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • Wat weet jij nog van vorige les?
  • Terugblik vorige les
  • Lesdoelen
  • Voorkennis/Wat weet jij al?
  • Start les #Democratie
  • Samen opdracht maken
  • Zelfstandig opdrachten maken
  • Feedback geven (gemaakte opdrachten bespreken)
  • Evalueren lesdoelen en les
  • Inleveren opdrachten t.b.v. EXAMENDOSSIER
  • Wat heb je vandaag geleerd?
  • Volgende les

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet jij nog van vorige les?

Slide 4 - Woordweb

Terugblik vorige les

Les 01 Vrijheid van meningsuiting

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat vrijheid van meningsuiting is.
  • Je kunt voorbeelden noemen van dingen die volgens jou wel of juist niet gezegd kunnen worden. 
In Nederland heb je vrijheid van meningsuiting
  • recht van alle Nederlanders
  • staat in Grondwet
  • geen toestemming nodig om iets te zeggen of te schrijven

Grenzen
  • geen groepen beledigen
  • niet aanzetten tot geweld
  • niet aanzetten tot discriminatie

Ga je over deze grens, dan kan je straf krijgen (dat bepaald de rechter)


Slide 5 - Tekstslide

Aandacht trekken
Stap 1  Model van Gagné
Aandacht van studenten krijgen.
Dit stimuleert het ontvangen van de informatie.

Hoe?
De aandacht kan verkregen worden door:
  • de zintuigen te prikkelen met beeld- en/of geluidsfragmenten, 
  • door studenten actief te betrekken d.m.v. een stelling of vraag.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Is Nederland een democratie?
Ja
Nee
Ik twijfel

Slide 8 - Poll

Wat is het verschil tussen politici en politie?

Slide 9 - Open vraag

Doel en nut van les
Stap 2 Model van Gagné
Studenten hebben meer motivatie als zij weten wat het leerdoel is, de studenten hebben een duidelijk doel om naar toe te werken

Hoe?: 
  • Vertel wat de cursisten kennen en kunnen na de les/lessenreeks en wat  er verwacht wordt.
  • Vertel ook waarom dit belangrijk is en waar studenten her voor nodig hebben,.

Succescriteria
Succescriteria bepalen hoe een student aantoont dat hij of zij een leerdoel beheerst en weet of kan wat hij moet weten of kunnen.


Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelen
Lesdoel 1:
Student kan uitleggen wat democratie betekent.

Lesdoel 2:
Student kan herkennen waarom Nederland een democratie is.

Lesdoel 3:
Student kan bewijzen of een land een democratie is.


Criteria
Lesdoel 1:
Student benoemd in uitleg tenminste twee begrippen m.b.t. democratie: vrijheid, gelijkheid, verkiezingen, grondwet en-of grondrechten
Lesdoel 2:
Student herkent dat Nederland een democratie is en kan tenminste 2 van de volgende begrippen herkennen: vrijheid, gelijkheid, verkiezingen, grondwet en/of grondrechten.
Lesdoel 3:
Student kan aan een ander bewijzen dat Nederland een democratie is, dit doet student door tenminste 2 van de volgende begrippen te gebruiken: vrijheid, gelijkheid, verkiezingen, grondwet en/of grondrechten.

Slide 11 - Tekstslide

Voorkennis activeren
Stap 3 Model van Gagné
Door een koppeling te maken met het langetermijngeheugen kunnen studenten  informatie gemakkelijker verwerken en opslaan.

Hoe?: 
  • Koppel terug naar eerder behandelde stof en vraag naar persoonlijke ervaringen met betrekking tot het onderwerp. 
  • Stel vragen:  Wie kent …? /Wie heeft …?

Slide 12 - Tekstslide

Werkvorm: Vragen stellen
Opdracht: 
  1. Werk samen met de student die naast je zit
  2. Stel elkaar vragen over 'Wat weet jij over democratie'?
  3. Probeer samen zoveel mogelijk woorden te bedenken die met democratie te maken hebben
  4. Na 2 minuten loopt de timer af en kan je de antwoorden geven



timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide

Wat weet jij over democratie?

Slide 14 - Woordweb

Les inhoud/nieuwe kennis
Stap 4 Model van Gagné
Hierbij wordt de stof zelf gepresenteerd. 
De inhoud is afhankelijk van de te bereiken leerdoelen 
Het is belangrijk dat de stof goed geordend is

Hoe?: 
  • Leg eerst de theorie uit en verduidelijk deze vervolgens met voorbeelden. 
  • Om de verschillende leerprocessen in gang te zetten wordt er aangeraden gebruik te maken van verschillende media, zoals: tekst, plaatjes, audio en video.


Slide 15 - Tekstslide

#Democratie
Nederland is een democratie. 

In deze les leer je wat een democratie is en wat de belangrijkste kenmerken hiervan zijn. 

Je denkt na over de voor- en nadelen van een democratie.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe zit dat bij jou?
Jongeren lijken niet echt geïnteresseerd in het begrip democratie

Volgens onderzoekers zijn ze daar ook niet echt mee bezig.

 


Slide 17 - Tekstslide

Ik denk niet na over democratie
Ik wel
Ik niet
Waarom zou ik dat doen dan?

Slide 18 - Poll

Wat is democratie volgens jou?

Slide 19 - Woordweb

Wat is democratie?
Democratie betekent letterlijk: het volk regeert

De burgers (jij en ik dus) bepalen samen wat er gebeurt.
Iedere stem telt even zwaar mee.

Dit is anders in een dictatuur: daar neemt één persoon of een kleine groep de beslissingen en mag het volk niet meestemmen

Slide 20 - Tekstslide

Vrijheid & Gelijkheid
In een democratie is vrijheid en gelijkheid het meest belangrijk. 

In Nederland vinden we vrijheid en gelijkheid erg belangrijk.



Slide 21 - Tekstslide

Waarom voel jij je wel/niet vrij in Nederland?

Slide 22 - Woordweb

Kiezen wie het land bestuurt
Nederland is een democratie.

In Nederland hebben we elke vier jaar verkiezingen.

Nederlanders kunnen zelf kiezen  wie het land mag besturen.

Slide 23 - Tekstslide

Volksvertegenwoordiging
Het is niet mogelijk om bij elk besluit alle Nederlands te vragen wat zij vinden, dat zou teveel tijd kosten.

Daarom kiezen we een volksvertegenwoordiging.

Slide 24 - Tekstslide

Dictatuur
Niet elk land is een democratie.

Een land kan ook een dictatuur zijn.

Bij een dictatuur is één iemand de baas en dat noemen we een dictator.

Mensen hebben weinig of geen vrijheid en er is geen gelijkheid. Je kan zelf naar de gevangenis als je niet doet wat de dictator zegt
Joseph Stalin
Adolf Hitler, 
Augusto Pinochet
Mao Zedong
Benito Mussolini
Kim Il Sung

Slide 25 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een dictatuur?

Slide 26 - Woordweb

Voorbeelden dictatuur
Rusland
China
Turkmenistan
Syrië
Cuba
Eritrea
Noord-Korea 

Slide 27 - Tekstslide

Grondwet
Wij vinden vrijheid en gelijkheid heel belangrijk. Deze rechten staan in de Grondwet.

De Grondwet is een belangrijk onderdeel van democratie. 

Hierin zijn de grondrechten van de burgers vastgelegd. 

Grondrechten zijn voor iedereen hetzelfde.


Slide 28 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een grondrecht

Slide 29 - Woordweb

De Grondwet
In de grondwet staan onze grondrechten, voorbeelden hiervan zijn:
  • Recht op gelijke behandeling
  • Recht om te stemmen bij verkiezingen
  • Recht op vrijheid van godsdienst
  • Recht op vrijheid van meningsuiting
  • Recht op privacy

Grondrechten zijn voor iedereen gelijk


Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.

 Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Slide 30 - Tekstslide

Het eens worden
In Nederland zijn er veel verschillende politieke partijen.

Politieke partijen hebben andere meningen, maar om het land te besturen moeten politieke partijen samenwerken

In een democratie zoek je naar het wat het beste is voor zoveel mogelijk mensen

Slide 31 - Tekstslide

Ondersteun het leren
Stap 5 Model van Gagné
Alleen de ruwe lesstof is vaak moeilijk te verwerken, geef daarom richting bij het “wegschrijven” van het geleerde naar het geheugen.

Hoe?: 
  • Gebruik ter verduidelijking voorbeelden, stel vragen en geef ondersteuning bij het samenvatten/organiseren van de opgedane kennis.

Slide 32 - Tekstslide

Lesdoelen
Lesdoel 1:
Student kan uitleggen wat democratie betekent.

Lesdoel 2:
Student kan herkennen waarom Nederland een democratie is.

Lesdoel 3:
Student kan bewijzen of een land een democratie is.


Criteria
Lesdoel 1:
Student benoemd in uitleg tenminste twee begrippen m.b.t. democratie: vrijheid, gelijkheid, verkiezingen, grondwet en-of grondrechten
Lesdoel 2:
Student herkent dat Nederland een democratie is en kan tenminste 2 van de volgende begrippen herkennen: vrijheid, gelijkheid, verkiezingen, grondwet en/of grondrechten.
Lesdoel 3:
Student kan aan een ander bewijzen dat Nederland een democratie is, dit doet student door tenminste 2 van de volgende begrippen te gebruiken: vrijheid, gelijkheid, verkiezingen, grondwet en/of grondrechten.

Slide 33 - Tekstslide

Opdrachtenblad
De eerste opdracht maken we samen

Lees opdracht 01 en bekijk de video in de klas.


Welke acht punten komen voor in het filmpje over democratie?

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Oproepen van het geleerde
Stap 6 Model van Gagné
Door de studenten zelf aan de slag te laten gaan met oefeningen wordt de stof makkelijker onthouden

Hoe?: 
  • Geef de cursisten verschillende soorten oefeningen. 
  • Op deze manier kunnen zij de stof zelf herhalen om te kijken of alles begrepen wordt.

Slide 36 - Tekstslide

Opdrachten maken
Ga nu zelf aan de slag met de opdrachten op je opdrachtenblad
  • Maak opdracht 1 t/m 9




timer
15:00

Slide 37 - Tekstslide

Feedback geven
Stap 7 Model van Gagné
Het geven van feedback op de uitgevoerde oefeningen zorgt ervoor dat de studenten de lesstof nog beter begrijpen.

Hoe?: 
  • Bespreek tussentijds de oefeningen en benoem wat goed gaat en wat beter kan. 
  • Geef complimenten en tips.




Slide 38 - Tekstslide

Opdrachten bespreken

Slide 39 - Tekstslide

Evalueren
Stap 8 Model van Gagné
Door te bekijken of de leerdoelen behaalt zijn en hoe de les verlopen is wordt er geëvalueerd.

Hoe?: 
  • Stel vragen over de behandelde stof om te bekijken of de leerdoelen behaald zijn. 
  • Stel daarnaast vragen over de les:
  •  Was de uitleg duidelijk? 
  • Hoe was het tempo?

Slide 40 - Tekstslide

Evaluatie Lesdoelen
Lesdoel 1:
Student kan uitleggen wat democratie betekent.

Lesdoel 2:
Student kan herkennen waarom Nederland een democratie is.

Lesdoel 3:
Student kan bewijzen of een land een democratie is.


Criteria
Lesdoel 1:
Student benoemd in uitleg tenminste twee begrippen m.b.t. democratie: vrijheid, gelijkheid, verkiezingen, grondwet en-of grondrechten
Lesdoel 2:
Student herkent dat Nederland een democratie is en kan tenminste 2 van de volgende begrippen herkennen: vrijheid, gelijkheid, verkiezingen, grondwet en/of grondrechten.
Lesdoel 3:
Student kan aan een ander bewijzen dat Nederland een democratie is, dit doet student door tenminste 2 van de volgende begrippen te gebruiken: vrijheid, gelijkheid, verkiezingen, grondwet en/of grondrechten.

Lesdoel 1
Democratie betekent letterlijk: het volk regeert
Er is vrijheid, gelijkheid, er zijn verkiezingen, er is een grondwet en de burgers hebben grondrechten. 
Lesdoel 2
Nederland is een democratie omdat vrijheid en gelijkheid heel belangrijk zijn. Er zijn verkiezingen er is een grondwet en of grondrechten.

Voorbeelden grondrechten:
Recht op gelijke behandeling
Recht om te stemmen bij verkiezingen
Recht op vrijheid van godsdienst
Recht op vrijheid van meningsuiting
Recht op privacy
Lesdoel 3
Je kan bewijzen of een land democratisch is als:
  • er vrijheid is voor alle mensen
  • als er gelijkheid is voor iedereen (geloof, afkomst, politiek, seksueel enz.)
  • als er vrije verkiezingen zijn
  • als er een grondwet is
  • als de burgers grondrechten hebben

Slide 41 - Tekstslide

Evaluatie Les


Zijn lesdoelen behaald?
Was de uitleg duidelijk?
Hoe was het tempo?
Wat gaat er goed en wat kan er beter?


Slide 42 - Tekstslide

Inleveren Challenge/opdrachtenblad t.b.v. Examendossier

Slide 43 - Tekstslide

Helpen onthouden
Stap 9 Model van Gagné
Doordat de stof terugkomt in dagelijkse werkzaamheden wordt deze gemakkelijker in het langetermijngeheugen geplaatst.

Hoe?: 
  • Zorg voor verschillende oefensituaties zodat de kennis op verschillende manieren toegepast kan worden. 
  • Maak daarnaast duidelijk hoe de cursisten de verworven kennis zelf kunnen gaan gebruiken in nieuwe situaties.



Slide 44 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?
Jij kan uitleggen wat democratie betekent, waarom Nederland een democratie is en hoe je kan bewijzen wat een democratie is.

Deze kennis kan je gebruiken om te stemmen bij verkiezingen, om mee te doen in de samenleving (participeren),  om nepnieuws te herkennen en om wat meer vertrouwen de hebben in jezelf, elkaar en onze vrijheden in Nederland!


Slide 45 - Tekstslide

Volgende les
#Invloed hebben
Als je gaat stemmen, heb je invloed op de politiek. 
Maar er zijn ook andere manieren om invloed te hebben.
Fight the Power - Public Enemey

Slide 46 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze