In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Lekker lezen; Fictie
Slide 1 - Tekstslide
Welkom bij Nederlands
Let er vandaag bij lekker lezen op in welke ruimte dit gedeelte van het verhaal zich afspeelt.
timer
15:00
Slide 2 - Tekstslide
Doelen van deze les
Je leert wat de woorden spanning en ruimte betekenen én doen met een verhaal.
Je leert hoe je ze moet beschrijven.
Je leert hoe je ze kunt toepassen in je Pecha Kucha
Slide 3 - Tekstslide
Spanning
Alles wat je benieuwd maakt naar de afloop, zodat je verder wilt lezen, is spanning.
Niet alleen dingen die eng of griezelig zijn.
Slide 4 - Tekstslide
Als je een verhaal leest, wil je graag dat het spannend is. Een schrijver kan op verschillende
manieren spanning in een verhaal brengen:
Slide 5 - Tekstslide
Het verhaal speelt zich af in een enge of gevaarlijke omgeving.
De hoofdpersoon komt in een bedreigende of gevaarlijke situatie.
Slide 6 - Tekstslide
De hoofdpersoon moet een raadsel of probleem oplossen.
Je bent bijna bij de ontknoping, maar eerst is er nog uitstel. De schrijver laat je wachten voordat je ontdekt hoe het zit.
Slide 7 - Tekstslide
Een hoofdstuk eindigt met een cliffhanger.
Letterlijk: iemand hangt boven een kloof, je niet weet of die persoon gaat vallen of op het nippertje gered wordt.
Een cliffhanger is het afbreken van een verhaal op een heel spannend moment.
Slide 8 - Tekstslide
Ga in je boek naar hoofdstuk 5 en citeer de laatste zin.
Slide 9 - Open vraag
Je krijgt door aanwijzingen in het verhaal een vermoeden over hoe het afloopt, maar je weet nog niet precies hoe het zit.
Slide 10 - Tekstslide
Er zitten open plekken in het verhaal. Dat zijn vragen die het verhaal bij je oproept, maar waar je nog niet meteen het antwoord op krijgt. Je leest verder om te ontdekken hoe de open plekken worden ingevuld.
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht:
Bekijk de volgende fragmenten, let op de spanning
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
Waar was er meer spanning?
A
Trailer 1 (Undercover)
B
Trailer 2 (Kees & Co)
Slide 15 - Quizvraag
Waardoor is Undercover spannender?
Slide 16 - Woordweb
Slide 17 - Video
Hoe probeert de maker van de trailer voor elkaar te krijgen dat iedereen het boek wil lezen?
Slide 18 - Open vraag
Een schrijver kiest voor een verhaal een ruimte waar het zich afspeelt.
Alle plaatsen
die in het verhaal voorkomen.
Ruimte
Slide 19 - Tekstslide
Ruimte
Een stad, dorp, een land of zelfs een planeet
Een kamer , een huis, een gebouw, een straat, een wijk
Binnen of buiten
Het weer, geluiden en geuren
Slide 20 - Tekstslide
Ruimte en sfeer
De ruimte is heel belangrijk voor een verhaal. De ruimtebeschrijving kan een bepaalde sfeer oproepen,
een beklemmende sfeer, een angstige sfeer of een hoopvolle of gezellige sfeer.
Slide 21 - Tekstslide
Wat kun je vertellen over de ruimte in jouw boek?
Slide 22 - Woordweb
Met 'de ruimte' in een verhaal wordt bedoeld:
A
hoeveel tijd het kost om te lezen.
B
de omgeving waar het plaatsvindt.
C
Planeten
D
Vierkante meters
Slide 23 - Quizvraag
Wat is hier GEEN voorbeeld van ruimte in een verhaal?
A
Vertrouwensband
B
School
C
Stad
D
Italië
Slide 24 - Quizvraag
Wel vijf overstromingen die een zwarte laag slib op de Nijloevers achterlieten, hadden plaatsgevonden sinds de verhuizing naar Achetaton. De familie was gegroeid. Nefertiti, de moeder der moeders, had nog drie kinderen gekregen: Neferneferoeaton Tasherit, Neferneferoere en Setepenre.
Waar speelt het verhaal zich af?
Slide 25 - Open vraag
De buurvrouwen zijn nog maar net weg of de deur zwaait alweer open. Mathildes oudste neef komt met een houten kratje op zijn schouder binnen. ‘Waar kom jij vandaan?’ Met verbaasde blikken volgen Marie en tante hem. ‘En waar zijn va en de anderen?’ Met een plof zet hij de krat naast het fornuis.
Waar speelt het verhaal zich af:
Slide 26 - Open vraag
Wat kun je over de ruimte vertellen?
Slide 27 - Tekstslide
Wat kun je over de ruimte vertellen?
Slide 28 - Woordweb
Ik kan uitleggen waardoor mijn boek wel of niet spannend is voor mij.
😒🙁😐🙂😃
Slide 29 - Poll
Ik weet wat er bedoeld wordt met de ruimte in een boek of verhaal.