5h-Woordenboekgebruik-oefenen-week13

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Lernziele heute:

- ich kenne Tipps für das Wörter finden im Wörterbuch

- ich kann Wörter im Wörterbuch finden

=> selbständig in LessonUp

Bitte Wörterbuch D-NL auf den Tisch.

Zie link magister deze les: 

lessonUp.app/invite/group/gneux                  Klascode: gneux

Woordenboekgebruik

WORTVERSTÄNDNIS

BETEKENIS HERLEIDEN UIT :

• bekende taal : steigende = stijgende (NL)

                                      Garten = tuin (EN -garden)

• deel van het woord is bekend : Jahrespressekonferenz -

       Jahr - Pressekonferenz = jaarlijkse persconferentie

       erleichtern - leicht = makkelijk ------> makkelijker maken

• let op voorzetsels die de betekenis omdraaien (un-, ab-, gegen-, mis- ,...)
• uit de context opmaken

                                      

Samengestelde woorden

In het Duits komen samengestelde woorden veel vaker voor dan in het Nederlands.

Voor de vertaling zal je deze Duitse woorden in het Nederlands moeten omschrijven.

entwerten : ent = ont-     werten =waarden ------> "ontwaarden" bij bv een treinticket -------> afstempelen

Woordenboek gebruik

• zelfst. naamwoord + vervoegde werkwoord-vormen => basisvorm zoeken
• veel woorden hebben meerdere betekenissen; kijk alle betekenissen door om te bepalen welke het beste bij de zin past
• uitdrukkingen en spreekwoorden zijn te vinden bij het zelfst.naamwoord of wwerkwoord dat centraal staat
• lange woorden = samenstellingen (zoek de losse delen op)
• soms is het handig om ook het NL woordenboek bij de hand te hebben (bijv. inkompatibel  = 'incompatibel '): niet kunnen samengaan, niet verenigbaar

Stappenplan woordenboekgebruik

1. Context
2. Andere taal?
3. Deel woord. 

& basisvormen opzoeken!

Bijv. die Schlösser => das Schloss

Bijv. Er hat immer viel gequatscht. => quatschen

Was bedeutet das Wort Ärmel in:
Die Ärmel sind lang?

bügeln: Ich habe gestern gewaschen und muss die Wäsche jetzt noch bügeln.

Gestern; dus niet ophangen/drogen. 

Umtauschen: Die Hose habe ich gestern gekauft, aber sie ist doch zu klein. Ich möchte sie umtauschen

naschen: Die Kinder naschen gerne Süßigkeiten.

gesiezt und geduzt: Werden Großeltern in den Niederlanden gesiezt oder geduzt?

Mangel: Der Mangel an Medikamenten gegen Malaria verursachte große Probleme.

Pak altijd een woordenboek als...

• het woord in de vraag staat (ook bij citaten!) 
• het een Signaalwoord of belangrijk woord in de antwoordopties is
• het woord in het bewijs staat 

Opzoek tips 

Zoek op juiste woordsoort op 

> werkwoord bv Julia klang ganz normal am Telefon
(ww klingen) 

> zelfstanding naamwoord (geschreven met Hoofdletter) 

> bijvoegelijk naamwoord (zegt iets over zelfst. naamwoord) 

> check of de vertaling goed in de context past

> zoek ß op bij ss 

Zoek op in het woordenboek:
gefroren => hoe kan je het vinden?

Zoek op in het woordenboek:
Straßenverkehrsordnung => hoe kan je het vinden?

Zoek op in het woordenboek:
Anfängerfehler => hoe kan je het vinden?

- ich kann Wörter im Wörterbuch finden

😒🙁😐🙂😃

Und jetzt lesen:

Text E 10, 11 + 12 lesen und Fragen beantworten

= Examenbundel Seite 127-133

=> Hausaufgabe bis Freitag