Thema 6, week 2 Les 6a - GEDRAG EN GEVOELENS


Waar ben jij goed in?
1 / 20
volgende
Slide 1: Open vraag
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les


Waar ben jij goed in?

Slide 1 - Open vraag


En waar is een klasgenoot goed in?

Slide 2 - Open vraag

lesdoel
Ik leer twaalf woorden over gedrag
en gevoelens.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

de bewondering
 als je iemand heel goed of heel mooi vindt

Ik heb bewondering voor Indigojael op TikTok. Die heeft heel veel volgers en hij kan goed dansen en zingen.
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 5 - Tekstslide

het doorzettingsvermogen
 als je vasthoudt aan een plan of doel, ook al vind je het lastig

Ook al vind ik rekenen moeilijk ik blijf het proberen. Dat betekent dat ik een goed doorzettingsvermogen heb.

Slide 6 - Tekstslide

de dromer
iemand die vaak met zijn gedachten ergens anders is

Ik vind het moeilijk om op te letten, want ik ben een dromer.
Ik denk altijd aan andere dingen.

Slide 7 - Tekstslide

een sterk verhaal
een verhaal dat voor waar wordt verteld, maar bijna niet te geloven is
Dolfje vertelt dat hij 's nachts in een weerwolf veranderd. Ik vind dat een sterk verhaal. Dat kan tocht niet?

Slide 8 - Tekstslide

geprikkeld zijn
     geïrriteerd zijn

Mijn vader is heel geprikkeld, omdat ik al voor de vierde keer brutaal ben geweest.

Slide 9 - Tekstslide

goedgemutst zijn
heel vrolijk zijn

De juf is goedgemutst omdat de scholen binnenkort weer opengaan.

Slide 10 - Tekstslide

hulpvaardig
  andere mensen willen helpen

Mijn zus is heel hulpvaardig. Zij helpt altijd andere mensen. Elke week gaat zij wandelen met de buurmeisje die in een rolstoel zit.

Slide 11 - Tekstslide

de verlegenheid
     als je iets niet snel durft te zeggen of durft te doen
De verlegenheid van mijn kleine zusje is groot. Als er andere mensen op bezoek komen verstopt zij zich achter mijn moeder.


Slide 12 - Tekstslide

de karaktereigenschap
  een kenmerk dat bij een persoon past, zoals rustig, verlegen, vrolijk of brutaal.

Wat is jouw beste karaktereigenschap?

Slide 13 - Tekstslide

Wat is jouw beste karaktereigenschap?

Slide 14 - Open vraag

de ontspanning
het doen van iets voor je plezier en rust.

Voor mijn ontspanning vind ik het fijn om een boek te lezen met een kop warme chocomel.
Wat doe jij?


Slide 15 - Tekstslide

Voor de ontspanning ga ik graag ... ?

Slide 16 - Open vraag

verontwaardigd zijn
boos zijn om wat iemand zegt of doet

De jongen was verontwaardigd, omdat hij werd beschuldigd van iets dat hij niet had gedaan.

Slide 17 - Tekstslide

verwonderen
     je verbazen over iets

Het kindje verwondert zich over de prachtige bellen in de lucht. Zoiets moois heeft zij nog nooit gezien.

Slide 18 - Tekstslide

TAAL
 Thema 6, week 2
Les 6a

opgave 1d

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link