- Ik weet hoe ik het lezen van een Franse tekst aanpak.
-Ik ken de woordjes (vocabulaire F) van hoofdstuk 5 van Fr naar Nl
-Ik weet hoe ik het stappenplan bij lezen gebruik.
- Ik kan een tijdschriftartikel over vakantie begrijpen.
- Ik kan een mailwisseling over vakantie begrijpen.