1ha chapitre 5 - source D (passé composé II)

Spreekdoelen
  • Je kunt vertellen wat je hebt gedaan in het weekend en daarbij gebruik je de passé composé
  • Je kunt je klasgenoot vragen om een voorwerp aan jou te geven, hierbij gebruik je het bezittelijk voornaamwoord
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spreekdoelen
  • Je kunt vertellen wat je hebt gedaan in het weekend en daarbij gebruik je de passé composé
  • Je kunt je klasgenoot vragen om een voorwerp aan jou te geven, hierbij gebruik je het bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Weektaak
Leren: Chap5 Vocabulaire B

HerhalenVocabulaire A
                 Het bezittelijk vnw (155)
                 Être (158)
                 Avoir (158)


timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Français en classe (Frans in de les)
  • Tu es en quelle classe?
  • Tu aimes la viande / les légumes / le fromage ?
  • Quelle heure est-il ?
  • Tu as quelles matières le lundi?
  • Quelle est ta matière préférée ?
  • Qui est ton prof de biologie / maths ?

  • Tu as passé un bon weekend?


timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

- Donne-moi .....
  • mon / ma / mes
  • ton / ta / tes
  • son / sa / ses 
  • notre / notre / nos
  • votre / votre / vos
  • leur / leur / leurs
Lève-toi !

timer
7:00

Slide 4 - Tekstslide

Fais (maak):



 
Klaar?
Vul in "être" of "avoir"
1. Tu _____ quelles matières le mardi ?
2. Le mardi, je/j'_____ anglais et maths.
3. Ton prof _____ sévère ?
4. Non, elle _____ gentille.
5. Mais, je déteste anglais. Je/j' _____dix sur vingt......


 
Exercice
Vertel (in 3 zinnen) over jouw weekend en gebruik de passé composé (3x).
timer
2:00

Slide 5 - Tekstslide

Les réponses (antwoorden)
1.  as
2.  ai
3.  est
4. est
5. ai


 

Slide 6 - Tekstslide

Prends (pak) ton portable !
Geen telefoon? = Prends (pak) ton cahier

Slide 7 - Tekstslide

Tu as passé un bon weekend ?

Slide 8 - Open vraag

Attention ! Quizvragen
Geen telefoon?
Schrijf op leegblaadje A / B / C / D

Slide 9 - Tekstslide

Tu as passé un bon weekend?
- Oui, on ____ _____.
A
a parlé
B
est parlé
C
parle
D
a parlè

Slide 10 - Quizvraag

On a parlé

Slide 11 - Tekstslide

Tu as passé un bon weekend?
- Oui, j' ____ _____.
A
as mangé
B
a mangé
C
avez mangé
D
ai mangé

Slide 12 - Quizvraag

j'ai mangé

Slide 13 - Tekstslide

Tu as regardé la télé ?
- Oui, ____ _____!
A
j'ai regardé la télé.
B
tu as regardé la télé.
C
on a regardé la télé.
D
nous avons regardé la télé.

Slide 14 - Quizvraag

j'ai regardé

Slide 15 - Tekstslide

Vous avez regardé un film ?
- Oui, ____ _____ !
A
j'ai regardé un film.
B
tu as regardé un film.
C
on a regardé un film.
D
nous avons regardé la télé.

Slide 16 - Quizvraag

On a regardé un film.

Slide 17 - Tekstslide

Hier wil ik meer aandacht aan besteden....
A. de passé composé (voltooid deelwoord)
B. 'avoir' en 'être'
C. Het bezittelijk voornaamwoord (mon,ma..)

Slide 18 - Poll