Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Taal - thema 6 les 7
Taal - thema 6 les 7
Je gaat leren wat
persoonlijke voornaamwoorden
zijn.
Deze kunnen het onderwerp, het lijdend voorwerp of het meewerkend voorwerp van de zin zijn.
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Taal
Basisschool
Groep 7
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Taal - thema 6 les 7
Je gaat leren wat
persoonlijke voornaamwoorden
zijn.
Deze kunnen het onderwerp, het lijdend voorwerp of het meewerkend voorwerp van de zin zijn.
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn de persoonlijk voornaamwoorden in de volgende zin?
'Ze namen mij mee.'
Slide 2 - Open vraag
Wat zijn de persoonlijk voornaamwoorden in de volgende zin?
'Zij hebben mij een pakje gegeven.'
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Welk pers. vnw is het onderwerp van de zin?
Ik deed hun een boek cadeau.
A
ik
B
deed
C
hun
D
cadeau
Slide 5 - Quizvraag
Welk pers. vnw zit er nog meer in de zin?
Ik deed hun een boek cadeau.
A
ik
B
deed
C
hun
D
cadeau
Slide 6 - Quizvraag
Welk pers. vnw is het onderwerp van de zin?
Zij hebben het uitgelezen.
A
zij
B
hebben
C
het
D
uitgelezen
Slide 7 - Quizvraag
Welk pers. vnw zit er nog meer in de zin?
Zij hebben het uitgelezen.
A
zij
B
hebben
C
het
D
uitgelezen
Slide 8 - Quizvraag
Welk pers. vnw is het onderwerp van de zin?
Toen heb ik hen uitgelachen.
A
toen
B
ik
C
hen
D
uitgelachen
Slide 9 - Quizvraag
Welk pers. vnw zit er nog meer in de zin?
Toen heb ik hen uitgelachen.
A
toen
B
ik
C
hen
D
uitgelachen
Slide 10 - Quizvraag
Welk pers. vnw is het onderwerp van de zin?
Jullie zullen het begrijpen.
A
jullie
B
zullen
C
het
D
begrijpen
Slide 11 - Quizvraag
Welk pers. vnw zit er nog meer in de zin?
Jullie zullen het begrijpen.
A
jullie
B
zullen
C
het
D
begrijpen
Slide 12 - Quizvraag
Welk pers. vnw is het onderwerp van de zin?
Het was namelijk een woordenboek!
A
het
B
was
C
namelijk
D
woordenboek
Slide 13 - Quizvraag
Ik heb hem gisteren nog gezien.
Welke pers. vnw zitten er in de zin?
A
ik
B
heb
C
hem
D
gezien
Slide 14 - Quizvraag
Ik heb hem gisteren nog gezien.
Wat is 'hem'?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
Slide 15 - Quizvraag
Hij gaf mij beschaafde kleren.
Welke pers. vnw zitten er in de zin?
A
hij
B
mij
C
beschaafde
D
kleren
Slide 16 - Quizvraag
Hij gaf mij beschaafde kleren.
Wat is 'mij'?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
Slide 17 - Quizvraag
Ik vond ze eerder bizar.
Welke pers. vnw zitten er in de zin?
A
ik
B
vond
C
ze
D
bizar
Slide 18 - Quizvraag
Ik vond ze eerder bizar.
Wat is 'ze'?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Ik wil je graag uitnodigen.
Slide 21 - Open vraag
Wil je komen logeren?
Slide 22 - Open vraag
Mijn ouders vinden het goed: ze willen je graag eens ontmoeten.
Slide 23 - Open vraag
Ik schrijf jou bijna elke week een brief.
Slide 24 - Open vraag
Nu moet je eens zien hoe wij hier wonen.
Slide 25 - Open vraag
Ik zou het heel leuk vinden als je een paar dagen komt.
Slide 26 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Taal - thema 6 les 7 persoonlijk voornaamwoord
April 2023
- Les met
20 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
taalactief_groep7_thema6-les
Juni 2022
- Les met
20 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Les 14 hv3
November 2020
- Les met
36 slides
Frans
Enseignement Secondaire
Herhalingstoets Nederlands
December 2020
- Les met
32 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
2 HV voornaamwoorden 22-26 november
November 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Secondary Education
Taal - Persoonlijke voornaamwoorden
April 2023
- Les met
19 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
S25 - Het wederkerend en wederkerig voornaamwoord
Maart 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Vragend voornaamwoord
Januari 2023
- Les met
21 slides
Frans
Enseignement Secondaire