2.4 welk werk kun je doen

Deze les:
2.4: Welk werk kun je doen?
--> Welke 3 beroepssectoren zijn er?
--> In welk beroepssectoren werken jouw ouders?
--> Wat betekent arbeidsintensief?

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Deze les:
2.4: Welk werk kun je doen?
--> Welke 3 beroepssectoren zijn er?
--> In welk beroepssectoren werken jouw ouders?
--> Wat betekent arbeidsintensief?

Slide 1 - Tekstslide

Wat voor werk doen jouw ouders?

Slide 2 - Open vraag

3 beroepssectoren
Landbouw: Landbouw haalt producten uit de natuur, bijvoorbeeld melk van een koe, graan voor brood

Slide 3 - Tekstslide

Industrie:
Werk in een fabriek en iets maken met je handen noemen we industrie  

Slide 4 - Tekstslide

Dienstensector
Geld verdienen door iets voor een ander te doen. Je levert dan een dienst  

Slide 5 - Tekstslide

Nu ik dit zo heb gezien werkt mijn moeder in de volgende sector:
A
Landbouwsector
B
Industriesector
C
Dienstensector
D
Niet van toepassing

Slide 6 - Quizvraag

Nu ik dit zo heb gezien werkt mijn vader in de volgende sector:
A
Landbouwsector
B
Industriesector
C
Dienstensector
D
Niet van toepassing

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

De sectoren in Nederland:
* In rijke landen werken de mensen vooral in de dienstensector, kijk maar naar jullie ouders.
* In arme landen vaak in de landbouw, dit werk is erg arbeidsintensief.
* In Nederland werken er wel mensen in de landbouw, vaak met machines. Veel wordt verkocht aan het buitenalnd

Slide 13 - Tekstslide

Welke sector is het grootst in Nederland?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten

Slide 14 - Quizvraag

Nu:
Ga aan de slag met deel 1 van 2.4

Slide 15 - Tekstslide