OP3 - 418QH - 17 mrt - een artikel schrijven: de kern + slot

Een artikel schrijven ... opfrissen?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Een artikel schrijven ... opfrissen?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Een artikel schrijven:
    de kern van een artikel
    het slot van een artikel

  2. Beoordelingscriteria op het examen

  3. Vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Wat zie je? 
Eend of konijn?
Door instructie ga je zien wat je 'moet' zien. 
Deze verbinding wordt ook gelegd met het lezen van een tekst: als jij schrijft wat je wilt dat de lezer leest, dan moet je daar heel duidelijke instructie voor geven. Dit doe je door een duidelijke kernzin en door een duidelijke signaalwoorden die een signaal bij de lezer geven! 
Wat komt in je op bij de volgende rijtjes?
  1. auto - 120 km/u - asfalt - één richting
  2. zon - zee - strand - cocktail - muziek 

  • Door deze aanwijzingen word je gestuurd naar een onderwerp/denkwijze: dat moet je ook doen tijdens het schrijven. --> lezer begrijpt je dan beter! 

Slide 4 - Tekstslide

1. waarschijnlijk snelweg
2. waarschijnlijk vakantie
Waarom moet je voor het schrijven nadenken over wie jouw lezer is?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een betoog en een beschouwing?

Slide 6 - Woordweb

Denk aan je spreekexamen!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen deze teksten?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een vraag is een goede manier om een inleiding te starten.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
  • beschrijving van het onderwerp 
  • vragenreeks 
  • situatieschets
  • voorbeeld

Signaalzin
In deze tekst gaat het over ... 
Slot
  • samenvatting
  • conclusie

Signaalwoorden
Kortom ... 
Dus ... 
Alles samenvattend ...
Met andere woorden ... 

Slide 11 - Tekstslide

Overschrijven bij tekening bloem.
Waardoor wordt de kern 'lekker leesbaar'?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de kern van een betogend artikel over de invloed van sociale media op jongeren: TWEE ALINEA'S!

Publiek: studenten (schrijf zakelijk)
Doel: overtuigen van je standpunt

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het slot van een betogend artikel over de invloed van sociale media op jongeren.

Publiek: studenten (schrijf zakelijk)
Doel: overtuigen van je standpunt

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Een artikel schrijven:
    de kern van een artikel
    het slot van een artikel

  2. Beoordelingscriteria op het examen

  3. Vooruitblik

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordelingscriteria schrijfexamen

  • Samenhang
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op het publiek
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Spelling, interpunctie en grammatica
  • Leesbaarheid  

Slide 16 - Tekstslide

Samenhang
Je brengt op eenvoudige wijze samenhang aan in jouw tekst. Dit doe je door middel van een eenvoudige opbouw en veelvoorkomende voeg- en verwijswoorden (zoals want, maar, omdat, die, dat, jouw). Je mag nog enkele fouten met deze woordsoorten maken.
Afstemming op doel
Je werkt de opdrachten adequaat uit, zodat je het schrijfdoel bereikt.
Afstemming op het publiek
Je past je woordgebruik en toon aan je publiek aan.  
Woordenschat en woordgebruik
Je hebt een redelijk goede woordenschat. Dit laat je zien door te variëren in woordgebruik. Je gebruikt veelvoorkomende voorzetsels (zoals voor, achter, boven, door) vrijwel altijd correct.
Spelling, interpunctie en grammatica
Je hebt een redelijke beheersing van de spelling, interpunctie en grammatica. Dit laat je zien door meestal correcte zinconstructies toe te passen. Je werkwoordsvormen zijn over het algemeen correct. Je verbuigt overige woordsoorten (zoals groot/grote) meestal correct. Je beheerst spelling en interpunctie redelijk. Je gebruikt de meest gangbare leestekens correct.
Leesbaarheid
Je gebruikt, indien nodig, een titel en tekstkopjes. 
5. Vooruitblik
17 mrt
artikel: kern + slot
24 mrt
Paasvee: geen les
31 mrt
brief/e-mail
7 april
proefexamen deel 1
14 april
proefexamen deel 2
21 april
SCHRIJFEXAMEN

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies