7.3 Het Stadse Leven

7.3, Het Stadse Leven
Welkom, klas 2 Havo!
Pak je laptop of tablet en log in op de lessonup, we beginnen zo
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7.3, Het Stadse Leven
Welkom, klas 2 Havo!
Pak je laptop of tablet en log in op de lessonup, we beginnen zo

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij al over de middeleeuwen?

Slide 3 - Open vraag

Wie had de macht op het domein?
A
De koning
B
De president
C
De leenheer
D
De horigen

Slide 4 - Quizvraag

7.3.1 Wie heeft de macht in een middeleeuwse stad?
De eerst nog kleine handelsnederzettingen (domeinen groeiden langzaam uit tot steden. De handelaren (vroeger boeren/ horigen) mochten deze niet zomaar zelf besturen. De steden lagen namelijk in een
domein van adel of geestelijkheid die alles in hun gebied
zelf bepaalden.

Slide 5 - Tekstslide

De handelaren waren ontevreden met deze situatie. Hun heren hadden vaak geen verstand van handel. Ook zetten de heren de stedelingen op één lijn met hun horige boeren, zodat ook kooplieden verplicht waren tot herendiensten. De kooplieden in de steden gingen daarom onderhandelen om speciale rechten, de privileges, te krijgen. Alle privileges samen vormden het stadsrecht. Inwoners van de stad waarop het verleende stadsrecht betrekking had, kregen dan zelfbestuur en eigen rechtspraak. Daarmee waren
stadsbewoners voortaan burgers. In ruil voor stadsrecht
betaalden de stedelingen belastingen en moesten de
stedelingen hun heer steunen in tijd van oorlog.

Slide 6 - Tekstslide

Tegenover deze twee nadelen stonden veel voordelen. De burgers mochten een stadsmuur of wal laten aanleggen. Zo konden de stedelingen de stad verdedigen, desnoods tegen hun eigen heer. Voor hun zelfbestuur kozen de burgers uit hun eigen midden schepenen. Hun besluiten werden gecontroleerd door twee burgemeesters, die de stadsraad voorzaten. De schepenen bestuurden de stad samen met een schout, de plaatsvervanger van de heer in de stad. De schepenen waren ook nog lid van de rechtbank en spraken daar vonnissen uit. In de Middeleeuwen moest je je als inwoner van de stadhouden aan strenge regels of keuren. Deed je dat niet, dan kon je zwaar bestraft worden. Maar ja: goede en goed nagekomen regels waren belangrijk voor de handel
 
de handel. En zonder handel, geen stad!

Slide 7 - Tekstslide

Begrippen
Domein: Een gebied waarop mensen wonen dat meestal bestuurd word door 1 rijk en machtig persoon
Privileges: Bepaalde rechten (regels, daden) die alleen voor bepaalde mensen gelden en die hier dus ook profijt van hebben 
Stadsrecht: Alle privileges die mensen in steden hadden . 
Burgers: Mensen die gebruik konden maken van de privileges en in een stad woonden 
Schepenen: Mensen die gekozen zijn door burgers om de stad te besturen 
Burgermeester: Mensen die de schepenen hielpen  de stad te besturen 
Keuren: De stadsrechten die mensen hadden en waar ze zich aan moesten houden 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Begrippen: 
Ambacht: Handarbeid, dit kan dus van alles zijn, van broodbakken tot metaalbewerking 
Gildemeester: De baas van een gilde 
Samen sta je sterker, meer geld en handel en zekerheid bij ziekte of overlijden. Minder concurrentie als je samenwerkt.
Je begint als leerling en kon dan doorgroeien naar gezel

Slide 10 - Tekstslide

De grote begrippenquiz! 
Wie o wie heeft het beste opgelet en gaat er vandaag naar huis met de grote prijs?????
Eeuwige roem! 

Slide 11 - Tekstslide

Wat waren de meeste handelaren vroeger?
A
Horigen
B
Rijke koningen
C
Egyptenaren
D
Priesters

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn privileges?
A
Grote kamers waar alleen de koning mag komen
B
Bepaalde (extra) rechten die golden voor een aantal mensen
C
Extra regels voor de boeren
D
Extra belastingen voor alle burgers

Slide 13 - Quizvraag

Leg kort uit wat een gilde is

Slide 14 - Open vraag

Wie hielp de schepenen met het besturen van de stad?
A
Twee burgemeesters
B
De schout
C
Allebei

Slide 15 - Quizvraag

Wie was de schout?

Slide 16 - Open vraag

Wanneer moest je een meesterproef doen?
A
Als je eten wilde kopen
B
Als je van leerling naar gezel wilde groeien
C
Als je een ander beroep wilde gaan oefenen
D
Als je een eigen werkplaats wilde

Slide 17 - Quizvraag

Waarom zijn gilden tot stand gekomen?

Slide 18 - Open vraag

Waarom werden steden zelfstandig?

Slide 19 - Open vraag

Hoe ziet een stad eruit? 
Jullie hebben aan het begin van de les een plaatje van Bredevoort gezien, laten we kijken welke gebouwen er nog meer in een stad thuishoren! 

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht:                  10 Minuten
Pak voorin de klas een leeg A4, en teken hier jou middeleeuwste droomstad op. De stad moet minimaal de volgende plekken/gebouwen bevatten: 
- Een poort en stadsmuur met kanon
- Een gracht
- Een waag (zie boek)
- Een stadhuis
- Een kerk 
De rest is vrije invulling. Lever deze tekening volgende week samen met je huiswerk in! 

Slide 21 - Tekstslide

wat heb je vandaag geleerd?

Slide 22 - Woordweb

Leerdoelen gehaald? 
Je kunt uitleggen hoe het bestuur in een middeleeuwse stad geregeld is.
Je kunt uitleggen waarom en hoe de steden zelfstandiger werden ten opzichte van de adel.
Je kunt voorbeelden van typisch middeleeuwse gebouwen geven en deze in de stad plaatsen.
Je kunt het belang van ambachten en gilden uitleggen en verklaren hoe deze tot stand zijn gekomen

Slide 23 - Tekstslide

Dankjewel voor de aandacht! 
Het huiswerk is het afmaken van de tekening en het maken van de opdrachtjes in het boek. Staat ook op magister voor volgende week! 
Bedankt en een prettig weekend! 

Slide 24 - Tekstslide