2.6 zinsontleding - splitsbare werkwoorden

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands met je schrift, laat het boek nog even dicht. 



Slide 2 - Tekstslide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat. 




Slide 3 - Tekstslide

Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
???

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
???

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
???

Slide 4 - Tekstslide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les; 
- kun je een scheidbaar samengesteld werkwoord in een zin herkennen. 
- kun je het werkwoordelijk gezegde met te benoemen. 

Slide 5 - Tekstslide

Verdiept arrangement:
Namen lln. 

Huiswerk noteren + maken:
Les: 2.6
blz.: 71 t/m 72
opdr.: 9 t/m 11

Slide 6 - Tekstslide

Mini-check
Bij deze les geen minicheck. 
Iedereen doet mee met de instructie over 
splitsbare werkwoorden.

Slide 7 - Tekstslide

Wie maakt wat:


Iedereen doet mee met de instructie.

Slide 8 - Tekstslide

4. Instructie
Soms kan de persoonsvorm van een werkwoord gesplitst in de zin voorkomen. 

Voorbeeld: 
Ruben | ruimt | zijn kamer | op.

Ruimt op komt van het werkwoord opruimen. 
Ruimt op is de persoonsvorm. Ruimt op is ook het werkwoordelijk gezegde. 
Ruimt en op horen bij elkaar, vormen samen één zinsdeel. 
De zin bestaat uit 3 zinsdelen. 

Slide 9 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 2.6, blz. 71 t/m 72, opdr. 9 t/m 11

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
namen lln... kom aan de instructietafel zitten. 
Niels; laptop pakken om voorleesfunctie te krijgen. 

Slide 10 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: les 2.6, blz. 71 t/m 72, opdr. 9 t/m 11 --> namen lln
B: les 2.6, blz. 71 t/m 72, opdr. 9 t/m 11  --> rest van de klas
I: les 2.6, blz. 71 t/m 72, opdr. 9 t/m 11 --> rest van de klas
Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets / lezen / woordzoeker. 
timer
30:00

Slide 11 - Tekstslide

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 





Slide 12 - Tekstslide

Schrijf het hele werkwoord op van het gesplitste werkwoord.
'Maak jij de gordijnen dicht?'

Slide 13 - Open vraag

Schrijf het hele werkwoord op van het gesplitste werkwoord.
'Ik pak mijn tas netjes in.'

Slide 14 - Open vraag

Ik weet hoe ik werkwoorden kan splitsen en hoe ik ze moet gebruiken.
010

Slide 15 - Poll

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 16 - Tekstslide