Culturen en hun verschillen

Ontdek de verschillen tussen culturen

Leerdoel

Aan het eind van de les kun jij uitleggen wat de verschillen tussen verschillende culturen zijn.

Introduceer het doel van de les en leg uit wat de studenten zullen leren.

Wat weet jij al over verschillende culturen?

Wat zijn culturen?

Culturen zijn de manieren waarop mensen leven, inclusief hun taal, tradities en gebruiken.

Definieer het begrip 'cultuur' en leg uit waarom het belangrijk is om culturele verschillen te begrijpen.

Hoe verschillen culturen?

Culturen kunnen verschillen in hun religie, gewoontes, kleding, eten en nog veel meer.

Leg uit dat er vele manieren zijn waarop culturen kunnen verschillen en geef voorbeelden.

Hoe kun je culturele verschillen respecteren?

Respecteer de verschillen die je tegenkomt en probeer te begrijpen waarom mensen bepaalde dingen doen.

Beschrijf manieren waarop studenten culturele verschillen kunnen respecteren en waarom dit belangrijk is.

Hoe kun je meer te weten komen over andere culturen?

Lees boeken, kijk films, praat met mensen uit andere culturen en reis naar andere landen.

Geef tips over hoe studenten meer kunnen leren over andere culturen en hoe dit hun begrip kan vergroten.

Vooroordelen en stereotypen

Vermijd vooroordelen en stereotypen over andere culturen en oordeel niet voordat je meer informatie hebt.

Leg uit waarom vooroordelen en stereotypen schadelijk kunnen zijn en hoe studenten deze kunnen vermijden.

Culturele gevoeligheid

Culturele gevoeligheid betekent dat je rekening houdt met de cultuur van anderen en respect toont voor hun gebruiken en tradities.

Definieer wat 'culturele gevoeligheid' betekent en waarom het belangrijk is.

Cultuurverschillen in de praktijk

Bespreek een praktijkvoorbeeld waarin culturele verschillen een rol spelen en laat studenten nadenken over hoe ze hiermee om zouden gaan.

Geef een voorbeeld van een situatie waarin culturele verschillen een rol spelen en vraag studenten om na te denken over hoe ze hiermee om zouden gaan.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.