Hfd 4 herhaling lek. 1 en 2 en uitleg lek.3

• Middelbare school

Herhaling hfd 4

Lektion 1 en 2

Vertaal naar Nederlands:
können (2X)

Vertaal naar Nederlands:
dürfen (2X)

Vertaal naar Nederlands:
mögen (4x)

Vul in:
1. Er ........ drei Sportarten treiben. (können)
2 ............. du Fußball? (mögen)
3 Ich ........... meine Freundin. (mögen)
4 ............... du mit in die Disko? (dürfen)

Voltooid deelwoord

zwakke werkwoorden

Hoe wordt het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord gevormd?
bv. wohnen

Hoe wordt het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord gevormd?
bv. klettern

Hoe wordt het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord gevormd?
bv. arbeiten

Hoe wordt het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord gevormd?
bv. haben

Hoe wordt het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord gevormd?
bv. sein

Tijdsbepaling 

im, am , um

Im/am/um

Betekenis:  im = in

                       am = op

                        um = om 

Wanneer gebruik je im/am/um?

• im :   seizoenen, maanden
• am:   dagen, dagdelen
• um:   tijdstippen

(Op) ___ Samstag (om) ___ neun Uhr.

1. AM - UM
2. AUF - UM
3. AM - AM
4. IM - UM

Vul in im, um, am
........ Montag habe ich frei

1. im
2. am
3. um

...... ersten Juli habe ich Geburtstag

1. um
2. im
3. am

.... 8 Uhr gehe ich ins Bett.

1. im
2. am
3. um

Huiswerk voor de volgende les

Leren woordjes en zinnen Lernbox 1, 2 en 3 (leer hoe het in je boek staat)

leren grammatica A, B en C

maken Na Klar Lekion 4: oefening  7, 8 en 9