H5 W46

H5 W46
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 46 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5 W46

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Anfang
Zuerst Idioomtoets (15 Min.) und dann lesen (10 Min.)
timer
25:00

Slide 3 - Tekstslide

Programm

  • Lesen (10 Min.)
  • Vokabeln abfragen K8 D-NL (15 Min.)
  • Hören: Havo 2017 Audio (20 Min.)
Ziele

Nach diesem Unterricht habe ich Hörfertigkeit auf Havo Niveau geübt, dabei habe ich min. 60% der Antworten richtig.

Slide 4 - Tekstslide

H5dutl1

Slide 5 - Tekstslide

H5Dutl2

Slide 6 - Tekstslide

Nächstes Mal bei Deutsch...
  • 10 Min. Lesen
  • Eine Folge Jojo
  • Examentraining Lesefertigkeit

Slide 7 - Tekstslide

Zeit zum Lesen (10 Min.)
Wir brauchen:
- Lesebuch
- Heft
- Kugelschreiber
- Na Klar Buch

Slide 8 - Tekstslide

Woche 46 US2

Slide 9 - Tekstslide

Programm

  • Lesen (10 Min.)
  • Jojo (5 Min.)
  • Worträtsel (15 Min.)
  • Examentraining Lesefertigkeit (15 Min.)
Ziele

B1 Ich kann die Hauptinhalte von Fernsehsendungen zu vertrauten Themen erfassen, wenn sie relativ langsam und klar präsentiert werden
Außerdem übe ich beim Lesen das Wiedererkennen der Signalwörter und einige Lesestrategien. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

H5DuB
Boektoets Knallhart

Montag 27. November (meerkeuze)

Inhaaltoets Di. 5.12. 0e uur 
(open vragen)

Slide 12 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

daardoor
daarom
zelfs
echter
toch al
nauwelijks
per slot van rekening
bovendien
zodat
misschien
daarentegen
maar (ontkenning)
in plaats van
toch
tegelijkertijd
bijvoorbeeld
wanneer, als
dadurch
deshalb
sogar
allerdings
ohnehin
kaum
schließlich
außerdem
damit
vielleicht
hingegen
sondern
stattdessen
trotzdem
zugleich
beispielsweise
wenn

timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Signalwörter

Een signaalwoord is een woord of woordgroep waarmee je een verband aangeeft tussen verschillende zinnen of alinea's. Met signaalwoorden kun je duidelijk maken dat er sprake is van een tegenstelling, een chronologisch verband, een oorzaak, gevolg etc. 
Beispiel:
Der Mann kommt nicht, weil er einen Termin beim Arzt hat.

1. Markiere alle Signalwörter im Text II S. 208

2. Welche Funktion haben diese Wörter?



timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Nächstes Mal bei Deutsch...
  • 10 Min. Lesen
  • Aussprache -g und Umlaute üben
  • Zeichnung beschreiben

Slide 18 - Tekstslide

Zeit zum Lesen (10 Min.)
Wir brauchen:
- Lesebuch
- Heft
- Kugelschreiber
- Na Klar Buch

Slide 19 - Tekstslide

Woche 46 US3

Slide 20 - Tekstslide

Programm

  • Lesen (10 Min.)
  • Aussprache -g (10 Min.)
  • Aussprache Umlaute (5 Min.)
  • Pluck (10 Min.)
  • Zeichnung beschreiben (10 Min.)
Ziele

Nach dem Unterricht beherrsche ich die Aussprache von -g und die Vokale mit Umlaute.

A2 Außerdem kann ich eine Zeichnung beschreiben.

Slide 21 - Tekstslide

H5DuB
Boektoets Knallhart

Montag 27. November (meerkeuze)

Inhaaltoets Di. 5.12. 0e uur 
(open vragen)

Slide 22 - Tekstslide

Aussprache

Slide 23 - Tekstslide

Aussprache -g 
Aan het begin van een woord of lettergreep, zoals g in girl:
Gunst
Grippe
Grenze
Geschäft
Lager

Slide 24 - Tekstslide

Aussprache -g 
Aan het einde van een woord of lettergreep, een zachte k:
Weg
Beitrag
Flug
folglich

Slide 25 - Tekstslide

Aussprache -g 
Na de letter i, een zachte g:
dreißig
richtig
überflüssig
blutig
achtzig

Slide 26 - Tekstslide

Aussprache -g 
Bij woorden uit een andere taal, de zjuh:
Etage
Gelee
Garage
Montage


Slide 27 - Tekstslide

Aussprache Vokale mit Umlaut
Op -a, -o of -u
Qualität (lang)
ärgern (kort)
Bäume (lang oi)
blöd (lang)
löschen (kort)
löschen (kort)


früh (lang)
Glück (kort)


Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Zeichnung beschreiben
a. Wie ist die Situation in der Zeichnung? 
b. Was machen die Personen?
a. Wie sieht die Studentin aus? 
b. Was macht sie?
a. Zu wem wird die Studentin sich setzen? 
b. Wie könnte die Geschichte weitergehen?

Slide 31 - Tekstslide

Nächstes Mal bei Deutsch...
  • 10 Min. Lesen
  • Vokabeln prüfen
  • Hörfertigkeit üben

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Aussprache

Slide 34 - Tekstslide

a-Schwa (stomme -e)
woorden die eindigen op -er, klinkt als ah
besser
silber
Winter
Kinder
Bäcker






Slide 35 - Tekstslide

Klemtoon
meeste Duitse woorden op de eerste lettergreep of eerste deel van samengesteld woord
Schule - Hauptschule

op -ieren, -ei krijgen altijd de klemtoon
telefonieren
Bäckerei
Bücherei
studieren









Slide 36 - Tekstslide

Sis-klanken (s, ss, ß, sch, z)
Scherpe s-klank voor in de mond (s, ss, ß)
Haus
Tasse
heißen
wissen
Tenisspieler


Slide 37 - Tekstslide

Sis-klanken (s, ss, ß, sch, z)
sj-klank met getuite lippen (sch, st, sp)
st, sp alleen bij begin van een lettergreep stehen - selbst
Schule
Stunde
Sport
Schlüssel
Schlagzeug

Slide 38 - Tekstslide

Aussprache

Slide 39 - Tekstslide

a-Schwa (stomme -e)
woorden die eindigen op -er, klinkt als ah
besser
silber
Winter
Kinder
Bäcker






Slide 40 - Tekstslide

Klemtoon
meeste Duitse woorden op de eerste lettergreep of eerste deel van samengesteld woord
Schule - Hauptschule

op -ieren, -ei krijgen altijd de klemtoon
telefonieren
Bäckerei
Bücherei
studieren









Slide 41 - Tekstslide

Sis-klanken (s, ss, ß, sch, z)
Scherpe s-klank voor in de mond (s, ss, ß)
Haus
Tasse
heißen
wissen
Tenisspieler


Slide 42 - Tekstslide

Sis-klanken (s, ss, ß, sch, z)
sj-klank met getuite lippen (sch, st, sp)
st, sp alleen bij begin van een lettergreep stehen - selbst
Schule
Stunde
Sport
Schlüssel
Schlagzeug

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide