Biologie mbo 4.1 les 1

Biologie mbo 4.1 les 1
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Biologie mbo 4.1 les 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat staat je te wachten?
  • 3 periodes biologie, 60 minuten per week 
  • Toets 1: planten
  • Toets 2: voeding & vertering 

Slide 2 - Tekstslide

Les 1: planten in het algemeen
Leerdoelen: Aan het eind van deze les kun je:
  1. alle onderdelen van een plant benoemen en de functies daarvan
  2. een plantencel herkennen en de onderdelen hiervan benoemen
  3. uitleggen hoe de bevruchting van een plant met bloemen plaats vindt

Slide 3 - Tekstslide

1.1: Onderdelen van de plant
Een plant bestaat uit verschillende onderdelen die allemaal een functie hebben. 

  • A= Bloemen
  • B= Stengel
  • C= Blad
  • D= Wortels

Slide 4 - Tekstslide

Functie bloemen:
  • Plek van bevruchting van de plant 
  • Lokken van bijen en andere insecten, nodig voor bevruchting 
  • Sommige bloemen ontwikkelen zich als vruchten, bijv. de aardbei

Slide 5 - Tekstslide

Functie stengel:
  • Vervoeren van water en voedingsstoffen naar de bladeren en bloemen/vruchten van de cel 
  • Vervoeren glucose van de bladeren naar de bodem
  • Soort twee richtingsverkeer 

Slide 6 - Tekstslide

Functie bladeren
  • Glucose maken doormiddel van fotosynthese gebeurt in de bladeren
  • Plant is autotroof = voorziet zichzelf van voedsel 
  • In welk onderdeel van de bladeren vindt fotosynthese plaats?
  • Chloroplasten / bladgroenkorrels 
  • Wat is de structuurformule van fotosynthese? 
  • Water + licht + CO2 (koolstofdioxide) --> Glucose + O2 (zuurstof)

Slide 7 - Tekstslide

Functie wortels 
  • Haalt water en voedingstoffen uit de grond en geeft dit door aan de stengel  
  • Zorgt ook voor stevigheid van de plant
  • Waarom is zijn de stengel en de bladeren wel groen, maar de wortels niet?

Slide 8 - Tekstslide

De plantencel 
Uit welke onderdelen bestaat een plantencel?
  • Celwand 
  • Celmembraan 
  • Cytoplasma 
  • Celkern
  • Vacuole 
  • Bladgroenkorrels 

Slide 9 - Tekstslide

Bladgroenkorrels
  • Uniek in planten
  • zorgt voor de groene kleur 
  • hier vindt fotosynthese plaats  

Slide 10 - Tekstslide

Celwand
  • Minder uniek: planten, schimmels en bacteriën hebben celwanden (dieren dus niet)
  • Zorgt voor stevigheid van de cel, bijv. voor turgor (opzwellen van de cel door opname water)
  • Zorgt ervoor dat indringers buiten blijven

Slide 11 - Tekstslide

Vacuole
  • Een met vocht gevuld blaasje in het cytoplasma 
  • Gevuld met water en opgeloste stoffen (voedingsstoffen, afvalstoffen en kleurstoffen)
  • Jonge planten hebben vaak meerdere kleine vacuolen, oudere planten vaak één centrale vacuole
  • Kan ook voor stevigheid van de cel zorgen 

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht:
Maak nu eerst opdracht 1, 2 en 3 

Slide 13 - Tekstslide

Voortplanting 
  • Planten kunnen zicht geslachtelijk voorplanten maar ook ongeslachtelijk (a-seksuele voortplanting)
  •  Geslachtelijke voortplanting = twee geslachtscellen die samensmelten, bij mensen: eicel en zaadcel, bij planten: eicel en stuifmeelkorrel 
  • De vrouwelijke geslachtsorgaan in de bloem maakt de eicel
  • Als de stuifmeelkorrels terecht komen op de stempel van de stamper, dan zullen de stuifmeelkorrels de eicellen die in het vruchtbeginsel van de stamper liggen bevruchten

Slide 14 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting

Slide 15 - Tekstslide

Geslachtelijk + ongeslachtelijk
Voorbeeld tulp en aardbei

Slide 16 - Tekstslide

Mannelijke of vrouwelijke planten?
  • Eenhuizige plant:  Dragen zuivere mannelijke en zuivere vrouwelijke bloemen
  • Mannelijke bloem draag meeldraden, vrouwelijke bloem de stamper  
  • Vaak komen ze niet tegelijk op de plant voor, waarom?

Slide 17 - Tekstslide

  • Tweehuizige plant (ofwel: hermafrodiet): één type bloem, tweeslachtig 
  • Heeft dus mannelijke en vrouwelijke geslachtorganen
  • Kunnen zichzelf niet bevruchten (bloem gaat bijv. sluiten), kan alleen bevrucht worden door bijv. insecten 
  • slechts 5% van de planten is tweehuizig 

Slide 18 - Tekstslide

Bestuiving
  • Het overbrengen van stuifmeelkorrels van de ene bloem naar de stamper van de andere bloem
  • Beide bloemen moeten wel van dezelfde soort zijn
  • Dit kan door bijv. insecten, vogels of de wind
  • zelfbestuiving: wanneer de bloem zichzelf bestuift 
  • Kruisbestuiving: wanneer de bloem door een andere bloem wordt bestoven

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht verder afmaken 

Slide 21 - Tekstslide