Periode 2 - week 2 - H.4 Fictie

   Graag



oortjes  IN
        &
camera  AAN
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

   Graag



oortjes  IN
        &
camera  AAN

Slide 1 - Tekstslide

Donderdag 13 januari 2022

Wat gaan we doen:
  • H.4- Fictie: vertelperspectief
       (Op Niveau - zie Classroom)
  • Werktijd
  • Huiswerk: 
           -schrijfopdracht alle theorie - zie LessonUp/Classroom
           -opdracht perspectief - zie LessonUp/Classroom
      

Slide 2 - Tekstslide


Perspectief en vertelsituaties

Ik-vertelsituatie
De lezer kijkt door de ogen van een ik-figuur. Je weet als lezer niet meer dan de ik-verteller.
Personale vertelsituatie
Je ziet de gebeurtenissen door de ogen van één personage. De hij/zij-vorm wordt gebruikt.
Alwetende vertelsituatie
De verteller weet alles over de personages, hij kent het verleden en de toekomst. 
Meervoudige vertelsituatie
Je ziet de gebeurtenissen door de ogen van meerdere vertellers.
Meervoudige ik-vertelsituatie: meerdere ikken door wiens ogen je kijkt.
Meervoudige personale vertelsituatie: meerdere hij- of zijfiguren met wie je meekijkt.

Slide 3 - Tekstslide


  1. Challenge 3 - perspectief
  2. Schrijfopdracht alle theorie
  3. Cambiumned oefenen
  Werktijd
  3 opdrachten

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Creatieve opdracht alle theorie 

Slide 6 - Tekstslide

Verwerk alle stijlfiguren en beeldspraak die we voor de toets moeten kennen in je tekst. 
Geef aan: 
- waar je gebruik maakt van een stijlfiguur of beeldspraak, 
- geef ook aan welke je bedoelt. 
       --> Gebruik het leerstofoverzicht in de Classroom.

Aantal woorden: 200 tot 300 
Inleveren in Classroom tijdens de les        



Beschrijf je leven in coronatijd. Waar houd je je mee bezig? Zijn er verschillen tussen je gewone leven vóór corona en het leven nu? Wat mis je?  Hoe ziet je toekomst eruit? Wat hoop je?

Slide 7 - Tekstslide

Beeldspraak: 
vergelijking, metafoor, personificatie, metonymia

Stijlfiguren: 
herhaling, tautologie, pleonasme
vooropplaatsing, opsomming, climax, anticlimax, parallellisme
tegenstelling, overdrijving, retorische vraag
Creatieve opdracht beeldspraak en stijlfiguren 
zie leerstofoverzicht voor definities

Slide 8 - Tekstslide

Klaar?
Werk dan verder op Cambiumned

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen met stijlfiguren en beeldspraak
Ga naar: 

en  kies de stijlfiguren die je beter wil beheersen

Slide 10 - Tekstslide

Filmpje met compleet overzicht van de stijlfiguren 
Handig bij het leren! 

Slide 11 - Tekstslide