,

§1.3 Arbeiders gaan samenwerken

Mobiel in de tas
Tas op de grond
Laptop en boek op je bureau
Log in op LessonUp
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Mobiel in de tas
Tas op de grond
Laptop en boek op je bureau
Log in op LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

§1.3 Arbeiders gaan samenwerken

Slide 2 - Tekstslide

...kan ik uitleggen hoe de arbeiders en de gegoede burgerij probeerden de situatie van de arbeiders te verbeteren

...kan ik uitleggen wat het socialisme inhoudt

...kan ik met een voorbeeld uitleggen wat een sociale wet is
Aan het einde van de les...

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerkcontrole + bespreken

Begrippen-minitoets

Herhaling

Klassikale uitleg

Opdrachten maken
Doen

Slide 4 - Tekstslide

BESPREKEN:

OPDRACHTEN 2A, 4A/B, 6, 7, 8
HUISWERK

Slide 5 - Tekstslide

TERUGKIJKEN

Slide 6 - Tekstslide

De industrialisatie zorgde voor verandering op economisch gebied:
  • Mijnbouw en metaalindustrie werd belangrijk
  • Huisnijverheid en kleine werkplaatsen van ambachtslieden verdwenen
  • Boeren waren niet langer baas op hun boerderij, maar werkten op vaste tijden in de fabriek
  • Met machines kon je in dezelfde tijd veel meer maken
  • Het bezit van geld werd belangrijk.
§1.1
De industriële revolutie
A
Van handwerk naar machine

Slide 7 - Tekstslide

§1.1
De industriële revolutie
B
De eerste fabrieken in Nederland
  • Eerste fabrieken in Engeland (1750)
  • Eerste fabrieken in Nederland (NL) 1860
  • Twente: veel huisnijverheid

Slide 8 - Tekstslide

  • Het landschap veranderde sterk
  • Bij mijnen en fabrieken ontstonden nieuwe steden
  • Een nieuwe groep in de samenleving: arbeiders
  • Het milieu raakt vervuild

  • Alle veranderingen bij elkaar noemen we industriële revolutie
  • Vanaf 1800 dus moderne tijd
§1.1
De industriële revolutie
C
Gevolgen van de industriële revolutie
Leerdoel:
  • Je kunt vier gevolgen van de industriële revolutie noemen die niet economisch zijn
Begrippen:
  • arbeiders
  • industriële revolutie
  • moderne tijd

Slide 9 - Tekstslide

Slechte werkomstandigheden

Slide 10 - Woordweb

Werkomstandigheden:
  • Lange dagen
  • Nachtdiensten
  • Lage lonen
  • Hele gezin moest werken
  • Werk was gevaarlijk en ongezond
  • Ziek? Je verdiende niets
  • Je kon zomaar ontslagen worden
  • Ging je klagen, dan werd je ontslagen
§1.2
Leven in een industriestad
A
Het leven van arbeiders
Leerdoel:
  • Je kunt de werk- en leefomstandigheden van arbeiders beschrijven
Begrippen:
  • geen begrippen
Woonomstandigheden:
  • Huizen lagen dicht bij fabrieken
  • Vuile rook
  • Kleine huizen
  • Geen stromend water
  • Geen riolering
  • Slechte hygiëne, veel ziektes
  • Door geldgebrek konden kinderen niet naar school

Slide 11 - Tekstslide

Gegoede burgerij = groep mensen met veel geld en bezittingen, zoals fabriekseigenaren, advocaten, bankiers

  • Grote huizen met tuinen
  • Huizen hadden eigen wc
  • Gezond voedsel en drinkwater
§1.2
Leven in een industriestad
B
Het leven van de burgerij
Leerdoel:
  • Je kunt de werk- en leefomstandigheden van de gegoede burgerij beschrijven 
Begrippen:
  • gegoede burgerij
Onder de gegoede burgerij de middenklasse
  • Winkeliers
  • Onderwijzers
  • Kantoorpersoneel


Slide 12 - Tekstslide

Regering bestond uit liberalen, die veranderden niks aan de leefomstandigheden van de arbeiders.
§1.2
Leven in een industriestad
C
Het liberalisme
Leerdoel:
  • Je kunt twee belangrijke ideeën noemen die liberalen in de 19e eeuw hadden op het gebied van bestuur en economie
Begrippen:
  • liberalen
  • liberalisme
  • kiesrecht
Belangrijke punten liberalisme:
  • Regering zo min mogelijk bemoeien met economie
  • Regering moest zich niet bemoeien met leven van de burgers
  • Alle burgers zelfde grondrechten: vrijheid van meningsuiting/godsdienst
  • Kiesrecht? Alleen voor de rijken 

Slide 13 - Tekstslide

IETS NIEUWS LEREN

Slide 14 - Tekstslide

staken

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

§1.3
Arbeiders gaan samenwerken
A
Samen sterk
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen hoe arbeiders en de gegoede burgerij probeerden de situatie van de arbeiders te verbeteren
Begrippen:
  • liefdadigheid
  • vakbonden
B
Het socialisme
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen wat het socialisme inhoudt
Begrippen:
  • socialisme
  • politieke partij
  • algemeen kiesrecht
C
Sociale wetten
Leerdoel:
  • Je kunt met een voorbeeld uitleggen wat een sociale wet is
Begrippen:
  • sociale wetten

Slide 17 - Tekstslide

Arbeiders en armen werden door de staat niet geholpen.
Door wie wel?
  • Familie
  • Kerk
  • Liefdadigheid van de rijken
§1.3
Arbeiders gaan samenwerken
A
Samen sterk
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen hoe arbeiders en de gegoede burgerij probeerden de situatie van de arbeiders te verbeteren
Begrippen:
  • liefdadigheid
  • vakbonden
Een vrouw zamelt geld in
voor een goed doel

Slide 18 - Tekstslide

Eind 19e eeuw richten arbeiders vakbonden op.
Zij strijden voor:
  • hoger loon
  • kortere werktijd
  • afschaffing kinderarbeid

Dit deden zij door:
  • Stakingen organiseren
  • Doel: fabrieksbazen dwingen om lonen te verhogen en werkomstandigheden te verbeteren
§1.3
Arbeiders gaan samenwerken
A
Samen sterk

Slide 19 - Tekstslide

Welke zin(nen) zijn waar?
Werkomstandigheden fabriek waren beter dan in de landbouw
Arbeiders richtten na 1850 vakbonden op
De vakbonden onderhandelden met de regering over hun loon. 

Slide 20 - Sleepvraag

Wie werd in de 19e eeuw waarschijnlijk geholpen door liefdadigheid?
A
Een arbeider zonder werk
B
Een eigenaar van een textielfabriek
C
Een man van een liberale politieke partij
D
Een vrouw uit de gegoede burgerij

Slide 21 - Quizvraag

§1.3
Arbeiders gaan samenwerken
B
Het socialisme
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen wat het socialisme inhoudt
Begrippen:
  • socialisme
  • politieke partij
  • algemeen kiesrecht
Fabriekseigenaar
Arbeiders
alle winst van de fabriek
bezaten grondstoffen, machines, fabrieken
kregen laag loon
Oneerlijk!!!
Socialisme

Slide 22 - Tekstslide

§1.3
Arbeiders gaan samenwerken
B
Het socialisme
Socialisten: de arbeiders zullen ooit in opstand komen en dan het bezit van de rijken afpakken.

Om echt dingen te veranderen was invloed op het bestuur nodig.
1881: oprichting socialistische politieke partij

Belangrijkste doel: algemeen kiesrecht.


Slide 23 - Tekstslide

§1.3
Arbeiders gaan samenwerken
B
Het socialisme
Algemeen kiesrecht
Ook arme arbeiders mogen stemmen
Socialisten zouden in bestuur komen
Wetten om arbeiders te beschermen

Slide 24 - Tekstslide

Liberalisme
Socialisme
Arbeiders moeten worden beschermd. 
Alle burgers moeten kunnen stemmen. 
Fabriekseigenaren mogen alle winst krijgen van de fabriek. 
Het verschil tussen arm en rijk zal gaan leiden tot een opstand. 
Vrijheid is goed voor de economie. 

Slide 25 - Sleepvraag

Rond 1870: liberalen voeren eerste sociale wetten in.

  • Ongevallenwet
  • Kinderwetje van Van Houten
  • Leerplichtwet
§1.3
Arbeiders gaan samenwerken
C
Sociale wetten
Leerdoel:
  • Je kun met een voorbeeld uitleggen wat een sociale wet is
Begrippen:
  • sociale wetten

Slide 26 - Tekstslide

Welke wetten hebben ervoor gezorgd dat er meer kinderen naar school gingen?
Invoering van Algemeen Kiesrecht
Leerplichtwet
Ongevallenwet
Woningwet
Kinderwetje van Van Houten

Slide 27 - Sleepvraag

timer
1:00
AAN DE SLAG!
Wat?
§1.3
Opdracht 1 t/m 11
Waarom?
Omdat je moet weten hoe de arbeiders probeerden een beter leven te krijgen
Hoe?
Lees de teksten, maar de vragen
Hulp?
Rood: stilte, geen vragen
Oranje: stilte, je mag vragen stellen
Groen: zachtjes overleggen
Klaar?
§1.5
Lezen uitleg blz 51
Maken opdracht 6 t/m 10

Slide 28 - Tekstslide

Heb je het gesnapt?

Slide 29 - Tekstslide

...kan ik uitleggen hoe de arbeiders en de gegoede burgerij probeerden de situatie van de arbeiders te verbeteren

...kan ik uitleggen wat het socialisme inhoudt

...kan ik met een voorbeeld uitleggen wat een sociale wet is
Aan het einde van de les...

Slide 30 - Tekstslide


Geef een voorbeeld van een sociale wet

Slide 31 - Open vraag


Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 32 - Open vraag


Geef je inzet tijdens deze les een cijfer
110

Slide 33 - Poll


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

Huiswerk
Maak thuis §1.3 af

Leren begrippen §1.1+1.2+1.3
Tijdens de volgende les moet je ze kunnen uitleggen


Slide 35 - Tekstslide

Opruimen!!
Zorg ervoor dat alle tafels weer netjes staan
Zorg ervoor dat iedereen netjes zit
Als de bel gaat, bepaalt de docent wie er mag gaan. Je verlaat dan rustig het lokaal

Slide 36 - Tekstslide