In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Sesión 5
Business Spaans
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Me llamo Enric.
Soy de Barcelona.
Vivo en Holanda.
Hablo español, ingés y holandés.
Trabajo en Kronenburgh, en La Haya.
¿Dónde vives?
¿De dónde eres?
¿Qué idiomas hablas?
¿Estudias o trabajas?
¿Cómo te llamas?
Slide 3 - Sleepvraag
Wat is de vraag? --> Tengo dieciocho (18) años.
Slide 4 - Open vraag
Wat is de vraag? --> Tengo un hermano.
Slide 5 - Open vraag
Wat is de vraag? --> Me gusta quedar con amigos.
Slide 6 - Open vraag
La presentación - zich voorstellen
Je gaat je voorstellen aan de rest van de groep in het Spaans. Bereid een kleine presentatie van 1 minuut voor. Je mag een papiertje gebruiken maar je mag niet voorlezen.
Slide 7 - Tekstslide
¿Qué hora es? 16.20
A
Son las cuatro y veinte.
B
Es la cuatro y veinte.
C
Son las cuatro y media menos diez.
D
Es la cuatro y media.
Slide 8 - Quizvraag
¿Qué hora es? 9.30
A
Son las nueve y media.
B
Son las nueve.
C
Son las diez y media.
D
Son las diez menos treinte.
Slide 9 - Quizvraag
Noem bij elke klok de juiste tijden
Slide 10 - Tekstslide
¿A qué hora comes?
Slide 11 - Open vraag
¿A qué hora estudias en Kronenburgh?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Op welke 3 manieren kan een hele werkwoord in het Spaans eindigen?
A
-AR, -IR, -OR
B
-AR, -ER, -IR
Slide 14 - Quizvraag
Yo y mis amigos _______ (celebrar = vieren) una fiesta.
A
celebro
B
celebráis
C
celebras
D
celebramos
Slide 15 - Quizvraag
Yo _____ (hablar = spreken) español.
A
hablas
B
hablar
C
hables
D
hablo
Slide 16 - Quizvraag
¿Qué _____ (comer = eten) tú?
A
comer
B
como
C
comes
D
comeres
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
SER of ESTAR: La clase ____ aburrida (saai).
A
es
B
está
Slide 19 - Quizvraag
SER of ESTAR: La casa (huis) ____ grande (groot).
A
es
B
está
Slide 20 - Quizvraag
SER of ESTAR: La cocina (keuken) _____ sucia (vies).
A
es
B
está
Slide 21 - Quizvraag
¿Qué hay en la ciudad?
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Welke steden komen voor in het filmpje?
Slide 24 - Woordweb
Wat viel je op van het filmpje?
Slide 25 - Woordweb
Zou je naar Amerika willen reizen? Welke steden zou je willen bezoeken?
Slide 26 - Woordweb
Las direcciones - Wegwijzen
¿Para ir a... Kronenburgh?
- Sigue recto (ga rechtdoor)
- Gira a la derecha/ izquierda (sla rechts/links af)