De Middeleeuwen: hofstelsel

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Het West-Romeinse Rijk valt
476




1
De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het vierde deel van de serie heet Destruction, en lijkt op de inval van Rome door de Vandalen (in 455)
Een dreigende lucht met donkere wolken.
Een gebroken schild
Van een standbeeld ontbreekt het hoofd
Een vrouw wordt in het water gegooid
Een noodbrug die op instorten staat
Een vernielde brug.
Een paleis staat in brand: je ziet de vlammen

Slide 2 - Tekstslide

De Middeleeuwen
2.1 Hofstelsel

Slide 3 - Tekstslide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe edelen hun grondgebied organiseerden en bestuurden, en hoe het leven van de boeren er uit zag.

1. Hoe ontstond er een landbouwsamenleving (agrarische samenleving)?
2. Hoe zag de sociaal economische positie van boeren eruit? 

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet je al
van de middeleeuwen

Slide 6 - Woordweb

Hofstelsel en horigheid
Kenmerkend aspect 11: 
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarische-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
(van een agrarische-urbane cultuur naar een zelfvoorzienende samenleving)

Slide 7 - Tekstslide

De val van een groot rijk
476: de laatste keizer van het West-Romeinse rijk, Romulus Augustulus, treedt af ten aanzien van Odoaker, een Germaanse koning. 

Slide 8 - Tekstslide

Romeinse Rijk rond 300: Volksverhuizingen & pandemieën(!!) zorgde ervoor dat het Romeinse rijk in crisis verkeerde.

Antonijnse plaag (165) 
Afrika → Midden-Oosten → Romeinse Rijk
→ 20 - 30 % van de bevolking stierf.

> Plaag van Cyprianus (249)
Carthago, Alexandrië (Noord-Afrika)
→ Alexandrië (60%?), Athene (5000 doden per dag?)




Slide 9 - Tekstslide

Vanaf 395: West- en Oost-Romeinse Rijk

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Schema over gevolgen van de val van het Romeinse Rijk

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

ontstaan van horigheid
(het toebehoren van een boer aan het land van een heer)
door:
- wegvallen centraal bestuur
- wegvallen wegennetwerk
- wegvallen bescherming (overheid/leger)
- wegvallen steden
- wegvallen handel en nijverheid

-> boeren zoeken bescherming bij een heer
de overheid bood geen bescherming en rondtrekkende bendes hadden vrij spel. Boeren zagen zich gedwongen bescherming te zoeken bij een heer. In ruil daarvoor gingen ze verplichtingen aan.

Slide 14 - Tekstslide

Vrije boeren, horigen en lijfeigenen wonen op of bij het domein van de heer.
- > Hofstelsel
(een economich en sociaal systeem)

Plichten vrije boeren: pacht betalen en vechten voor de heer
Rechten vrije boeren: eigen stuk grond en gaan en staan waar ze willen
Plichten horigen: werken op land van de heer, deel opbrengst land aan heer geven, herendiensten en vechten voor de heer
Rechten horigen: bescherming van  de heer
Lijfeigenen hadden geen rechten, alleen maar plichten. Zij mochten - in tegenstelling tot slaven - wel een eigen gezin stichten, land bebouwen en zij konden niet verkocht worden. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Hofstelsel (1)
  • Een dorp met landbouwgrond heette een domein

  • De heer, bijvoorbeeld een ridder, was de baas van een domein: alle grond was van hem.

  • Hij woonde soms in een donjon, een soort kasteel en soms in een vroonhof, de grote boerderij van de heer in het dorp

Slide 17 - Tekstslide

Hofstelsel (2)
  • In het hofstelsel was het domein in twee stukken verdeeld.

  • Het ene deel van de grond was verpacht (verhuurd) aan horige boeren voor eigen opbrengst. Zij moesten een deel van opbrengst als pacht (belasting) betalen)

  • De opbrengst van het andere deel was volledig van de heer.

Slide 18 - Tekstslide

Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.

Slide 19 - Tekstslide


Het drieslagstelsel

  • Als landbouwgrond elk jaar wordt gebruikt, dan wordt de grond onvruchtbaar, waardoor de oogst steeds minder werd.
  • Met het drieslagstelsel werd de grond verdeeld in drie stukken, 
  • waarbij elk jaar één stuk grond niet gebruikt werd (braak). 

  • Hierdoor kon de grond herstellen en werd de opbrengst hoger.

Slide 20 - Tekstslide

Braak
🐄
Zomergraan
🏖
Hoe werkt het drieslagstelsel?
Jaar 1 
Jaar 2 
Jaar 3 
Wintergraan
☃️
Zomergraan
🏖
Braak
🐄
Wintergraan
☃️
Braak
🐄
Wintergraan
☃️
Zomergraan
🏖

Slide 21 - Tekstslide

Veel plichten,
weinig rechten

  • Iedereen op het domein van de heer hoorde bij het domein
  • De boeren waren horigen van de heer: ze moesten gehoorzaam zijn
  • Om op de grond van de heer te kunnen wonen, moest je pacht betalen
  • De horigen waren ook verplicht om herendiensten, klusjeste doen
  • Een horige moest overal toestemming voor vragen, ook om te trouwen
  • Een gevluchte horige was na een jaar en een dag een vrije boer
  • Lijfeigenen hadden alleen maar plichten, geen rechten

Slide 22 - Tekstslide

Een belangrijke reden voor het ontstaan van horigheid is...
A
Het drieslagstelsel
B
Toenemende onveiligheid
C
Het verdwijnen van de Romeinse infrastructuur
D
De autarkische samenleving

Slide 23 - Quizvraag

In een autarkische samenleving zijn mensen
A
Afhankelijk van ruilhandel
B
Zelfvoorzienend
C
Gebonden aan een stad
D
arm

Slide 24 - Quizvraag

In de middeleeuwen spreken we van...
A
Een agrarische samenleving
B
Een agrarisch-urbane samenleving
C
Stadstaten
D
Samenleving op basis van handel

Slide 25 - Quizvraag

Een domein is een...
A
Stad met de omringende landbouwgrond
B
Dorp met de omringende landbouwgrond
C
Grote boerderij
D
Woning van de heer

Slide 26 - Quizvraag

Een lijfeigene is...
A
Vrij en bezit grond
B
werkt voor de heer en krijgt daar bescherming voor terug
C
Iemand zonder rechten
D
Iemand die herendiensten uitvoert

Slide 27 - Quizvraag

Gebruik de bron. 
Een bewering: deze bron is een goed voorbeeld van het hofstelsel in de vroege middeleeuwen. Ondersteun deze bewering door: 
− eerst uit te leggen welk kenmerk van het hofstelsel in deze bron naar voren komt en 
− daarna de reden te noemen waarom de abdij het hofstelsel gebruikt om de boerderijen te beheren en 
− ten slotte een voordeel te noemen van het hofstelsel voor de horige boeren.
(3 punten) 

Bron
Over boerderijen van de abdij St.-Bertin uit Saint Omer in Frankrijk omstreeks het jaar 850 zijn de volgende gegevens verzameld.
 
De mannelijke horigen van deze boerderijen zijn verplicht om twee of drie dagen per week op het land van de abdij te werken, zesmaal per jaar karrendienst verrichten om wijn naar het klooster te rijden en om elk jaar te leveren: 


− 10 modii (± 600 liter) gemout graan voor het maken van bier 
− 6 modii (± 350 liter) meel 
− 3 kuikens en 20 eieren. 
De vrouwen moeten een bepaald gewicht aan vlas spinnen. 

Slide 28 - Tekstslide

Ondersteun de bewering: deze bron is een goed voorbeeld van het hofstelsel in de vroege middeleeuwen.

Slide 29 - Open vraag

Begrippen uit deze les

  • domein
  • hofstelsel
  • pacht
  • horigen
  • Lijfeigenen
  • vroonhof
  • drieslagstelsel
  • Autarkie

Slide 30 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je
deze les hebt geleerd

Slide 31 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les
nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 32 - Open vraag

Huiswerk
2.1: opgave 3 t/m 6

Slide 33 - Tekstslide