Talent 2.8 spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom

We beginnen met 10 minuten lezen

leerdoelen

• Ik weet hoe ik de persoonsvorm in de verleden tijd moet schrijven.
• Ik weet wanneer ik een dubbele punt gebruik in een zin.
• Ik kan 20 dicteewoorden correct schrijven.

Opdrachten 

Opdracht 1

Opdracht 2

Sterk of zwak?

DENKEN

1. Sterk werkwoord
2. Zwak werkwoord

tennissen

1. Sterk werkwoord
2. Zwak werkwoord

sterk werkwoord

zwak werkwoord

Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden

Voorbeelden

hele ww= Fietsen

Stam      = Fiets

-> Fietste(n

hele ww= Geloven

stam      = Gelov

-> Geloofde(n)

Persoonsvorm verleden tijd sterke werkwoorden

- Het werkwoord verandert van klank in de verleden tijd.

- Je schrijft wat je hoort.

Voorbeelden sterke werkwoorden:

Vliegen - Vlogen

Lopen - Liepen

Roepen - riepen

Welk woord is hier de persoonsvorm?
De hond wordt door de buurman uitgelaten.

kleven (vt)
Nog altijd […] de kauwgom aan mijn schoen.

Faxen (vt)
De meeste bedrijven [...] niet meer met hun klanten.

Sterk of zwak?

BIJTEN

1. sterk
2. zwak

Sterk of zwak?
verhuizen

1. sterk
2. zwak

Wij verhui....... (vt) vroeger met regelmaat.

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Persoonsvorm verleden tijd

: dubbele punt :

• Na een dubbele punt: kleine letter
• Behalve: citaat / naam 

Als aankondiging van een opsomming	Dit ga je doen: 1. Je opent de colafles. 2. Je voegt de mentos toe.
Als aankondiging van een uitleg of een voorbeeld.	Je kunt kiezen: je werkt in een groepje van drie of je werkt alleen.
Als aankondiging van een citaat (iets wat iets of iemand zegt).	Carola: ‘Laat mij maar alleen werken, daar houd ik van.’

Ik kan de lesdoelen toepassen in de opdrachten

😒🙁😐🙂😃

Opdrachten 

Opdracht 5

Opdracht 8

Opdracht 10

Opdracht 11

Test jezelf