Proefwerk thema 7 Stevigheid en beweging B

Welkom klas 3!
Je hebt nodig: laptop, aantekeningenschrift
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 3!
Je hebt nodig: laptop, aantekeningenschrift

Slide 1 - Tekstslide

Oefentoets 
Stevigheid & Beweging. 
Tijdens deze oefentoets is het handig om lastige onderwerpen in jouw  aantekeningenschrift te schrijven.
Je hebt 35 minuten de tijd.

Slide 2 - Tekstslide

Als bij de botbreuk de bothelften scheef staan, moeten ze eerst recht worden
gezet voordat er gips om de arm gaat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Kraakbeenweefsel is stevig en goed buigzaam.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Het meisje in afbeelding 1 kan rugklachten krijgen door op deze manier te tillen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Pezen kunnen niet samentrekken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Een goede lichaamshouding kan rugpijn voorkomen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Het skelet geeft bescherming tegen het binnendringen van bacteriën en geeft
vorm aan het lichaam.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Het stukje kraakbeen in de knie heet de meniscus.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

De wervelkolom heeft van nature een dubbele S-vorm.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Bekijk in afbeelding 2 de tekening van de situatie met osteochondrose.
Welke bewering is juist?
A
In het gedeelte met kraakbeen komt alleen lijmstof voor.
B
In het gedeelte met kraakbeen komt geen rood beenmerg voor.
C
In het gedeelte met kraakbeen komt geen tussencelstof voor.

Slide 11 - Quizvraag

Een andere aandoening aan het kraakbeen in gewrichten is artrose. Hierbij
verdwijnt het laagje kraakbeen uit het gewricht.
Welk gevolg kan het verdwijnen van het kraakbeen hebben?
A
De gewrichtskogel komt te los in de gewrichtskom te liggen.
B
De gewrichtskogel kan niet meer bewegen in de gewrichtskom.
C
C De gewrichtskogel en de gewrichtskom slijten.

Slide 12 - Quizvraag

Met welk nummer is een wervel aangegeven?
A
1
B
2
C
3

Slide 13 - Quizvraag

Een deel kan zodanig beschadigen dat een hernia ontstaat.
Met welk nummer is dit deel aangegeven?
A
1
B
2
C
3

Slide 14 - Quizvraag

Welke beenderen zijn onderdeel van de schoudergordel?
A
De dijbeenderen.
B
De halswervels.
C
De heupbeenderen.
D
De sleutelbeenderen.

Slide 15 - Quizvraag

Van drie varkens wordt een stukje rib onderzocht op het percentage lijmstof. De
resultaten van dit onderzoek zijn in afbeelding 4 weergegeven.

Welk varken is waarschijnlijk het jongst?
A
Varken 1
B
Varken 2
C
Varken 3

Slide 16 - Quizvraag

Wat is in de koeienpoot van afbeelding 5 met Q aangegeven?
A
Een dijbeen.
B
Een hielbeen.
C
Een knieschijf.

Slide 17 - Quizvraag

Waaraan kun je zien dat een koe een hoefganger is?
A
Een koe loopt op de hele voetzool.
B
Een koe loopt op de toppen van de tenen.
C
Een koe loopt op de tenen.

Slide 18 - Quizvraag

Wat voor soort gewricht is het heupgewricht?
A
Een kogelgewricht.
B
Een rolgewricht.
C
Een scharniergewricht

Slide 19 - Quizvraag

Wat zijn antagonisten?
A
Spieren die een buigende beweging maken.
B
Spieren die ervoor zorgen dat de strekkende spier kan ontspannen.
C
Spieren die een strekkende beweging maken.
D
Spieren waarvan het samentrekken een tegengesteld effect heeft.

Slide 20 - Quizvraag

Hoe kan een spier verkort raken?
A
Door de spier te veel te belasten.
B
Door de spier te ver op te rekken.
C
Door de spier te weinig te belasten.

Slide 21 - Quizvraag

Een van de testjes die de fysiotherapeut doet, is de pink van Thirza naar achteren strekken. Thirza kan haar pink meer dan 90 graden overstrekken. Dit is een teken
van hypermobiliteit.
Waardoor kunnen mensen die hypermobiel zijn hun vingers ver naar achteren strekken?

Slide 22 - Open vraag

Hypermobiliteit hoeft niet te leiden tot klachten. Bij sommige beroepen of hobby’s kan hypermobiliteit ook handig zijn, bijvoorbeeld bij balletdansen of turnen.
Leg uit waardoor hypermobiliteit ook handig kan zijn.

Slide 23 - Open vraag

Waardoor neemt de kans op een spierblessure af wanneer je een warming-up doet voor een intensieve sportsessie?

Slide 24 - Open vraag

Tussen botten van verschillende diersoorten bestaan overeenkomsten en
verschillen. Zo is het skelet van een dolfijn anders dan dat van een mens.
Leg uit waardoor er verschillen bestaan tussen de botten van verschillende diersoorten.

Slide 25 - Open vraag

Bij een foetus en pasgeboren baby bestaat het skelet bijna helemaal uit kraakbeenweefsel.
Wat is de functie van het kraakbeenskelet bij de geboorte van een baby?

Slide 26 - Open vraag

Wat is de functie van de schedelbeenderen in het hoofd?

Slide 27 - Open vraag

Welk deel is in afbeelding 11 aangegeven met nummer 4? En welk deel met nummer 5?

Slide 28 - Open vraag

De eendjes willen dat je de boel controleert en inlevert

Slide 29 - Tekstslide